INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

 

Kerstbomen

Omdat overal de bomen alweer stonden te schitteren, vond Schoonebeek dat hij zeer tegen zijn meug maar weer eens op bomenjacht moest. Te vroeg naar zijn zin.

Want hoewel de mooiste exemplaren natuurlijk allang hun weg naar brave huiskamers hadden gevonden, leefde Schoonebeek nog steeds naar de regel dat zo’n boom hooguit een dag of drie voor Kerstmis geplaatst en opgetuigd mocht worden. Kerst is kerst. En daar trek je niet heel december voor uit.

In het tuincentrum stond nog anderhalf dozijn scharminkels op de laatkomer te wachten.

“Bent u een… boom?” richtte Schoonebeek het woord tot een magere spar met vijf takken en zeventien naalden. Bij gebrek aan plantenverkopend personeel, zou hij later tot zijn verdediging aanvoeren, maar zorgwekkend was het wel. Vooral toen de boom nog antwoord gaf ook.

“Bent u een… klant?” wilde de boom weten.

“Dat valt te bezien,” keek Schoonebeek de boom eens van top tot teen aan. “U moet tenslotte wel een feestelijke hoofdrol spelen in mijn woonst.”

De boom haalde de iele schouders op. En had zo zijn eigen mening over deze wonderlijke man. “Niemand zegt tegenwoordig nog woonst,” riposteerde hij. “U bent vast zo iemand met een potkachel of een open haard. Of erger.”

“Erger?”

“Een allesbrander.”

Schoonebeek knikte. Een allesbrander was inderdaad nogal treurig. “Ik heb gewoon centrale verwarming,” bekende hij.

De boom leek opgelucht. “In dat geval houd ik me aanbevolen. Allesbranders zijn funest voor een gepensioneerde kerstboom. Maar vlak ook de open haard niet uit.”

Schoonebeek keek een ogenblik langs de boom heen de toekomst in. En zag de vonken spatten. “Als ik een haard had, zou ik u zeker aanschaffen.”

De spar liet een schamper lachje horen. “U had mij al afgeschreven op het moment dat u mij zag,” had de boom de waarheid erg goed door.

Schoonebeek voelde zich een tikje betrapt. Maar hij herstelde zich. “U zou mijn ballen niet eens kunnen torsen,” spotte hij.

“O,” reageerde de boom. “Heeft u er veel, ballen?”

“Elk jaar een paar minder,” antwoordde Schoonebeek zonder veel animo. “Maar ik heb er dit jaar weer wel een paar bijgekocht.”

“Kleur?” Het klonk kil en zakelijk.

“Rood. Rood en groen zijn de kerstkleuren.” Schoonebeek wierp nog eens een blik op de armelijke spar. “Maar het groen zou daarbij van u moeten komen.” En juist toen hij meende dat de kandidaat-kerstboom begon blozen, mengde zich een derde stem in het gesprek.

“Deze maar doen?” Een kwieke jongen in een blauwe overal pakte de schrale spar al op. “Voor achttien eurootjes is ie de uwe.”

Schoonebeek moest even iets wegslikken, toen hij de boom een vette knipoog zag geven. Net voordat hij zich omdraaide en ras het tuincentrum uit beende.