INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

 

900 dpi

’s Avonds om half twaalf zat Schoonebeek nog met de vrienden die hem restten op het terras van Anvers. De ene vriend had een telefoontoestel met mogelijkheden die Schoonebeek met de beste wil van de wereld niet had kunnen verzinnen.

“Kijk,” zei die ene vriend tegen de andere. “Hier is ze in de tuin aan het werk.” Waarop de andere vriend langdurig naar het telefoontoestel tuurde.

“Verdomd zeg,” reageerde de ander. “En dan te bedenken dat ik haar nog heb lesgegeven.”

Schoonebeek nam de twee vrienden op, zoals men de wonderlijke verschijningsvormen der natuur in ogenschouw neemt: met belangstelling, doch in het beperkte besef van zijn eigen plaats daarin. En hij deed waarvoor hij gekomen was. Hij dronk van zijn tripel. Een activiteit die de twee vrienden al enige tijd onbehoorlijk verwaarloosden. Voor ieder hunner stonden inmiddels drie volle glazen, want het leek Schoonebeek niet gepast om telkenmale alleen voor zichzelf te bestellen. Maar de heren zagen geen glazen. Zij zagen slechts het fototoestel.

“Let op, let op. Nu gaat ze op dat kratje zitten en drinkt ze van haar spa.” De ene.

“Ik zie haar slipje. Prachtig gewoon!” De andere.

“Nee, nee, kijk nou. Nou staat ze weer op en gaat ze die struik verknippen.”

“Over wie hebben we het?” informeerde Schoonebeek zonder veel hoop op een bevredigend antwoord.

“Wat doet ze nou?” De andere.

“O, dat is onze nieuwe compostbak. Daar doet ze het tuinafval in.” De ene.

“Wie doet daar het tuinafval in?” schroefde Schoonebeek zijn volume een paar tandjes op.

De ene vriend keek hem verwonderd aan. “Nou, Nynke natuurlijk.”

Hoewel deze vriend toch wel een jaar of tien jonger was dan Schoonebeek, was hij minstens evenveel te oud voor Nynke. De nieuwe vriendin. Nou ja, te oud, dat vond Schoonebeek. Daarbij overtuigend geïnspireerd door een driftige portie afgunst.

De andere vriend, meer van Schoonebeeks bouwjaar, voegde er een ademloos “Knap hè?” aan toe.

Maar Schoonebeek vatte het even niet zo erg. Wat was er zo knap? Dat Nynke zonder tussenkomst van een hogere macht tuinafval in de compostbak kon deponeren? Hoe oud was dat kind eigenlijk? Vier?

“Waar woon jij in godsnaam mee samen?” informeerde Schoonebeek een tikje ongerust bij de ene vriend. “Je weet toch dat de wet grenzen stelt, hè?”

Dat wist de vriend. Nynke was achtentwintig, vertelde hij nog maar eens. Met nauw verhulde trots. Die trots, die kon Schoonebeek wel meevoelen. Zelf zou hij al dik tevreden zijn met een vriendin van achter in de veertig. Maar zelfs uit die markt had hij zich inmiddels geprijsd.

“Maar wat is er dan zo knap?” wilde hij dan toch eindelijk wel eens weten. “Dat ze in de tuin werkt? Dat ze spa uit een echt glas drinkt? Dat ze een slipje draagt?” Hij ledigde zijn glas en keek de ene vriend verwachtingsvol aan.

Maar het antwoord kwam van de ander. “Dat je dat met zo’n klein toestelletje allemaal kunt filmen!”

“Nee,” deed Schoonebeek geschokt. “Dus je hebt haar gefilmd. Omdat…”

“Omdat ik dat toestel heb,” gaf de ene vriend zonder blikken of blozen toe.

“En nu zitten jullie naar haar te kijken…”

“Omdat het zo’n duidelijk beeld is,” vulde de ander aan. “900 dpi.”

Schoonebeek klakte met zijn tong. 900 dpi klonk indrukwekkend, maar hij had zelfs niet bij benadering een idee waar het over ging. 900 dpi. Het zou wel.

“Dus jullie kijken helemaal niet naar Nynke,” begreep hij.

De andere vriend schudde gelaten het hoofd. “Niet eens naar het slipje,” gaf hij grootmoedig toe.

Schoonebeek wees op de rij glazen. “Zouden intussen jullie niet eens…” suggereerde hij. Waarop beide heren braaf een consumptie ter hand namen.

“Zo,” zei Schoonebeek, toen hij het toestelletje van de tafel griste. “En laat mij dat slipje nou dan maar eens zien.”