Beurs
Dat gedoe met
die beurs, dat doet Schoonebeek over het algemeen niet zo veel. Hij
behoort nog tot die ouderwetse lieden die vinden dat je over geld
niet praat. Het moet er gewoon zijn, zonder dat een mens zich bij
voortduring moet afvragen waar dat eigenlijk allemaal vandaan komt.
Geld is een vanzelfsprekendheid. En dankzij de nalatenschap van die
volstrekt onbekende heeroom, nu alweer achttien jaar geleden, kan
hij zo’n beschaafd leven ook leiden.
Toentertijd, in
1990, was het onverwachte erfgoed reden om een redelijk goede
betrekking bij de Katholieke Leergangen, die je toen nog had, op te
geven en stil te gaan leven. Nou had hij zich op dat stille wel een
tikje verkeken. Zijn eermalige echtgenote had al na drie maanden
geheel correct ingeschat dat met Schoonebeeks thuiskomst het in
ieder geval met háár rust voorgoed gedaan was. Waarop zij uit zijn
leven vertrok zonder zelfs maar een briefje achter te laten. Maar
wel met twee koffers vol.
Schoonebeek
onderging het verlies zoals inboorlingen op een zonsverduistering
reageren: met angstige berusting. En sedertdien zijn absolute
vrijheid en onafhankelijkheid zijn deel. Maar nu Wouter Bos de
beheerder van zijn spaarcentjes is geworden, bekruipt hem bij wijle
toch een wat ongemakkelijk gevoel. En terwijl hij zich terdege
realiseert dat des heerooms erfgoed strikt genomen niet zijn
spaarcentjes zijn, zou hij toch wel graag de zekerheid vernemen dat
hij zijn huidige wijze van bestaan tot in lengte van jaren kan
voortzetten. En dat weet je met Wouter maar nooit.
Een goede vriend
wist gisteravond raad. Voorzover Schoonebeek het op dat late uur in
dat meer dan lege café en na al die Duvels goed heeft begrepen,
dient hij zijn kapitaal te gaan scheiden. Als ware het afval.
Scheiden in keurige porties van 100.000 euro. Want tot dat bedrag
staat de voorman der landelijke socialisten garant.
En daarom is
Schoonebeek maar is aan het bellen gegaan. Of de Rabobank misschien
geďnteresseerd is een ton van Schoonebeek. En de ING. Mees en Hope.
Van Lansschot. En nog zowat van die namen waarin eenieder vroeger
vertrouwen stelde.
Ze zeiden
allemaal ja. Wat Schoonebeek eerlijk gezegd wel een beetje treurig
stemde. Was het zo eenvoudig? Het was binnen anderhalf uur geregeld.
Voor het eerst in zijn leven heeft Schoonebeek over geld gepraat.
Over de telefoon. Met volstrekte vreemden. Anderhalf uur lang. Dat
een mens zo diep kan zinken.
Hij schaamt
zich.
En besluit de
rest van de dag alleen nog Duvels te drinken. |