INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

De klap

Het aardige van een klap is dat je hem altijd ziet aankomen. Maar jammer genoeg wel pas op een moment dat het te laat is. Zo van “ai, dit wordt een klap”, terwijl je er niets meer aan kunt doen.

Schoonebeeks spieren spanden zich toen hij de auto op zich af zag komen.

Hoewel, eigenlijk stond de auto stil. Het was Schoonebeek die met een noodgang op de voorligger af stoof. Hij had niet gezien dat er een rijtje van drie auto’s midden op de weg stond te wachten, totdat de voorste linksaf kon.

Want in Schoonebeeks hoofd speelde zich inmiddels een heel ander scenario af. Als kind van de Verlichting redeneerde hij het probleem vliegensvlug weg. Dat gebeurde in vijf stappen.

Stap één: ik rijd op de doorgaande weg tussen Hoeven en Oudenbosch. Je mag hier tachtig, dus iedereen rijdt ook tachtig.

Stap twee: de auto’s voor en achter mij rijden op de dezelfde weg en volgen dezelfde voorschriften – en waarom zouden zij niet?

Stap drie: de wagen vóór mij komt met hoge snelheid op mij af. Waarom rijdt die gek achteruit op een weg als deze? Daar heeft hij vast een goede reden voor.

Stap vier: iemand die achteruit rijdt, kijkt in zijn achteruitkijkspiegel en geeft aan iedereen voorrang. Hij ziet mij en schat in dat hij nog net op tijd zijn auto achteruit een oprit in kan leiden.

Stap vijf: het is het verstandigst om onder de gegeven omstandigheden maar gewoon door te rijden. Zo breng ik de automobilist vóór mij niet in verwarring. En ik loop ook niet het gevaar dat er iemand achterop mij knalt. Niets doen is altijd de beste oplossing.

En zo kon het gebeuren dat Schoonebeek zonder vaart te minderen op de drie stilstaande auto’s vóór hem af racete.

‘Die auto staat stil,’ sprak plotsklaps de hoogbejaarde man in de passagiersstoel.

Er restten nog zo’n veertig meter. Hebt u enig idee hoe kort veertig meter zijn als je tachtig rijdt? Op hetzelfde moment dat Schoonebeek het rempedaal beroerde, zag hij voor het eerst de klap aankomen. Die anderhalve seconde later dan ook daadwerkelijk arriveerde.

Waarna in Schoonebeeks hoofd slechts poëzie zong. Fraaie verzen hoorde hij. Van Gorter, Marsman en vooral Lucebert:

 

bruisdroom uwe lohengrijns primeurprix

of meten de maan de maten van de maker

haagnaam bijv. bij velen

of noom ope de pappa

eemer

1 - 10 - i - theder trap

wie zoo zoo zo lis wie

wiezois assus quikema maases

ssssssssssssssss

zi - zi

 

Waarna hij weer prettig wakker werd. Maar dat was wel dagen later.

 

 

 

_________________________________________

De regels van Lucebert komen uit de Amsterdamse school (1952),

zoals genoteerd in Verzamelde gedichten (2002)