900 dpi
’s Avonds om
half twaalf zat Schoonebeek nog met de vrienden die hem restten op
het terras van Anvers. De ene vriend had een telefoontoestel met
mogelijkheden die Schoonebeek met de beste wil van de wereld niet
had kunnen verzinnen.
“Kijk,” zei die
ene vriend tegen de andere. “Hier is ze in de tuin aan het werk.”
Waarop de andere vriend langdurig naar het telefoontoestel tuurde.
“Verdomd zeg,”
reageerde de ander. “En dan te bedenken dat ik haar nog heb
lesgegeven.”
Schoonebeek nam
de twee vrienden op, zoals men de wonderlijke verschijningsvormen
der natuur in ogenschouw neemt: met belangstelling, doch in het
beperkte besef van zijn eigen plaats daarin. En hij deed waarvoor
hij gekomen was. Hij dronk van zijn tripel. Een activiteit die de
twee vrienden al enige tijd onbehoorlijk verwaarloosden. Voor ieder
hunner stonden inmiddels drie volle glazen, want het leek
Schoonebeek niet gepast om telkenmale alleen voor zichzelf te
bestellen. Maar de heren zagen geen glazen. Zij zagen slechts het
fototoestel.
“Let op, let op.
Nu gaat ze op dat kratje zitten en drinkt ze van haar spa.” De ene.
“Ik zie haar
slipje. Prachtig gewoon!” De andere.
“Nee, nee, kijk
nou. Nou staat ze weer op en gaat ze die struik verknippen.”
“Over wie hebben
we het?” informeerde Schoonebeek zonder veel hoop op een bevredigend
antwoord.
“Wat doet ze
nou?” De andere.
“O, dat is onze
nieuwe compostbak. Daar doet ze het tuinafval in.” De ene.
“Wie doet daar
het tuinafval in?” schroefde Schoonebeek zijn volume een paar
tandjes op.
De ene vriend
keek hem verwonderd aan. “Nou, Nynke natuurlijk.”
Hoewel deze
vriend toch wel een jaar of tien jonger was dan Schoonebeek, was hij
minstens evenveel te oud voor Nynke. De nieuwe vriendin. Nou ja, te
oud, dat vond Schoonebeek. Daarbij overtuigend geïnspireerd door een
driftige portie afgunst.
De andere
vriend, meer van Schoonebeeks bouwjaar, voegde er een ademloos “Knap
hè?” aan toe.
Maar Schoonebeek
vatte het even niet zo erg. Wat was er zo knap? Dat Nynke zonder
tussenkomst van een hogere macht tuinafval in de compostbak kon
deponeren? Hoe oud was dat kind eigenlijk? Vier?
“Waar woon jij
in godsnaam mee samen?” informeerde Schoonebeek een tikje ongerust
bij de ene vriend. “Je weet toch dat de wet grenzen stelt, hè?”
Dat wist de
vriend. Nynke was achtentwintig, vertelde hij nog maar eens. Met
nauw verhulde trots. Die trots, die kon Schoonebeek wel meevoelen.
Zelf zou hij al dik tevreden zijn met een vriendin van achter in de
veertig. Maar zelfs uit die markt had hij zich inmiddels geprijsd.
“Maar wat is er
dan zo knap?” wilde hij dan toch eindelijk wel eens weten. “Dat ze
in de tuin werkt? Dat ze spa uit een echt glas drinkt? Dat ze een
slipje draagt?” Hij ledigde zijn glas en keek de ene vriend
verwachtingsvol aan.
Maar het
antwoord kwam van de ander. “Dat je dat met zo’n klein toestelletje
allemaal kunt filmen!”
“Nee,” deed
Schoonebeek geschokt. “Dus je hebt haar gefilmd. Omdat…”
“Omdat ik dat
toestel heb,” gaf de ene vriend zonder blikken of blozen toe.
“En nu zitten
jullie naar haar te kijken…”
“Omdat het zo’n
duidelijk beeld is,” vulde de ander aan. “900 dpi.”
Schoonebeek
klakte met zijn tong. 900 dpi klonk indrukwekkend, maar hij had
zelfs niet bij benadering een idee waar het over ging. 900 dpi. Het
zou wel.
“Dus jullie
kijken helemaal niet naar Nynke,” begreep hij.
De andere vriend
schudde gelaten het hoofd. “Niet eens naar het slipje,” gaf hij
grootmoedig toe.
Schoonebeek wees
op de rij glazen. “Zouden intussen jullie niet eens…” suggereerde
hij. Waarop beide heren braaf een consumptie ter hand namen.
“Zo,” zei
Schoonebeek, toen hij het toestelletje van de tafel griste. “En laat
mij dat slipje nou dan maar eens zien.” |