________________________________
[17
februari 2011 - nr
238)
Op de radio
Schoonebeek was
een beetje uit zijn doen. Er kwam zo meteen namelijk iemand van de
radio, om hem aan een vraaggesprek te onderwerpen. Waarom? Ach. De
meest plausibele reden was nog omdat hij Schoonebeek heette en ze
bij het radioprogramma juist aan de S toe waren.
Het ging over
zijn stukjes, had de man hem in een e-mailbericht laten weten. En
over zijn verleden.
Niet over de
toekomst? had Schoonebeek zich vertwijfeld afgevraagd. Werd hij als
zestigjarig niet langer geacht over een relevante toekomst te
beschikken? Maar goed, het was die man zijn radioprogramma, dus als
dat over Schoonebeeks verleden ging, dan ging het daar wat hem
betrof ook maar over.
Klein
probleempje: Schoonebeek beschikte over een uitermate matig
functionerend vermogen om zich ook maar iets te herinneren.
Nauwkeurig herinneren tenminste. Fabuleren, ja, dat kon hij als de
beste. Maar of die man van de radio dáár nou op zat te wachten.
Schoonebeek
vermande zich. Zolang de verslaggever hem serieuze vragen stelde,
zou hij die serieus beantwoorden, al dan niet naar waarheid. Dat
hoefde zo’n man immers helemaal niet te weten.
Schoonebeek
herinnerde zich van lang geleden een vraaggesprek op de Vlaamse
radio met Hugo Claus. Dat liep allemaal best redelijk totdat de
interviewster ineens vertwijfeld uitriep: ‘Maar mijnheer Claus!
Vorige week is deze vraag u ook door de Humo gesteld en toen
zei u iets heel anders.’ Waarop Claus charmant en welwillend als
altijd antwoordde: ‘Dat weet ik, mevrouw. Maar ik dacht dat uw
luisteraars nou niet zaten te wachten op precies hetzelfde antwoord
dat ze vorige week al in de Humo gelezen hebben.’
Zo kon het dus
ook. Een goed verhaal is beter dan een waar verhaal. En wie weet,
dacht Schoonebeek, vertel ik met mijn gebrekkige geheugen per
ongeluk toch de waarheid nog. Hij glimlachte. Het ging zeker goed
komen.
Maar toen even
later de bel ging, schrok hij toch even.
|