INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

 


Jan de Jong:

Tussen moord en daad

 

Aflevering 6: Hoofdstuk 3 [1]

 

You can check out any time you like,

but you can never leave.

                               [The Eagles: Hotel California]

 

Hoe lang kan een auto zonder benzine, een mens zonder voedsel? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat de pijn onverdraaglijk is. Ze zeggen dat bij een hongerstaking de eerste twee dagen het zwaarst zijn. En dat je daarna je lichaam in een gelukzalige roes voelt wegglijden. Maar zit ik hier dan nog geen twee dagen? Het lijkt in ieder geval veel meer. En hongerstakers krijgen natuurlijk wel te drinken. Zodat hen de hoofdpijn bespaard wordt.

Als ik niet oppas, word ik gek. Misschien vinden ze mij hier op het laatste moment. Als ik al bewusteloos ben. En als ze me dan weer op de been hebben, blijk ik helemaal gestoord te zijn. Verknipt. Als Jip, die Jannekes haar doet. Als…

Ik moet gezond blijven denken. Ik moet blijven denken, totdat papa me hieruit komt halen. Zodat hij trots op me is. Altijd je gezond verstand gebruiken. Ik voel me niet ziek. Ik heb geen hoofdpijn. Ik zit hier om grote zaken te doen. Gezond-verstandzaken.

Hoe is het gebeurd? Wat is er gebeurd? Ik moet verder terug. Dinsdagavond in de kroeg. Toen Artur zonder h naar me toekwam. Waarom kwam hij naar mij? Waarom noemde hij mij het mooiste meisje van Tilburg? Jolien was erbij en die is veel knapper dan ik. En Mandy ook. Niemand kende Artur. En toch kwam hij meteen op me af. Op zijn prooi. Gewoon in een drukke kroeg. Vol studenten. Leuke mensen, waar ik bij wil horen.

Ik was gevleid. Ik was niet goed wijs. Niet genoeg gezond verstand.

Te lang gebleven. Te veel gedronken. 's Nachts naar huis, toen iedereen al sliep. En toch de volgende morgen om half tien bij het station.

Hoe debiel kun je zijn? En waarom? Al die vragen. Ze doen me pijn.

Ik ga nog dood van de pijn. Ik wil weg. Ik kan weg. Maar ze zullen me nooit laten gaan.

 

Wat is dat? Waarom schrik ik? Heb ik geslapen? Waar ben ik wakker van geworden? Nee, er is geen slaap meer en geen wakker. Er is alleen pijn en geen pijn. Pijn is hier. En geen pijn is dood. Hoe lang duurt het voor je dood gaat? En hoe erg wordt de pijn dan eerst nog?

 

 

³³³

 

 

‘Iets klopt er niet, Vos,’ zei Boendale, terwijl hij zijn in glimmend gepoetste schoenen gestoken voeten op het bureau legde. Vijf seconden. Misschien minder. Een achteloze houding paste niet bij hem. En hij wist het, voelde het.

‘Maar wat?’ vervolgde hij zijn overpeinzingen toen zijn beide voeten zich weer keurig onder zijn bureau bevonden. Vos keek hem niet begrijpend aan. Had de drank tenslotte toch zijn scherpzinnigheid aangetast? Zodat hij dingen zag die er niet waren? Of zag hij dingen die zij niet zag? Waarschijnlijk zag hij dingen niet waarvan hij wist dat ze er waren.

‘Waarom doen mensen die moeite?’ peinsde Boendale voort. ‘Om een wapen aan te schaffen en een auto en er dan helemaal mee de wildernis in te rijden. Om een overval te plegen op een kroeg waar waarschijnlijk niks te halen is. ’s Morgens vroeg nota bene. Om vervolgens de kastelein neer te schieten en zonder geld weer te vertrekken.’

‘Misschien zijn ze in paniek geraakt,’ opperde Vos, terwijl zij twee bekers koffie inschonk. En zelf veel melk nam, omdat koffie van Boendales sterkte voor een gewone sterveling anders niet te drinken was. Op de vraag hoe hij zijn koffie wilde, antwoordde de inspecteur consequent: zwart als de nacht, sterk als de hel.

‘Het heeft wel iets weg van een afrekening,’ dacht Boendale. ‘En die mevrouw Hamers heeft zo’n weinig gedetailleerd verslag geleverd, omdat ze bang is. En niet omdat ze in de war is.’ Hij keek op. ‘Bel die huisarts van haar eens.’

‘Een beetje fatsoenlijke huisarts zegt niks,’ protesteerde Vos. ‘Beroepsethiek en zo.’

‘Het ligt er maar net aan wat je vraagt,’ zei Boendale. ‘Maak maar eens een afspraak voor me.’

‘En dan?’

‘Dan zien we wel verder. Zoals gewoonlijk.’

