CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

 

Domheid

Schoonebeek kan een hoop hebben van de mensen. Zo heeft hij een zeer ruimhartige visie op zulke uiteenopende menselijke verschijningvormen als dwerggroei, dronkenschap, depressies, neuspeuteren, potloodventen, heroïneverslaving, rode vlekken in de nek, klompvoeten, besluiteloosheid en al die andere dagelijkse ongemakken waar de mensen niet echt iets aan kunnen doen.

Maar hij maakt graag een uitzondering voor domheid. Van domheid kan hij echt buiten zinnen raken.

Let wel, Schoonebeek heeft absoluut niets tegen mensen met een enigszins beperkt IQ. Die zijn niet dom. Die doen doorgaans wat in hun vermogen ligt. Nee, Schoonebeeks ergernis richt zich op lieden eigenlijk beter zouden moeten weten.

Zoals van de week.

Schoonebeek bevond zich met zijn zoon bij Burgemeester Jansen, een bijzonder aardig café aan de Piushaven, dat hij tot zijn onbeschrijflijke verwondering pas onlangs had ontdekt. Op aanwijzen van goede vrienden natuurlijk. Dat ook nog.

Dus toen zijn zoon hem mailde dat hij die donderdag zijn studie in Leiden gaarne eens een dagje onderbrak om zijn vader in Tilburg te bezoeken, had Schoonebeek meteen Burgemeester Jansen voorgesteld. Alwaar beide heren nu aan een voortreffelijk gekoelde Duvel zaten, het vanwege de waarde verstrekte bakje met nootjes gemoedelijk tussen hen in.

Waarover zij spraken? Ach, waarover spreken vaders en zonen die zich eendrachtig boven de wereldbevolking verheven weten? Over politiek, wetenschap, literatuur, film, jazz en vrouwen.

En natuurlijk over de ontraadseling van het wereldvraagstuk.

Maar toen gebeurde het dat ergens halverwege het tweede glas de conversatie een ogenblik stokte. Het was niet meer dan een paar seconden en een buitenstaander zou het niet eens zijn opgevallen. Maar voor Schoonebeek was het juist genoeg om zijn oog op de voorpagina van het krantje Metro te laten vallen, dat een onverlaat daar op hun tafeltje had achtergelaten.

Een grote foto toonde een stuk of zes niet onknappe jonge vrouwen in bijzonder onflatteuze poses.

‘Wat is dit?’ vroeg Schoonebeek zich hardop af.

‘Een krant?’ probeerde junior de verbazing van zijn oude heer te duiden.

Doch Schoonebeek slaakte een diepe zucht. En vatte het artikel in twee zinnen samen – wat in het geval van de Metro nauwelijks een prestatie mag heten. Een of andere oplichter had een therapie ontwikkeld tegen de postnatale depressie. Daartoe liet hij de getroffen dames in een park tussen kinderwagens dansen.

‘Hoeveel domheid kan een land hebben?’ vroeg Schoonebeek zich luidkeels af. Aan de belendende tafeltjes werd even opgekeken. ‘Het staat hier. Op de voorpagina.’

‘Ja. Maar dan wel op de voorpagina van de Metro,’ wees zijn zoon op het betrekkelijke der dingen.

Maar daar ging het Schoonebeek niet om. Die hele Metro kon hem gestolen worden. ‘Nee, ik bedoel dat volwassen en toch minimaal gemiddeld intelligente vrouwen daar intrappen. Hoe leeg is je leven als je je met zulke uitwassen inlaat? En hoe leeg je hoofd?’

Vader en zoon schudden nu eendrachtig het moede hoofd. Tegen zoveel domheid waren zij voor het ogenblik even niet bestand. En daarom deden zij het enige dat hen onder de gegeven omstandigheden te doen stond. Schoonebeek wenkte de waard voor een derde Duvel. Waarna zijn zoon hem vertelde over een prachtige cd van Benjamin Herman. Vurrukkullukke jazz geïnspireerd door de woorden van Remco Campert. En met de dichter zelf nog in een mooi voorleesrolletje in het laatste nummer. Lamento.