CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

 

De nieuwe vriendin

Het was niet Schoonebeeks meest intieme vriend, maar niettemin een redelijk goede kennis die daar zo somber in zijn glas cognac zat te turen.

“Nee maar, da’s lang geleden,” deed Schoonebeek braaf zijn sociale plicht.

De redelijk goede kennis haalde zijn schouders op. En nam een piepklein slokje. Tijd om aan te schuiven, besloot Schoonebeek.

“Vertel.”

“Ik heb een nieuwe vriendin,” sprak de redelijk goede kennis op een toon die weinig ruimte tot felicitaties liet.

“Nou, gefeliciteerd,” repliceerde Schoonebeek niettemin. Waarmee de conversatie meteen al tot stilstand kwam. In de zwijgzame seconden die volgden, begon voor Schoonebeek langzaam het probleem te dagen. De redelijke goede kennis verkeerde in de burgerlijke staat van eveneens redelijk goed huisvader. Als er tenminste geen recente mutaties waren voorgevallen.

“Ik snap het,” hervatte Schoonebeek het gesprek empathisch.

“Ze is zo lief,” zuchtte de redelijk goede kennis.

“Je vriendin,” begreep Schoonebeek.

Maar de redelijk goede kennis reageerde met een gelaten: “Ja. Die ook ja.”
Waarna de hele situatie Schoonebeek plotsklaps pijnlijk duidelijk werd.

“Vertel eens iets over je vriendin,” deed hij een poging om het gesprek een zonniger wending te geven. Waarop het humeur van de redelijk goede kennis inderdaad een moment leek op te klaren.

“Ze is jong,” begon hij. “Te jong.”

“Ja,” beaamde Schoonebeek. “Dat zijn ze altijd. Wij worden niet verliefd op onze ouders, maar wel op onze kinderen. Noem het het noodlot. En laat me raden, ze is vast ook vertederend mooi?”

De redelijk goede kennis knikte. “De mooiste.”

“Intelligent ook?”

“Ja, en heel belezen. Een volwassen smaak. Intelligent gevoel voor humor ook, trouwens.”

“Vanzelfsprekend,” beaamde Schoonebeek. En bestelde nog wat te drinken. “En maatschappelijk betrokken zeker?”

Ook dat was ze. Milieu- en politiek zeer bewust.

“En minpuntjes?”

Tja, hier moest de redelijk goede kennis toch echt in gebreke blijven. Minpuntjes? Nee, die had ze eigenlijk niet.

“O, dus je kent haar eigenlijk nog maar vrij oppervlakkig?” vonniste Schoonebeek tamelijk onzachtzinnig. “In ieder geval niet zo goed als je vrouw. Toch?”

Waarop de redelijk goede kennis zich weer ernstig op zijn glas concentreerde. En even tersluiks in zijn ogen wreef. En na drie lange minuten weer opkeek. “Maar het zou zo mooi zijn,” dagdroomde hij even hardop.

Schoonebeek knikte en legde een hand op ’s mans schouder. “Ja,” sprak hij troostrijk, “mooi is het natuurlijk wel. Blief je nog een glaasje cognac?”