>  home

 

   >  speciaal

 

   >  auteurs

 

   >  teksten

 

   >  brabants

 

   >  audio

 

 












 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

inhoud Jan de Jong  <       

 

Schoonebeek  <    

Schoonebeeks

               Donderdag

________________________________  [23 februari 2012 - nr 277)

              

 

 

De Waddenzee

 

Schoonebeek is weer terug uit de onderduik. En het heeft hem voorwaar niet meegezeten. Het immer zo lommerrijke en deftige dorp aan zee lag er koud, leeg en ontbladerd bij. En ook het pittoreske nabijgelegen middeleeuwse stadje V. werd geregeerd door een snijdende wind uit het oosten. Maar in de fraaie kwaliteitsboekhandel nabij het oude marktplein heersten als vanouds de weldadige geuren van goede koffie en erudiet volk. Alsof iedereen in V. even belezen is. Schoonebeek denkt er weleens over om van Tilburg naar V. te verhuizen – er staan daar fraaie panden te koop – maar dat doet hij toch maar niet. Vooral de wanhopige vraag waar hij dan op vakantie moet, houdt hem tegen.

Maar goed, die boekwinkel dus.

Op de dag van aankomst meldde de enige Nederlandse kwaliteitskrant de dood van Anil Ramdas. Nou heeft Schoonebeek die Ramdas wel eens ontmoet, bij gelegenheid van de uitreiking van de Du Perronprijs (aan Ramdas, niet aan Schoonebeek). En hij herinnert zich vooral een klein mannetje tot aan het randje gevuld met een onrustig soort gedrevenheid. De kennismaking was kort en te oppervlakkig om blijvend indruk te maken. Waarmee dat dan dat was. Verder kent Schoonebeek de man slechts van een doodenkele column. Ergens citeert Karel van het Reve een Duitser die dit soort bekendheid met iemand omschreef als ‘zwar persönlich. aber nicht dem Namen nach’.

De necrologen van de verschillende dagbladen kenden hem wel ‘dem Namen nach’. En die hebben het dan ook over een kosmopolitische intellectueel (Schoonebeek stamt nog uit de tijd dat linkse intellectueel een pleonasme was; daarom gebruikt hij dat niet) die uiteindelijk nergens zijn draai kon vinden. Niet in Suriname, niet in Nederland, niet in India.

Maar ook een man, leest Schoonebeek, die idiote opmerkingen over het mislukken van de multiculturele samenleving krachtig pareerde met de metafoor van de Waddenzee. Die is ook niet gelukt of mislukt, die is het gewoon. Nou is V. om redenen van bezadigd voortkabbelen eigenlijk helemaal niet zo multicultureel. Maar als Schoonebeek aan Tilburg denkt, kan hij slechts instemmend knikken.

Alle kranten hebben het ook over Badal, Ramdas’ roman uit 2011. Die gaat eigenlijk over de auteur, schrijven ze. Eén herdenker noemt het boek zelfs de ‘kroniek van een aangekondigde dood’. Vol vertrouwen in het assortimentsbeleid van de bijzondere boekhandel van V. gaat Schoonebeek op zoek. Er staat bij de R. nog één exemplaar, dat Schoonebeek vanaf dat moment het zijne zal noemen. Hij rekent af en wendt zijn schreden naar de boekhandelbrasserie, midden in de winkel. Daar bestelt hij een Duvel en begint te lezen.