Dinsdag
In Schoonebeeks
stamcafé staat de televisie aan. Niet omdat er voetballen is of zo.
Zo’n café is het niet. Nee, het is ter ere van een bejaarde dame die
in een tamelijk krakkemikkig rijtuig vol goudverf door de residentie
trekt. En ook een beetje ter ere van het gewone volk dat haar met
vlaggetjes toewuift en “Oranje boven!” juicht. Het zou zomaar 1952
kunnen zijn.
Schoonebeek
staart wat sombertjes in zijn glaasje oude jenever. Drankje dat hij
wel bij de jaren vijftig vindt passen.
Vanmorgen stond
er een tekening in de krant van de majesteit die op haar troon uit
de NRC zit voor te lezen. Schoonebeek is benieuwd of mevrouw in het
echt zo meteen ook de lef heeft. Gewoon op die afzichtelijke houten
stoel (omvang en model guillotine) plaatsnemen en dan
doodgemoedereerd de krant open vouwen en beginnen: “Leden van de
Staten Generaal. Zoals u afgelopen zaterdag in de krant hebt kunnen
lezen, is de regering van plan om…”
Het mag niet zo
zijn. Natuurlijk niet. En Schoonebeek verbeidt het avonduur met een derde
en een vierde glas. De jenever komt hier ook al in van die fraaie jarenvijftigkelkjes. Zo uit een tekening van Peter van Straaten
vandaan. Een mens zou er koningsgezind van worden.
Schoonebeek
luistert niet naar wat de vorstin zoal te berde brengt. Hij weet het allemaal al. En het grappige is, dat hij
ook de commentaren uit de kranten van vanavond en morgenvroeg al
kent.
Er is wederom
een boeiend parlementair jaar geboren. Leve de koningin!
Hoera!
Hoera!
Hoera! |