________________________________
[11 april 2012 - nr
279)
Storende
radio
Schoonebeek
weet niet veel van muziek. Nou vooruit, hij herkent nog wel een stel
jaren-zestighits aan hun eerste akkoord, maar dan heb je het wel
gehad. Qua kennis. Maar ondanks die onwetendheid luistert hij er wel
graag naar. Naar muziek.
’s Morgens voor
twaalf uur kan hij niet zo goed tegen herrie en dan staat zijn radio
op 4. Rustige muziek. Om héél langzaam bij wakker te worden. Alleen
jammer dat tussen de muziek steeds een stem klinkt. Niet zomaar een
warme passende stem, maar het irritante geluid van Maartje van
Wegen. Zij slist voortdurend onzinnigheden in de microfoon, waarbij
het haar nauwelijks lukt haar hoogstpersoonlijke binnenpretjes te
onderdrukken als er weer eens een banaliteit te melden valt.
Bijvoorbeeld over een derde hoornist die gewoontegetrouw met de tram
naar het concertgebouw reist. ‘Het zijn toch ook net mensen ook,’
hoor je haar denken. En: ‘Lachen!’
Daarom viert
Schoonebeek altijd een piepklein feestje als Maartje van Wegen eens
een keer ziek of met vakantie is. Dan komt er vervanging.
Soms
blijkt het medicijn erger dan de kwaal. Vorige week trad Maartje
Stokkers aan. Ook een Maartje, dus Schoonebeek had gealarmeerd
kunnen zijn. Maar nee, hij leunde tevreden achterover, roerde in
zijn ochtendkoffie en las iets in het ochtendblad.
Hij luisterde
amper.
Maar toch.
Inenen hoorde
hij de Maartje van dienst vrolijk verkondigen: ‘Ja luisteraars, het scheelt maar
één lettertje met de naam van een voetballer. Maar het is een
violist. Want u luistert niet naar Studie Sport hoor. Dit is toch
heus Radio
4.’
Schoonebeek
verslikte zich. Wat dacht dat mens wel? Dat haar luisteraars debiel
waren? Dat zij radio maakte voor dementen? Schoonebeek liet driewerf
een krachtig, welgemeend en tegelijk droevig ‘G.V.D.’ door zijn
woonst schallen. Waarna hij met een ferm ‘Ziezoo’ de radio uitzette.
|