________________________________
[9 juni 2011 - nr
254)
Twee vrouwen
Omdat
Schoonebeek die ochtend op het terras van Meesters tegenover een wel
zeer aanminnige dame zat, viel het hem eerst nog niet zo op. Maar
aan het tafeltje naast hem was het een drukte van belang. Het was de
aanminnige dame die hem daar met veelzeggende blikken en sturende
ogen op moest attenderen.
Zo zat daar
eerst dat Tilburgse stel uit (volgens Schoonebeeks niet ongerede
inschatting) De Blaak.
Zij: erg druk
en luid. Hij: geleerd daarmee te leven.
Zij verkeerden
duidelijk in blijde verwachting van nog een ander koppel, denkelijk
uit een andere stad.
‘Ze zullen het
toch wel kunnen vinden?’ maakte de vrouw het hele terras deelgenoot
van haar zorg.
‘Misschien
zitten ze binnen,’ opperde de man, zelfs voor de aangrenzende
tafeltjes nauwelijks hoorbaar.
‘Kijk dan
even,’ gaf de vrouw een handige regieaanwijzing.
Maar de man
sputterde. ‘Ik ken die mensen toch helemaal niet.’ Daar had hij een
punt. De vrouw dacht een ogenblik na. Zou ze de man een getrouw
signalement mee moeten geven? Of misschien beter een foto? Na ampele
overwegingen ging ze zelf. En gaf de man zodoende een welverdiend
rustmoment van om en nabij de vijf en een halve seconde.
‘Nee daar
zitten ze natuurlijk niet,’ bitste ze toen ze weer zat. Alsof die
man dat kon helpen. Die haalde zijn schouders op en wenkte een
serveerster.
‘Wat zal het
zijn?’ had die willen vragen. Maar zover kwam het niet. Want haar
verschijning was alreeds voldoende om de vrouw te doen opmerken dat
er nog helemaal niks besteld ging worden. Zij wachtten namelijk nog
op iemand anders.
Daarna stokte
de tamelijk eenzijdige conversatie en Schoonebeek begon zich weer
wat op de aanminnige aan zijn eigen tafeltje te richten. Maar niet
voor lang. Want daar kwamen ze. Eerste de andere vrouw. Die in alles
de tegenpool was van haar assertieve vriendin. Ze praatte zacht,
heel zacht. En langzaam, heel langzaam. Een beetje als resident
Slijmering in de Max Havelaar.
‘Hallo Greet
joehoe hier zitten we kom erbij kom erbij ga zitten Willem schuif
eens op dan kan Greet in de zon zitten is Theo er niet bij wat zijn
jullie laat!’ ratelde de eerste vrouw.
‘Theo. Komt. Zo.
Hij. Zet. Even. De. Auto. Weg.’ sleepte de reactie van de nieuwkomer
zich voort.
‘Wij zitten
hier al even was het druk op de weg kon je het wel vinden en Theo
komt zo da’s mooi hij is zeker de auto nog even wegzetten maar hij
weet wel waar we zitten toch?’
‘Het. Was. Druk.
File. In. De. Stad.’
‘Ja er is
natuurlijk weer van alles te doen ik weet niet wat allemaal ze zijn
een podium aan het bouwen op het Piusplein ik weet niet waarvoor
maar daarom was het natuurlijk zo druk geen doorkomen aan zeker?’
‘Het. Stond.
Helemaal. Vast.’
‘Ja zie je ga
toch zitten nee dáár lekker in de zon Willem schuift wel even op
vooruit Willem laat Greet eens in de zon zitten nee geeft niks
Willem houdt helemaal niet van de zon en ik heb een cadeautje voor
je ga eerst eens gauw lekker zitten.’
‘Dat. Had. Je.
Nou. Niet. Moeten. Doen.’
De Blaakse dame
haalde een pakje uit haar tas dat de vorm had van een boek. Of van
een fikse doos sigaren, maar dat leek Schoonebeek sterk. En
inmiddels kwam ook Theo aanslenteren. Net als zijn vrouw in het
volstrekte vertrouwen dat de wereld niets enerverends meer in petto
heeft.
Er werd
gezoend.
‘Kijk. Eens.
Wat. Ik. Heb. Gekregen,’ klonk Greet bijna opgewonden.
‘Ach, wat
alleraardigst zeg. Wat is het?’
‘Ik. Denk.
Een.’
‘Ja ik zag het
liggen ik dacht da’s echt iets voor Greet wat denk jij Theo zou ze
het leuk vinden?’
Greet zat
erbij. En dat realiseerde Theo zich ook net op tijd.
Hij haalde de
schouder op.
‘Zullen we nu
dan iets bestellen?’ vroeg de man uit De Blaak.
Zijn vrouw
zuchtte. Kon hij dan nooit eens iets zelf beslissen?
|