Grote getallen
Schoonebeek
wordt gek van grote getallen. Echt zo van die aantallen die je
voorstellingsvermogen mijlenver te boven gaan. Een frontale botsing
met twee doden kan hij nog wel bevatten. Twaalf slachtoffers bij een
treinongeluk lukt ook nog wel. Maar bij vliegtuigen gaat het mis.
Dan zijn het er al gauw 350. Hij kan wel zo ver tellen als hij daar
zin in zou hebben, dat is het punt niet. Maar 350 mensen die
tegelijk om zeep gaan, nee.
Bij Indiase
veerboten of Egyptische treinen wordt het nog lastiger. Dan loopt
het slachtofferaantal al gauw tegen de duizend. En ten tijde van de
Twin Towers zat hij die hele dinsdag hoofdschuddend voor de
televisie. Vier vliegtuigen en zo’n drieduizend aardlingen is
vreselijk veel. Zo veel, dat het van alle menselijke proporties
ontdaan was. Bij drieduizend lachende, huilende, rennende of
stervende wezens is de menselijke maat zoek. Wat Al Qaeda ook wilde
bewijzen, het is niet gelukt. Want zoals Jan Wolkers al schreef in
Kort Amerikaans: wie teveel bewijst, bewijst niks. En toch
gaat het om drieduizend keer één. En één begrijpt hij dan weer wel.
Waardoor het probleem ontologische vormen begint aan te nemen. In
Schoonebeeks hoofd althans.
Maar het kan
erger. Wat dacht u bijvoorbeeld van 300.000? Al weken nijgt de
teller op de CuBra-website naar die magische 300.000. Da’s teveel
voor Schoonebeek. Maar het is ook 299.999 plus één. En da’s mooi.
Want die ene, dat wil Schoonebeek wel zijn!
En daarom komt
hij nu al weken zijn huis niet uit. Al drie weken lang leeft en
handelt hij op de automatische piloot. Computer aanzetten. Internet
aanklikken. CuBra oproepen. Teller bekijken. Waarna hij weer vlug de
weg terug op gaat: teller uit, CuBra uit, internet uit, computer
uit. En dat vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week.
Hij houdt zich
daarbij op de been dankzij een gevarieerd dieet van tripel, Duvel,
Hoegaarden Grand Cru en olienootjes, dat iedere dag vers door een
zorgzame maar stokoude buurvrouw op haar rollator wordt aangevoerd.
Soms doet ze er eigener beweging een onsje worst bij. Wat
Schoonebeek opeet zonder er echt erg in te hebben.
De eerste keer
dat hij een poging deed was hij bezoeker 297.458. Daarna 297.459 en
297.460. Dat ging lekker zo. Maar toen hij meteen daarna weer
inlogde kreeg hij nummer 297.464 toebedeeld. Dat was het moment
waarop de paniek toesloeg. Als er zomaar drie nummers ongezien
konden passeren, zou het best weleens zo kunnen zijn dat straks ook
die 300.000ste aan zijn neus voorbij ging. Vanaf dat moment nam hij
de telefoon niet meer aan, kreeg de bejaarde buurvrouw de sleutel en
wimpelde hij haar verzoeken om geld voor de boodschapjes af met een
ongeduldig “later, later”. Waarna het mensje haar gang naar de
supermarkt maar weer bekostigde van haar eigen AOW.
Inmiddels staat de stand op 299.020. Van de laatste 2.500 bezoekers
is Schoonebeek er 1.788. Dat lijkt een redelijke score, maar het is
geen 100%. Schoonebeek begint de laatste dagen ineens erg koud te
zweten, als het getal 300.001 voor zijn geestesoog verschijnt. De
allerminst irreële kans dat iemand hem vóór is, bezorgt hem
schrijnende uitslag in de bilnaad. Maar dat kan ook door het
gehaaste afvegen komen. Hoe het ook zij, de faalangst neemt intussen
zulke gigantische proporties aan, dan zijn missie welhaast moet
mislukken. Geluk kun je afdwingen, dat weet iedere topsporter. Maar
tobsporters als Schoonebeek dwingen eerder tegenslag af.
De
teller staat op 299.022. Wéér een bezoekje overgeslagen. De volgende
is 299.023. En dat geeft de burger dan weer moet. En even later is
ook 299.024 binnen.
Maar het gaat moeizaam. De dagen, nachten en bieren gaan tellen.
En
bij 299.345 valt hij in een lange en diepe slaap... |