________________________________
[20
januari 2011 - nr
234)
Begrafenisstoet
Schoonebeek was
vroeg voor zijn doen. Zaterdagmorgen kwart voor tien. Teneinde om
tien uur bij Meesters binnen te stappen voor een goede kop koffie en
een stuk chocolade-kersentaart had hij in zijn wandeling een ruime
bocht aangebracht, zodat hij nu over het Louis Bouwmeesterplein
slenterde in de richting van de Schouwburgpassage.
‘Nog steeds te
vroeg,’ mopperde hij en minderde nog meer vaart, zodat hij tenslotte
bijna stil stond. De eerste mensen uit de dorpen en de buitenwijken
reden de parkeergarage in. Alsof de winkels niet de hele dag open
waren! Natuurlijk, er was markt op het Koningsplein. Maar die duurde
ook nog uren. Wat kwamen die boeren en buitenlui hier eigenlijk doen
op dit onzalige uur. Schoonebeek zelf liep hier nu weliswaar ook,
maar dat was anders. Hij hóórde bij de stad.
Onder de
doorgang naar de Ring en de winkels kwam hem een kleine maar
opzienbarende optocht tegemoet. Drie mensen waren het slechts. Twee
vrouwen en een man. De man en de vrouw die naast hem liep, waren
zo’n beetje van Schoonebeeks leeftijd. Schatte hij. Ze beenden hem
met min of meer gehaaste tred tegemoet.
De andere vrouw
deed het rustiger aan. Zij was ouder. Veel ouder. En waarschijnlijk
nogal slecht ter been ook. Reden voor de man om haar te dragen. Het
hoofd en de vette grijze haren wiegde mee met de voetstappen van de
man. Haar benen bungelden wat stijfjes aan de andere kant.
Er werd niet
gesproken.
Schoonebeek
deed een stapje opzij om het gezelschap te laten passeren, wierp een
snelle blik op het bewegingloze lichaam van de oude vrouw en stelde
vast dat zij waakte noch sliep. Ze was dood.
De man en de
vrouw liepen hier met hun dode moeder over straat, om… ja, om wat te
doen? Schoonebeek keek hen na. En kon niets anders bedenken dan dat
zij haar ten grave droegen. Waarbij zij die opdracht nogal
letterlijk opvatten.
Schoonebeek had
geen flauw idee of dat op deze manier wel mocht in Nederland. Maar
van de andere kant begreep hij het ook wel weer. Nog niet zo heel
lang geleden was zijn eigen vader overleden. De man was gelukkig
goed verzekerd tegen allerlei kosten die zo’n laatste gang met zich
meebracht, maar de verzekeringsmaatschappij had niet nagelaten om
Schoonebeek tot op de penning nauwkeurig ervan op de hoogte te
stellen hoe genereus zij wel niet voor zijn vader in de buidel had
getast. En dat was inderdaad niet mis.
Misschien was
de hier meegetorste oude dame wel helemaal niet verzekerd. En hadden
de kinderen gisteravond een en ander eens zitten becijferen. Waarna
de conclusie onomstotelijk vaststond. Moeder zou door haar zoon en
schoondochter persoonlijk op het kerkhof afgeleverd worden. Ze kwam
bij leven immers al niet graag onder de mensen.
|