________________________________
[20 oktober 2016 - nr 294)
Deadline
Schoonebeek zit te tobben. Niet omdat hij over twee dagen een lezing
over de wondere wereld van de taal moet uitspreken. Taal is immers
best wel zijn ding. Ook niet omdat de zaal dan vol zal zitten met
geleerden die zijn woorden op een goudschaaltje zullen wegen. De
gemiddelde leeftijd zal die van zijn vroegere studenten tenminste
met een factor 2,7 overtreffen. Een uiterst bezadigd publiek
derhalve. Deels misschien ook al een weinig hardhorend, wat veel
tegenspraak in de kiem zal smoren. Nee, er zal werkelijk niets
tegenzitten.
Schoonebeek kijkt derhalve eerder naar de voordracht uit dan dat hij
er tegenop ziet.
Maar
waarom dan toch die tobberij? Dat komt door de deadline. Omdat
Schoonebeek al bijna twintig jaar het leven leeft zoals dat in zijn
filosofie geleefd dient te worden, is hij niet meer zo erg tegen
werkdruk bestand. Schoonebeek leest en doet wat hij wil, wanneer hij
het wil. En stopt vervolgens vaak halverwege omdat hij het opeens
niet meer wil. En nu hij zondagavond om acht uur moet optreden,
overvalt hem dat een weinig. Goed, hij is al zo’n zes weken geleden
gevraagd, maar toch. Nu de deadline nadert, waart het werkspook
steeds nadrukkelijker door zijn hoofd. En daarop weet zijn gevoelige
gestel geen ander verweer te bedenken dan: ik wil niet!!! Inclusief
drie uitroeptekens.
Naarmate
zich meer post-arbeidsrelationele jaren achter hem uitstrekten,
heeft Schoonebeek zich een immer krachtiger Bommelachtig
herenbestaan aangemeten, een bestaan dat hem wonderwel past. Maar
het gemis van een Tom Poes kan op onrustige momenten als het
onderhavige toch wel heel erg opspelen. Wie zorgt ervoor dat hij
zondagavond keurig op tijd en bovendien nog goed voorbereid ook, dat
podium in die zaal betreedt? Tom Poes, verzin een list!
|