INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

 

Duitsers

Op die warme dinsdag liepen de terrassen van de Korte Heuvel alras vol met naar verkwikking hunkerende passanten. En toen Schoonebeek aankwam met een krant onder zijn arm waren de meest gunstig gelegen plekjes al bezet door over het algemeen lelijke en zwetende mensen. Maar toch wist hij nog een schaduwplaatsje te bemachtigen achter een bijna tegen de gevel van het café weggedrukt tafeltje voor twee. Hij plaatste zijn bestelling (de eerste tripel van de dag) en vouwde zijn ochtendblad open. De krant stond vol met herinneringen aan een wereldstad, vijf jaar geleden getroffen door lieden met terroristische aandrang. En hij vroeg zich af wanneer Tilburg aan de beurt zou zijn. Want wat in New York of Londen gebeurde, kon natuurlijk ook in de moderne industriestad plaatsgrijpen, daar was hij chauvinistisch in.

Bij het café naast hem betraden twee tamelijk jonge mannen het terras en onderwierpen de inrichting aan een kritische blik. Zij wisselden enige woorden en wezen wat naar links en naar rechts. Waarna ze energiek met het meubilair in de weer gingen. Ergens van linksvoor werd een leeg tafeltje weggeplukt, om naast een ander exemplaar rechtsachter te belanden. Daarna werden de stoelen herschikt. Zes zitplaatsen en één lege plek rond twee kleine ronde tafels.

De heren bekeken het resultaat van hun activiteiten een ogenblik. Uit hun ogen sprak onvrede. Het was het allemaal net niet. Nu gingen ze op het oog erg brave stoeltjes uit het patroon halen en vervangen door andere die elders stonden te niksen.

“Das ist ja besser so,” constateerde een hunner. De ander knikte instemmend.

Alsof ze hierop gewacht hadden, wrongen zich nu twee aantrekkelijke jonge vrouwen, twee drentelende kinderen en één mobiel kind in een wandelwagentje tussen de andere bezoekers door naar het zojuist gecreëerde toneel. En een hoop “ach” en “so” en “aber nein” later sloegen de mannen weer aan het herschikken. De twee tafels verwisselden van plaats en drie stoelen werden vervangen door exemplaren die de heren eerder ondeugdelijk bevonden hadden.

Schoonebeek zag het al drinkend aan en had zijn tripel op voordat hij er erg in had. En daarom riep hij de serveerster nog maar eens bij zich. De Duitse inval had inmiddels ook de aandacht van enkele andere terrasdrinkers getrokken.

“Dadelijk halen ze tegels eruit en gaan ze een kuil graven,” voorspelde een wereldwijze Tilburger. Een ander vroeg zich bezorgd af of hij zijn fiets wel op slot had staan.

Intussen waren de twee Duitse gezinnen aan een imposante stoelendans begonnen. Niemand leek tevreden met de plaats die hij eerst had ingenomen. Maar toen tenslotte beide dames naast de echtgenoot van de ander zaten en de kinderen naar een periferie zonder ouderlijk toezicht waren verwezen, kwam er enige rust in het gezelschap. En kon er besteld worden.

De serveerster van het buurcafé trok zich evenwel schielijk terug, toen zij begreep dat ze met anderstaligen van doen had. Waarna de onwillige eigenaar zelf in de deuropening verscheen en driftig allerlei consumpties noteerde die volgens hem wel iets weg hadden van wat zijn klanten opsomden.

Schoonebeek liet een derde tripel komen, omdat hij het slot van de uitvoering nu niet meer wilde missen. Maar de kastelein, die het duidelijk niet op een confrontatie wilde laten aankomen, zette een paar minuten later eenvoudigweg een dienblad vol met voor elck wat wils op een van de tafeltjes en verdween schielijk. De Deutsche Gäste keken ernaar. En naar elkaar. Aarzelend greep één van de mannen naar een flesje dat bij hem in de buurt stond, rook eraan en probeerde een voorzichtige slok. Het beviel blijkbaar. Waarop de anderen zijn voorbeeld volgden. Zij dronken zwijgend. En niemand durfde nog te ruilen.