INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

 

Bitterbal

Met ‘Ik heb hier zo’n draadje tussen mijn tanden,’ kwam de vrouw er eens gezellig bij zitten. Ze was mooi en jong en blond, althans mooier en jonger en blonder dan de meeste vrouwen in Schoonebeeks stamcafé. En ze sprak Tilburgs zonder enig spoor van vertoon.

Schoonebeek antwoordde met een zacht gemompel dat hij zelf niet eens verstond en tastte naar zijn bier.

‘Kijk hier,’ toonde de vrouw hem royaal haar gave gebit. ‘Ik denk dat het vlees is van zo’n bitterbal.’

‘Vervelend voor je,’ huichelde Schoonebeek er maar eens lekker op los.

‘Zou jij niet even…’

‘Ik dacht het niet,’ onderbrak Schoonebeek haar geschokt. En inenen erg eerlijk voor zijn doen. ‘Maar ik wil nog wel iets te drinken voor je bestellen.’

Hetgeen als adequaat alternatief ten vollen werd geaccepteerd.

‘Ik mag eigenlijk helemaal geen bitterballen,’ verklapte de vrouw, toen de kastelein het bestelde had neergezet.

‘Dan moet je ze ook niet eten,’ probeerde Schoonebeek het onderwerp te liquideren voordat het gevaarlijk werd. Maar zonder succes.

‘Als ik bitterballen eet, krijg ik altijd zo’n ontzettende last van maagzuur, ’s avonds, in bed. Maar ja, wat moet ik dan? Want ik heb het ook bij kroketten, frikandellen en chocola. En ik wil toch ook wel eens iets lekkers zeker. Ik bedoel, ik ben negenentwintig. Als je nou oud bent, en…’

Schoonebeek begon al ras zijn aandacht te verliezen, ten gunste van een haast verdrongen jeugdherinnering.

Als achtjarig Schoonebeekje bevindt hij zich met zijn ouders op een receptie ter gelegenheid van het een of ander. Er zal wel een neef getrouwd zijn. Want in zijn herinneringen trouwen er doorgaans nogal wat neven. Maar goed. In die zaal met dat lawaaiige bandje heeft zijn vader zich al snel met een paar alte Kameraden strategisch opgesteld in de loop van de obers. En samen met zijn moeder zit het achtjarige Schoonebeekje aan een tafeltje met een Perzisch tapijtje en een drietal tantes die brandewijn drinken. Dat is allemaal heel gezellig en erg genoeglijk.

Totdat de bitterballen komen.

Een meisje met een wit schortje presenteert ze. De drie tantes tasten toe. Moeder tast toe. En ook Schoonebeekje mag er één.

En hoewel de bal tong en verhemelte schroeit, zet het ventje door. Onderwijl benauwd de tantes observerend die van hun bitterballen niet de minste last schijnen te hebben.

Zo niet Schoonebeekjes moeder.

Die brandt zichtbaar haar mond en haalt prompt het dampende, inmiddels zeer open liggende vlees-noch-visproduct zonder de minste gêne weer tevoorschijn. En deponeert het op het bierviltje naast de brandewijn.

De tantes bezien een ogenblik dit stilleven en kijken elkaar aan. Vanuit de ooghoeken en ontzettend veelbetekenend. En dan vervolgen zij het gesprek, zonder Schoonebeekjes moeder er nog noemenswaard bij te betrekken.

En nu, in zijn stamcafé, kleurde hij wederom een beetje rood van wel zeer achteraffe, vervangende schaamte.

De vrouw met het draadje merkte het niet en beschreef nog eens nauwkeurig de verschijnselen die een aanval van maagzuur aankondigen. Daarna ledigde zij haar glas. En zocht een ander tafeltje om van haar draadje af te komen. En anders wel van haar verhaal.