________________________________
[8
september 2011 - nr
258)
Big Brother
in Stappegoor
Schoonebeek
houdt van een compacte stad. Zo eentje waar alles in tien minuten te
belopen is. Den Bosch, dat idee. Maar ook in Tilburg kan hij vanuit
zijn mooi centraal gelegen woonst de belangrijkste
overlevingsmiddelenzaken (boekhandel, café, slijter) wel bereiken in
de tijd die daarvoor staat. Hij heeft dan ook geen auto nodig.
Behalve als
hij, zoals gisteren, uit vriendschappelijke overwegingen op de zo
tragisch tot ‘FLOT’ hernoemde lerarenopleiding in Stappegoor moet
zijn. Da’s een halfuur lopen en er dreigde regen.
Dus daarom
mocht de automobiel weer eens van stal. Dat is een zo goed als
nieuwe Ford Escort uit 1987. Bruin, zoals auto’s toen waren.
Te bestemder
plekke bleek de FLOT-parkeerplaats zich in een ongekende
populariteit te mogen verheugen. Vol. Een hulpvaardige
parkeerwachter wees Schoonebeek daarom door naar de parkeergarage
onder de Euroscoopbioscoop. Dat kostte maar één euro en daar wilde
Schoonebeek niet moeilijk over doen. Hij parkeerde de Escort en
spoedde zich naar zijn afspraak.
Maar terwijl
hij daar zo zat, en een hulpvaardige secretaresse lief de lauwe
koffie uitserveerde, vroeg hij zich inenen af waar hij zijn
parkeergaragekaartje toch gelaten had.
In de borstzak
van zijn jasje.
Met zijn hoofd
meer bij de genoeglijke kout dan bij het kaartje, haalde hij het
ding tevoorschijn en liet het wat tussen zijn vingers ronddrentelen.
Een vluchtige blik.
Nee! Zag hij
dat goed? Een tweede, nu scherpe observatie volgde. Ja, hij las het
goed. Min of meer verbijsterd toonde hij zijn koffiegenoot het
kaartje. Daar stond het. Gedetailleerd. Keurig uitgeprint.
Ingang 5
7-9-2011 13:58 Kaartnummer 219817
Tot zover niet
verontrustends. Maar direct daaronder volgde het kenteken van die
goeie, ouwe, brave Escort. Hoe kwam dat nummer daar? Wat had de
gemeente Tilburg te maken met de aanwezigheid van Schoonebeeks auto
in één hunner parkeervoorzieningen? Mocht dit wel? Ging hij nu post
krijgen over de nieuwst filmvoorstellingen? Hij was immers bij een
bioscoop gesignaleerd. Werd hij straks door twee robuuste agenten
opgewacht als bleek dat hij nog een vergeten boete had openstaan?
Schoonebeek
voelde zich inenen heel klein. En treurig. En ook een beetje bang
voor die grote broer. En hij dacht alleen nog maar: Schaam u,
mijnheer de burgemeester!
(En dat hij,
later, na betaling, zonder voor de slagboom te hoeven wachten, zo
maar door kon rijden naar buiten, was weliswaar makkelijk, maar niet
geruststellend. Op het stadhuis wist Peter Noordanus dat Schoonebeek
weer op weg was naar huis.)
|