________________________________
[2
september 2010 - nr
215)
Draadloos
Omdat het hem
vorig jaar zo goed bevallen was, is Schoonebeek deze zomer opnieuw
neergestreken in dat wat sjieke dorp aan zee, waar het
toeristenseizoen toch vooral beschaving ademt. Echt zo’n plaatsje
waar alles is zoals het was. Gewoon omdat het zo wel goed is.
Een goede
vriend van Schoonebeek gaat nooit met vakantie. Hij kon zich niet
voorstellen, zo vertelde hij eens, dat mensen vrijwillig ergens naar
toe gaan, waar ze niet weten waar alles ligt. Schoonebeek heeft daar
altijd wel in kunnen meeleven. Vandaar dit dorp. Waar hij ieder jaar
dezelfde kamer heeft, in hetzelfde hotel, aan diezelfde deftige
laan, aan de rand van datzelfde beschaafde dorp. Hier worden geen
dance-feesten georganiseerd op het strand. Hier treedt in een
alleraardigst restaurant weleens een man op die de luit bespeelt.
Maar dit jaar
is er toch iets nieuws. Broodjeszaak ‘Le matin’ meldt op een
schoolbord aan de straat dat zij draadloos internet gratis ter
beschikking stelt van de clientèle.
Het moet niet
gekker worden!
Niettemin
besluit Schoonebeek in een balorige bui om eens de proef op de som
te gaan nemen. En hij neemt met zijn schootcomputertje plaats op het
terras, alwaar hij een dubbele espresso en een toegangscode bestelt.
Het werkt.
Maar wat nu?
Het wereldnieuws is al via de ochtendkrant tot hem gekomen. CuBra is
met vakantie. En om nou hier in dit onschuldige oord zijn e-mail te
gaan bekijken, nee. Alras klapt hij daarom het computertje weer
dicht. En geniet van zijn koffie en de rust.
Naast hem zit
een jonge man ook heel draadloos te wezen. Met een witte laptop en
een donkerblauwe telefoon. Hij voert een erudiet gesprek. Is naar
een tentoonstelling geweest in het nabij gelegen stadje V. Waar
onder andere twee werken van Willem de Kooning geëxposeerd waren.
‘Nee,’ legt hij zijn gehoor aan de andere kant geduldig uit, ‘je
schrijft De Kooning, maar je zegt De Koening.’
Schoonebeek
kijkt eens vanuit zijn ooghoeken naar het jongmens. Type beschaafde
student. Een jaar of twee-, drieëntwintig. Dan mag je zulke
wijsheden nog trots debiteren. Ook Schoonebeek heeft dat ooit moeten
leren, heel, heel lang geleden.
Aan een ander
tafeltje neemt een nogal onwennig gezin plaats. Stugge man, tikje
slonzige vrouw, die veel te oud lijken voor hun wel heel erg
bebrilde kind. De vrouw bestelt thee.
‘Wat voor thee
wilt u?’ voert de serveerster haar tot grote verwarring.
‘O, god, ja, eh
thee.’ Waarna het meisje haar gedienstig de theekaart overhandigt.
Ze hebben hier 72 soorten.
Even later
wachten zij in eerbiedige stilte de komst van de consumpties af.
Maar ineens verschijnt er op het vrouwengelaat iets wat in de verte
aan een soort van glimlach doet denken. Hoewel misschien misplaatst,
zitten ze hier toch maar mooi in dat bijzondere dorp, denkt ze. En in een
opwelling strijkt ze haar man liefdevol door de haren. Drie, vier
keer. Hij zat net de andere kant op te kijken. En de genegenheid van
zijn eega vermag daarin geen verandering te brengen.
Ook een
volstrekt draadloze verbinding, besluit Schoonebeek.
|