INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Heerlijk avondje

De drie, vier mensen die Schoonebeek tot zijn vrienden durft te rekenen brengen de avond van de vijfde december bij voorkeur door in de schoot van het gezin. Zodat die paar kroegen die open zijn nog slechts bevolkt worden lieden die Schoonebeek onder normale omstandigheden niet eens groet.

Trieste gevallen.

Hij kan zich nog vaag herinneren hoe zulk een randdebiel hem vorig jaar omstandig probeerde duidelijk te maken, dat zijn aanwezigheid in een Tilburgse uitspanning meer gezien diende te worden als een statement: een soort protest tegen de oude burgerlijke tradities, die het land behoeden voor elke vorm van vooruitgang. Bovendien, zo stelde de beschonkene, was hij meer een kerstmens. Altijd al geweest. Maar toen Schoonebeek twintig dagen later door de Nieuwlandstraat kuierde, trof hij de man aan op de stoep van Langenboom. Te dronken om te beseffen dat er voor hem in geen enkele Tilburgse herberg meer plaats was.

En daarom heeft hij zichzelf dit jaar een heerlijk avondje beloofd, een avond die een heer waardig is. In de koelkast staat voldoende Duvel en er is strooigoed, in de vorm van heuse pepernoten. Niet van die sneue kruidnootjes, maar het echte spul. En hij heeft voor banket gezorgd in de vorm van een letter S. Dat kan niet meer misgaan.

Als gezelschap is er de televisie. Maar blijkbaar zijn de programmamakers ervan uitgegaan dat er deze avond toch niet gekeken wordt. Want behalve het onvermijdelijke voetbal is het slechts ellende en rampspoed dat de klok slaat.

Op België 2 blijft hij hangen bij een documentaire over Neil Young. Maar de film gaat helemaal niet over de grote rock-ster. Bedoelde Young was een Engelse priester uit de jaren vijftig die met zijn handjes niet van de misdienaars en de koorknapen kon afblijven. De betaste jongens, inmiddels gevorderde zestigers, proberen voor de camera in het reine te komen met dit verzwegen verleden.

En Schoonebeek snapt opeens een heleboel dingen niet. Om te beginnen gaan de beweegredenen van voornoemde Young hem volstrekt boven de pet. Schoonebeek heeft iets tegen misbruikt, vooral van jongens. Dat vindt hij vies. En naarmate de Duvels zijn gemoed verzachten, keert zijn verwondering zich meer en meer tegen deze gepensioneerde slachtoffers. Waarom houdt iemand vijftig jaar lang ergens zijn mond over, om er daarna alsnog mee voor de dag te komen? Het lijkt hem een halve eeuw zwijgen weggegooid. Het doet hem een beetje denken aan die heremiet uit The life of Brian, die veertig jaar zwijgen te niet gedaan ziet, doordat Brian een fikse kei op zijn tenen laat vallen. De heremiet verwelkomt de pijn met een hartgrondig “Au! Godverdegodver!”  Waarmee hij zijn betrekkelijke prestatie in één klap in de analen der overbodigheid ziet verdwijnen. Een mens kan het beter treffen met zichzelf.

Ook verder zappen maakt de avond er niet vrolijker op. Zodat Schoonebeek nog maar één uitweg ziet om iets van de avond te maken. Hij zou bijzonder graag het avondje van zijn broer een beetje vergallen. Die zit op ditzelfde moment ongetwijfeld met zijn dominante vrouw en zo angstwekkend geslaagde kinderen van slechte rijmen en onbegrijpelijke surprises te genieten.

“Dit is de voicemail van Broer Schoonebeek,” klinkt het evenwel als hij het nummer intoetst. “Ik ben op dit moment niet voor u bereikbaar. Spreek uw nummer in na de piep.” Waarna Schoonebeek geen piep meer hoort. Zo snel heeft hij de verbinding verbroken. Hij staart naar het toestel en probeert de boodschap te vatten. Er klonken twee woorden in door die hem zeer verontrusten. “Voor u”. Was zijn broer voor anderen wel bereikbaar geweest? Heeft hij met al zijn vernuft een voicemail in elkaar geknutseld die slechts werkt als Schoonebeek belt?

En ineens voelt Schoonebeek zich erg alleen. Hij trekt nog eens een flesje Duvel open en laat een traan biggelen. In het volle besef dat er niemand is die van hem houdt. Zelfs een of andere wanhopige nazaat van Neil Young niet.