________________________________
[28 april 2011 - nr
248)
Geen bloemen
Komt het door
de warme nachten? Of door de drank van de vrijdag ervóór? Van de
drukte in het café? De drie nieuwe haringen van vlak voor het slapen
gaan?
Schoonebeek
weet het niet. Maar hij heeft wel slecht geslapen. Zowat alle hele
uren langs zien komen. En dan ook nog eens vanaf zeven uur ’s
ochtends langzaam het bed uit zweten hè. Geen wonder dat hij die
zaterdag al om half tien buiten loopt. Met de pest in het lijf. En
dan is er nog nergens een kop koffie te koop ook. Veel te vroeg.
Dan maar naar
de markt voor een korte expeditie langs zijn hofleveranciers.
Pinda’s bij Luc de Liefde, oude kaas en eieren bij Bastiaansen uit
Molenschot, nieuwe nieuwe haringen bij Hans Tol. En verder nog wat
appels en peren bij een kraam waar het niet zo druk is.
Er zijn zo
vroeg al wonderbaarlijk veel mensen op de been. Hier en daar wordt
er zelfs al geschuifeld. Een ouder echtbaar sombert Schoonebeek
tegemoet. Als ze hem passeren hoort hij haar mompelen: ‘Zal ik dan
nog maar even bloemen halen?’ Waarna de markt gedurende anderhalve
seconde de adem inhoudt. Dan riposteert de man met luide stem: ‘Nee,
geen bloemen! Niks!’
Ai, die kwam
aan! Mensen proberen
te doen alsof ze het niet gehoord hebben en sjokken verder.
Schoonebeek laat de reprimande even op zich inwerken, terwijl
hij het voortschuifelende echtpaar een ogenblik nakijkt.
En op dat
moment bemerkt hij pas de zon, die zich tussen de kramen door een
plaatsje op het Koningsplein aan het veroveren is. Waarop hij besluit dat
het leven nog lang zo slecht niet is.
|