INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Dagboek

Het is Schoonebeek nog steeds niet helemaal duidelijk. Past het een heer van stand (zoals hij zichzelf zo graag ziet) wel om een dagboek bij te houden? Latente homoseksuelen, ongelukkige huisvrouwen en puberende meisjes, ja, die moeten dat natuurlijk allemaal. Die hebben geen keus. Ook voor politici en andere wereldverbeteraars kan het een aardig geheugensteuntje zijn, als zij later hun memoires gaan verzilveren.

Vóór hem op tafel ligt een leeg schriftje met een robuust glas oude Bokma ernaast. Ach, was hij maar een dichter, dan viel er nog wel een verbale mouw aan zijn zielenroerselen te passen. Een handvol fraaie regels en dan stond het er. Welluidender dan in negen of tien hele dagboeken. Bovendien zouden (prettige bijkomstigheid) andere gevoelige zielen hem als één der hunnen herkennen. Een dichter. Kloos, Kouwenaar, Komrij, dat zouden de namen zijn die bij zijn lezers (en lezeressen!) opkwamen. Dichters van statuur.

Maar ja, als Schoonebeek vreselijk veel van iemand houdt, dan vindt hij de formule “Ik houd vreselijk veel van haar” de zaak wel zo ongeveer dekken. En daar maak je natuurlijk geen gedichten mee.

O ja, die andere optie. Hij kan het haar natuurlijk ook gewoon zeggen. Maar daar is hij eigenlijk niet zo goed in. Daarom is hij sinds hij alleen is, ook echt alleen. Sommige dingen zegt men niet. Gevoelens en zo. Beetje eng.

Eén keer heeft hij het geprobeerd. De vrouw in kwestie zag er de humor wel van in. En barstte in lachen uit. Waarop Schoonebeek er vliegensvlug een paar relativerende opmerkingen tegenaan gooide, om duidelijk te maken dat het allemaal om een best wel goeie mop ging. (Later vernam hij van gemeenschappelijke kennissen dat zij indertijd een welgemeend oogje op hem had. Maar ja, die Schoonebeek had haar op humorvolle wijze duidelijk gemaakt, dat zelfs het begin van een relatie weinig kans maakte. En nu zat ze in een of ander ver buitenland. En deelde haar leven met een ontwerper van stalen koppelingen.)

Behalve de oude Bokma heeft Schoonebeek nog een paar goede vrienden. Maar dat zijn mannen. En met mannen praat je niet over zulke dingen. Zou hij trouwens ook niet willen. Met mannen praat je wel over vrouwen, maar niet over een vrouw. Resteren de poes en de borrel.

En het dagboek. Daar kun je wel gewoon iets banaals als “Ik vind haar lief” in kwijt. Dat leest verder niemand en dan staat het er lekker toch. Maar ja, Schoonebeek is geen Goncourt. Zelfs geen Hans Warren. Hij schenkt zich nog eens in, drinkt het glas in één keer leeg, zucht en schenkt weer in. Dan pakt hij de pen. En denkt na.

Als hij even later begint te schrijven komen de woorden vanzelf. De pen glijdt moeiteloos over het papier. Minutenlang. En dan staat het er toch maar mooi. Een halfje bruin, boter, pindakaas, flesjes Duvel. Stukje worst voor bij de Duvel.