CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

Helpdesk

Schoonebeek herkende haar niet zo meteen. En dat lag niet aan het meisje, maar eerder aan Schoonebeeks ernstige handicap als het gaat om gezichten onthouden. Zelfs met zijn eigen familie ging hij nog wel eens de fout in.

En nu dus met dat aardige buurmeisje. Ze had haar haren los. Terwijl die toch echt altijd strak naar achteren zaten in een klein staartje. Tja, en dan kon Schoonebeek het natuurlijk ook niet helpen. Ze stond die middag met een vraag bij hem voor de deur. En was even uit het veld geslagen toen die toch immer zo vriendelijke buurman deed als of zij een wildvreemde voor hem was.

“Wat wilt u?” had Schoonebeek gevraagd, toen zij hem haar liefste glimlach toonde.

“Eh, ik had eigenlijk alleen maar een vraagje,” zei het meisje, een tikje beduusd.

Het was haar stem die het hem deed. Schoonebeeks wangen begonnen van schaamte te gloeien, toen hij de situatie probeerde te redden door net iets te hard “Ilse!” te zeggen. Nee, hij kon maar beter meteen schuld bekennen.

“Het is je haar, denk ik.”

Ilse lachte. Zij was zo’n buurmeisje waar Schoonebeek toch altijd nog even een paar minuten aan bleef denken, nadat hij haar was tegengekomen. Goed, ook met de andere meiden uit dat studentenhuis was niks mis. Ontzettend aardig allemaal. Maar Ilse had toch net dat kleine beetje meer. Maar wel in het aangename, hè. Verder niks.

“Maar je had een vraag,” zette Schoonebeek vooral zichzelf weer gauw op het juiste spoor.

“Ja,” antwoordde ze. “Over spelling.”

Schoonebeek krabde zich eens achter de oren. Hij kon zo tien onderwerpen bedenken waarover hij wel eens met Ilse zou willen praten. Spelling zat daar niet bij. “Maar jij studeert toch Nederlands?” haalde hij moeizaam uit de krochten van zijn lange termijngeheugen naar boven.

“Uhu,” formuleerde Ilse haar variant van een bevestiging. “Maar daarom weet ik nog niet álles.” De verdediging kwam er geroutineerd uit. Waarschijnlijk behoorde hij inmiddels tot de standaarduitrusting van iedere net iets te recent opgeleide neerlandicus.

Schoonebeek deed een stapje opzij en wees naar binnen.

“Neem me niet kwalijk. Kom erin, meisje.” Hij sloot de deur achter haar en keek hoe zij zijn werkkamer in liep. De vertrouwde plek voor taalproblemen, wist zij inmiddels na een klein handjevol eerdere bezoekjes.

“Koffie?” riep Schoonebeek vanuit de keuken. Maar ze hoefde niet, het was maar een kort vraagje. Zei ze.

Toen hij de werkkamer binnenkwam, stond ze al driftig in zijn grote Van Dale te bladeren.

“Nou, zeg het eens,” begon Schoonebeek, maar ze stak een hand op. Betekenis: houd je mond nou even, ik ben bezig. Dus wachtte Schoonebeek. En keek intussen naar de hand, die nu over de kolommen zwierf. Beet ze nagels? Was ze linkshandig? Had ze een vriend? Soms kon een enkele hand nog best wat vragen oproepen. En omdat Schoonebeek nou toch even niets om handen had, keek hij nog maar eens verder. Naar die bijzonder fraaie zwarte blouse bijvoorbeeld. Die niet alleen mooi strak zat, maar ook nog eens van een soort spul was gemaakt, dat Schoonebeek absoluut niet kon thuiswijzen. Wat overigens weer meer van Schoonebeek zei, dan van die stof. En onder die blouse droeg zij een spijkerbroek, die…

“Ja, ik heb het. Hartstikke bedankt weer!” Ilse huppelde langs hem heen en schonk hem in het voorbijgaan zo’n glimlachje dat alleen meisjes van die leeftijd nog kunnen schenken. “Altijd makkelijk, zo’n helpdesk in de buurt,” zei ze nog. Met een beschaafd tikje viel de deur achter haar in het slot.

Schoonebeek keek naar het woordenboek. Dat dichtgeslagen op zijn bureau lag. Hij ging zitten en probeerde zich te herinneren waar hij mee bezig was toen de bel ging. Hij wist het even niet. Daarom keek hij maar wat naar buiten en dacht in vijf minuten tijd twaalf keer “wauw”.

Maar daarna zakte het weer. En kon hij verder aan dat artikel over Marsmans Verzen.