>  home

 

   >  speciaal

 

   >  auteurs

 

   >  teksten

 

   >  brabants

 

   >  audio

 

 












 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

inhoud Jan de Jong  <       

 

Schoonebeek  <    

Schoonebeeks

               Donderdag

________________________________  [1 september 2011 - nr 257)

              

 

 

De landschapstuin

 

Schoonebeek loopt met een lieve vriendin door een landschapstuin. Zeg maar park. En hij heeft het daarbij zeer naar zijn zin. Allereerst natuurlijk vanwege die vriendin. Maar het onontkoombare feit dat Winston Churchill hier met vrouw en kinderen (en ongetwijfeld een aardige bus vol personeel) gewoond heeft, helpt ook heel erg. Meer dan veertig jaar heeft de politieke mastodont hier vertoefd. Al leert de beschikbare documentatie dat hij het huis al in een vroegtijdig stadium overdeed aan de National Trust - onder het strikte voorbehoud dat hij en Lady Churchill hier tot aan hun dood zouden mogen blijven wonen. En dat heeft nog best lang geduurd.

Het mooie van zo'n tuin met een eigen geschiedenis is dat Schoonebeek zich langzamerhand in die geschiedenis gaat verliezen. Al binnen het uur is hij Churchill. Hij kuiert over het gazon alsof hij dat al jaren doet. Hij wandelt de keuken binnen om te zien wat ze vandaag eten. En hij slentert naar het atelier om een uurtje niet onverdienstelijk te gaan schilderen. Je bent een begenadigd mens of je bent het niet, nietwaar?

Tussen de middag laat hij zich de lamb's pie uitstekend smaken en neemt er gewoontegetrouw een flesje best bitter bij. (Het personeel van het restaurant herkent bij hem de vage, doch verbeeldingsrijke blik die ze iedere dag wel bij één of twee toeristen tegenkomen, en laat hem in de waan.)

De lieve vriendin kan bij benadering niet raden dat zij al de hele dag Lady Churchill is, en geniet van het landschap en van Schoonebeeks opvallende zwijgzaamheid. Zij telt haar zegeningen en informeert niet naar de reden van zijn zwijgen.

Pas als het begint te regenen, en zij dekking wil zoeken, bevreemdt het haar dat Schoonebeek doodgemoedereerd verder wandelt. Het is immers de mooie zomer van 1948 en het regent niet!

Pas 's avonds, terug in het hotel aan Russell Square in Londen, meent ze hem een beetje terug te winnen. Hoe weinig weet ze dat hij nu een talentvolle jonge schrijver van de Bloomsbury Group is. De kalender wijst augustus 1923 en zijn galante bewondering voor haar geldt eigenlijk vooral Virginia Woolf.