CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

Laureaat

Tout cultureel Brabant was er, in de deftige Statenzaal van het Noord-Brabants Museum in Den Bosch. En Schoonebeek natuurlijk. Een beetje ontheemd, dat wel. Want hoewel hij hij graag onder de mensen komt, beperkt zijn definitie van de soort zich toch voornamelijk tot een kleine kring van goede vrienden bij Weemoed of Anvers en tot van tijd tot tijd een bijzondere vrouw. En die waren hier allemaal niet.

Wie er wel waren? Kunstgoeroes. Cultuurpausen. Beeldbepalers. Verf- en gifmengers. Een aardige bekende uit Maastricht. En toevallig ook nog zijn oude leraar Nederlands, die inmiddels blijkbaar iets hoogs was in de provinciale fine fleur.

Terwijl Schoonebeek een tikje verweesd aanschoof bij de Maastrichtse kennis, ontspon zich rondom hem een wonderlijk circus. Er waren sprekers die zichzelf belangrijker vonden dan de afgesproken tijd (terwijl Schoonebeek snakte naar een zo'n mooie bokaal met trappistenbier waar hij ondertussen al iemand mee had zien lopen. Maar je kon tijdens zo'n hooggeleerde lezing vast niet even naar de museumbar wandelen.) En er waren toehoorders die niet toehoorden, maar die voortdurend gingen verzitten om het blikveld van zo veel mogelijk aanwezigen te vullen. Ook waren er de precederende laureaten, die met hun geestelijk gewicht de balans van de happening weer wat meer deden doorslaan naar waar het toch allemaal om begonnen was.

En er was: de laureaat. In het gewone doordeweekse leven was hij Schoonebeeks hoofdredacteur. De man die royaal al die stukjes de ruimte gaf. Maar niet vandaag. Vandaag bevond hij zich in het centrum van de Noord-Brabantse culturele belangstelling. Niet vanwege zijn ruimhartige opstelling naar Schoonebeek en tal van andere auteurs, maar vooral vanwege zichzelf. Iemand die de hele wereld kende uit boeken waarvoor hij nooit meer dan tien minuten had hoeven fietsen. Iemand die zich toegang had afgedwongen tot de kolommen van landelijke en regionale dagbladen. Die boeken had geschreven. Een man die zich eruditie tot een tweede natuur had gemaakt. Iemand die...

Het begon Schoonbeek te duizelen. Natuurlijk, op een bijeenkomst als deze diende er geloofd, geprezen en bewierookt te worden, dat begreep hij. Maar deze laureaat was toch ook gewoon de man met wie hij bij Langeboom genoeglijk een Belgisch biertje kon drinken? De aangename causeur in een klein gezelschap? Waarom zei niemand dat?

Hij keek eens om zich heen. Geen der aanwezigen leek zijn zorg te delen. Iedereen vond het wel prima zo. Behalve de laureaat zelf. Want toen die tenslotte het spreekgestoelte besteeg en de zaal eens goedkeurend bezag, zei hij slechts dat hij blij was dat er al zoveel gezegd was. Want dan hoefde hij zelf tenminste niet meer zo lang te praten. Waarna hij zich ertoe beperkte om een overleden vriend (die de andere sprekers even vergeten waren) in de huldeblijken te betrekken.

Schoonebeek kende de betreurde vriend slechts van naam. Maar toch knikte hij instemmend. Want daar ging het toch uiteindelijk allemaal om? Veel mensen denken dat schrijvers schrijven om niet vergeten te worden. Maar dat is helemaal niet waar. Ze schrijven om niet te vergeten.

Zo zat dat. En niet anders. En toen de laureaat uitgesproken was, stond Schoonebeek op en haastte hij zich als eerste naar de hoek van de zaal waar gewone mensen uitstekende trappisten konden bekomen. De eerste dronk hij in één teug leeg, omdat hij dorst had. Maar bij de tweede schakelde hij over op een bedachtzamer tempo. Om niet te vergeten.