________________________________
[23 februari 2012 - nr
277)
De
Waddenzee
Schoonebeek is
weer terug uit de onderduik. En het heeft hem voorwaar niet
meegezeten. Het immer zo lommerrijke en deftige dorp aan zee lag er
koud, leeg en ontbladerd bij. En ook het pittoreske nabijgelegen
middeleeuwse stadje V. werd geregeerd door een snijdende wind uit
het oosten. Maar in de fraaie kwaliteitsboekhandel nabij het oude
marktplein heersten als vanouds de weldadige geuren van goede koffie
en erudiet volk. Alsof iedereen in V. even belezen is. Schoonebeek
denkt er weleens over om van Tilburg naar V. te verhuizen – er staan
daar fraaie panden te koop – maar dat doet hij toch maar niet.
Vooral de wanhopige vraag waar hij dan op vakantie moet,
houdt hem tegen.
Maar goed, die
boekwinkel dus.
Op de dag van
aankomst meldde de enige Nederlandse kwaliteitskrant de dood van
Anil Ramdas. Nou heeft Schoonebeek die Ramdas wel eens ontmoet, bij
gelegenheid van de uitreiking van de Du Perronprijs (aan Ramdas,
niet aan Schoonebeek). En hij herinnert zich vooral een klein
mannetje tot aan het randje gevuld met een onrustig soort gedrevenheid. De kennismaking
was kort en te oppervlakkig om blijvend indruk te maken. Waarmee dat
dan dat was. Verder kent Schoonebeek de man slechts van een
doodenkele column. Ergens citeert Karel van het Reve een Duitser die
dit soort bekendheid met iemand omschreef als ‘zwar persönlich. aber
nicht dem Namen nach’.
De necrologen
van de verschillende dagbladen kenden hem wel ‘dem Namen nach’. En
die hebben het dan ook over een kosmopolitische intellectueel
(Schoonebeek stamt nog uit de tijd dat linkse intellectueel een
pleonasme was; daarom gebruikt hij dat niet) die uiteindelijk
nergens zijn draai kon vinden. Niet in Suriname, niet in Nederland,
niet in India.
Maar ook een
man, leest Schoonebeek, die idiote opmerkingen over het mislukken
van de multiculturele samenleving krachtig pareerde met de metafoor
van de Waddenzee. Die is ook niet gelukt of mislukt, die is
het gewoon. Nou is V. om redenen van bezadigd voortkabbelen
eigenlijk helemaal niet zo multicultureel. Maar als Schoonebeek aan
Tilburg denkt, kan hij slechts instemmend knikken.
Alle kranten
hebben het ook over Badal, Ramdas’ roman uit 2011. Die gaat
eigenlijk over de auteur, schrijven ze. Eén herdenker noemt het boek
zelfs de ‘kroniek van een aangekondigde dood’. Vol vertrouwen in het
assortimentsbeleid van de bijzondere boekhandel van V. gaat
Schoonebeek op zoek. Er staat bij de R. nog één exemplaar, dat
Schoonebeek vanaf dat moment het zijne zal noemen. Hij rekent af en
wendt zijn schreden naar de boekhandelbrasserie, midden in de
winkel. Daar bestelt hij een Duvel en begint te lezen.
|