INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Margareth

Het was er eindelijk warm genoeg voor, meenden de heren. Voor een avondje op het terras van café Anvers. Dankzij de comfortabele terrasverwarming hielden zij het ook daadwerkelijk tot kwart over tien vol. Daarna verkasten zij naar binnen.

De conversatie voerde ook deze avond weer langs paden die geen van heren de volgende dag nog zou weten te traceren. Schoonebeek zelf kon zich nog vaag herinneren dat de dubbele nationaliteit gepasseerd was.  En dat hijzelf daarover iets zeer behartenswaardigs had gezegd. Het zal wel geweest zijn dat een nationaliteit een statussymbool was. En dat je je status moest kunnen opvijzelen door zo veel mogelijk nationaliteiten te verwerven. In ieder geval zou iedereen er verplicht minstens twee moeten hebben.

Zoiets.

Op een ander moment had een van die heren op dat snel afkoelende terras Louis van Gaal de schuld gegeven van het enorme postume succes van Pim Fortuyn in 2002. Als Nederland niet was uitgeschakeld voor de WK had het zo'n vaart niet gelopen, aldus deze geleerde. Het volk was inderdaad ontstemd, maar om heel andere redenen dan Fortuyn in al zijn wijsheid kon vermoeden. Niks puinhopen van paars. We mochten niet meevoetballen op het hoogste niveau!

Maar dat deel van de conversatie was Schoonebeek goeddeels ontgaan, om hij binnen inenen iets erg geestdriftig zag bewegen. Toen hij zijn blik stevig door de spiegelende ruit heen joeg, zag hij dat het een vrouw was. Een mooie jonge vrouw. En die vrouw, die zwaaide.

Schoonebeek keek achter zich. Aan nog twee andere tafeltjes zaten mensen. Maar die hadden niet de minste aandacht voor deze zo opgewekt wuivende beeldschone vrouw. En ook zijn tafelgenoten leek het hele tafereel te ontgaan.

Schoonebeek aarzelde. Wat stond hem nu te doen? Terugzwaaien? Maar hij kende deze vrouw helemaal niet! Of liever: hij herkende haar niet, gecamoufleerd als zij werd door het vervormende spiegelglas. Bovendien was de kans redelijk groot dat hij zich vergiste. Mooie vrouwen zwaaiden nooit naar hem. Ja, in zijn fantasietjes als hij zich 's avonds laat in het gezelschap van een glas Duvel in slaap probeerde te mijmeren. Dan bleven ze soms zwaaien. Maar in het echt, nee.

Pas toen de vrouw het op leek te geven, en zich weer van hem afwendde, zag hij gedurende één kort moment waarop het licht goed viel, wie zij was: niemand minder dan de schone Margareth. Ooit student, later collega en al die tijd een regelmatige figurante in zijn avondlijke overwegingen.

De laatste jaren had hij haar wat uit het oog verloren.

Hij moest haar spreken! Maar toen de heren zich een uurtje later naar binnen begaven, bevond zij zich niet meer onder het schaarse maandagavondpubliek. Blijkbaar was ze vertrokken, zonder dat Schoonebeek het had opgemerkt.

's Avonds thuis kon hij de slaap niet vatten. De herenavond was ruim overgoten geweest met bier en bitterballen, dus daar kon het niet aan liggen. En toen hij zijn derde eenzame Duvel opentrok, bedacht hij dat zij het weer voor elkaar had.

Zoals vroeger wel vaker kampte hij met een enorm schuldgevoel. Wroeging. Wat zou zij nu van hem denken? Had ze zo haar best gedaan om het contact te hernieuwen, zat hij heel arrogant een beetje langs haar heen te kijken! Wat had hij in godsnaam gedaan? Had hij opnieuw een hypotheek genomen op de eeuwigdurende eenzaamheid? Hij vreesde het ergste.