 

 

³³³

 

 

De Bredaseweg leidt vanuit het centrum van Tilburg als een streep in westelijke richting de stad uit. En hoe verder je van de binnenstad af bent, hoe groter de huizen worden. Eerst kom je langs wat klein spul: huisjes, winkels en coffeeshops. Na een kilometer zie je de ruime vrijstaande huizen met mooie grote tuinen. En na nog een kilometer, voorbij de universiteit, volgen de grote landgoederen. Of in de horecamatige terminologie van Jorna: van De Fijnproever tot aan De Korenbloem woont het klein, van De Korenbloem tot Het Dorstige Hert kom je langs het groot. En daar weer voorbij werd het te groot. Daar kwam hij niet. Vooral ook omdat er geen cafés meer waren. Omdat Mohrmann aan het tweede deel van de weg woonde, leek het Jorna aardig om eens bij De Korenbloem binnen te stappen.

De laatste lunchers, mensen van kantoren in de buurt, waren net zo’n beetje aan afrekenen toe, zodat Jorna zonder al te veel moeite een plaatsje in de buurt van de bar kon bemachtigen. Het was kwart voor twee. Te vroeg voor een borrel, althans volgens het principe van Jorna. Geen drank voor drieën. Daarom bestelde hij een glas bier en wachtte tot de werkzaamheden van de kastelein in een wat rustiger vaarwater waren gekomen.

‘Het is wat,’ zei hij toen. De kastelein, die in opperste concentratie wat flessen stond te herschikken in de kast, keek op.

‘Zeker,’ antwoordde hij voor de zekerheid. Lieve heer, bad Jorna, laat hem geen loze prater zijn.

‘Ik bedoel van dat meisje Mohrmann,’ gooide hij daarom meteen zijn kaarten maar op tafel. En met succes. Hij meende zelfs een zweem van enthousiasme bij de barman te ontwaren.

‘Ja nou,’ antwoordde die. ‘Tiest Mohrmann is hier eergisteravond nog langs geweest. En vanmorgen ook nog. Hij zit er behoorlijk over in, over die meid. Gewoon niet thuisgekomen, hè.’

Verdomd, hij heet Tiest, dacht Jorna vergenoegd.

‘En eergisteravond stond ie al hier?’ liet hij verbaasd klinken. ‘Die Sylvie is toch geen klein kind meer? Een jaar of zeventien toch?’

‘Ja, zoiets. Maar hij zei dat Maaike, da’s zijn vrouw, woensdag jarig was. En dat Sylvie er voor het avondeten al had moeten zijn. Vanaf half zeven is ie aan het bellen geweest, maar ze nam niet op. En toen is ie om een uur of tien hier even komen informeren. Hij heeft nog een tijd met een paar vaste klanten zitten praten.’

‘Vrienden van hem?’

‘Ach, vrienden. Gewoon, jongens die hij hier wel eens spreekt. Maar ik geloof niet dat iemand haar gezien had. Na een kwartiertje is hij weer vertrokken. Hij zag er niet goed uit, vond ik. Beetje gestresst.’ Hij wachtte even en schoof een stapeltje glazen op hun plaats. ‘Maar ja, het is natuurlijk wel je kind, hè.’

‘Kom hij hier vaak?’ Jorna zat maar wat in het wilde weg te vragen. Wat deed hij hier eigenlijk? Hij had Mohrmann toch al dringend maar beleefd naar de politie verwezen?

‘Tiest? Elke vrijdagavond. En soms even tussendoor met een klant. Of gewoon voor een kop koffie. Maar vrijdags weet hij hem goed te raken, hoor.’

‘Juist,’ zei Jorna en hij had geen idee waarom.

 

 

³³³

 

 

Nauwelijks een paar honderd meter van De Korenbloem kwam op het politiebureau een telefoontje binnen voor Boendale. Maar die was er niet. Joyce Denissen, die telefoondienst had, probeerde uit het verhaal van de beller wijs te worden. Zonder veel succes, overigens. Alles wat er na tien minuten heen en weer praten op haar papiertje stond, was: over moord Loon op Zand. Daders kwamen niet voor geld. WAT DAN??? Niet duidelijk. Warrig verhaal.

Ze las het briefje nog eens door en schudde haar hoofd. Daar zou Boendale niet blij mee zijn. Ze zocht op haar computer het nummer van het toestel waarmee gebeld was en checkte de afzender. Het was een gsm die niet geregistreerd stond. Dat schoot weer eens lekker op. Ze schreef voor de zekerheid toch het 06-nummer maar op het briefje.

Op dat moment zag ze Vos langskomen.

‘Annemarie!’

Vos keek een ogenblik naar het stukje papier dat Joyce haar had gegeven en stopte het in haar broekzak. Daarna haastte ze zich het bureau uit.

Joyce keek haar verontwaardigd na. Mevrouw had haast. Ze had niet eens dankjewel gezegd.

<< vorige aflevering                                                                           volgende aflevering >>