________________________________
[10 maart 2011 - nr
241)
Een kort leven
Schoonebeek zit
wat achter het venster in het zonnetje te doezelen met een
dichtbundeltje op schoot. Het is al een oud bundeltje. De
geheimen komen vanzelf heet het en het is van Jan Zitman.
En terwijl hij
tussen het knikkebollen door af en toe een paar strofen leest,
vraagt hij zich af hoe het toch met Jan Zitman is. Hij heeft al een
tijdje niks meer van de dichter vernomen.
Schoonebeek
telt even op zijn vingers en daar komt uit dat deze poëet inmiddels
een jaar of 85 moet zijn. Best wel oud maar niet te oud om te
dichten.
Later op de dag
leert enig speurwerk hem dat Jan Zitman al vijftien jaar dood is.
Dat meldt de site van uitgevershuis Van Oorschot tenminste. En daar
kunnen ze het weten.
Schoonebeeks
gedachten dwalen af naar Karel van het Reve. Omdat hij bij Van
Oorschpt nou eenmaal altijd aan Karel van het Reve moet
denken. Komt waarschijnlijk door die beroemde foto waar de
hooggeleerde broer van Gerard en de ‘oude’ Van Oorschot met een
ironisch geheven linkervuist op staan. Schoonebeek heeft geen idee
meer ter ere van welke publicitair offensief dat portret ooit is
gemaakt. Het zal wel voor zoiets als Het geloof der kameraden
zijn geweest.
Karel van het
Reve is ook al even dood. Twaalf jaar, om precies te zijn. Hij was
78. In Oeganda is dat waarschijnlijk een hele leeftijd, maar voor
een bevoorrechte Nederlandse intellectueel vindt Schoonebeek het
maar magertjes.
Blijkbaar
worden de auteurs van Van Oorschot dus niet zo oud.
En dan denkt
Schoonebeek inenen even aan zijn vader. Die, terwijl hij tot zijn
negentigste kerngezond was en daarna nog rustig doorsukkelde tot hij
94 was, nooit een boek bij Van Oorschot heeft gepubliceerd.
Waarmee
Schoonebeek voor dit moment de stelling voldoende bewezen acht.
|