>  home

 

   >  speciaal

 

   >  auteurs

 

   >  teksten

 

   >  brabants

 

   >  audio

 

 












 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

inhoud Jan de Jong  <       

 

Schoonebeek  <    

Schoonebeeks

               Donderdag

________________________________  [2 juni 2011 - nr 253)

              

 

 

Poëtisch schild

 

Van de week zag Schoonebeek een programma op de televisie over Bridge over Troubled Water. De elpee van Simon and Garfunkel – door Joost den Draayer altijd hardnekkig Simon & Carmiggelt genoemd. Het album bestond al weer veertig jaar, vandaar.

Nou is Schoonebeek inmiddels al wel zo ver dat hij van ‘veertig jaar geleden’ niet meer opkijkt. Ouder worden went. (Al werd hij van de week nog wel even pijnlijk getroffen in de buurtsuper. Hij legde daar keurig zijn boodschapjes op de band bij de kassa. Achter hem stonden een jeugdige moeder en haar peutertje.

‘Nog even wachten met de boodschapjes uit het wangentje halen,’ maande de moeder het kind.

‘Ja, wij zijn na die papa hè?’ toonde de peuter begrip.

Waarop de eerst zo leuk lijkende jonge moeder even snoof en zei: ‘Papa? Da’s eerder een opa!’

Schoonebeek keek stug voor zich. Deze vrouw miste duidelijk de sociale fijngevoeligheid van haar dochtertje. De gevatte antwoorden kwamen pas later, toen hij thuis de leverworst in de ijskast deed.)

Maar goed, dat televisieprogramma. Dat ging over die elpee, maar toch vooral over dat door Art Garfunkel zo fraai gezongen titellied. Met een tekst die Schoonebeek eerlijk gezegd altijd vrij banaal heeft gevonden. Geen woord wijdde de televisiemaker bijvoorbeeld aan ‘The Boxer’ dat minimaal tien keer zo goed is. Zeker waar het de tekst betreft.

Maar voor Schoonebeek is het hoogtepunt van des duo’s oeuvre toch wel ‘I am a rock’. Een nummer dat Paul Simon schreef toen hij 22 of 23 was. En waarin een eenzame jongeling uitroept: ‘I have my books and my poetry to protect me!’ Ontroerende woorden, vindt Schoonebeek tot op de dag van vandaag.

Kom daar tegenwoordig nog maar eens om. Of zou er ergens op de wereld nog zo’n jongen de mobiele-telefoonterreur verwerpen en liever Marsman lezen dan skypen? Het gedicht als poëtisch schild tegen een meedogenloze buitenwereld.