CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

 

Lente

En nou moet het afgelopen zijn! Aldus sprak Schoonebeek zichzelf op zekere morgen toe. Het had nu immers lang genoeg geduurd. En als hij nu de knoop niet doorhakte, deed niemand het. Nee, zijn besluit stond vast. Vanaf nu was het lente!

Hij keek eens uit het raam en zag hoe een regenbui het plaveisel teisterde, terwijl de gure wind een paar ongelukkigen over de Spoorlaan joeg. Dat bestond dus met ingang van heden niet meer. Het voorjaar was immers ingetreden? Nou dan.

De zon diende te schijnen, de wind moest gaan liggen. De temperatuur had de twintig graden te naderen. Jonge mensen in kleurige T-shirts die de stad bevolkten.

Op zonnige terrassen dronken heren goede bieren en dames koele wijnen. Er werd gelachen en gedanst. Oude bekende die elkaar een winter lang niet hadden gezien (of slechts weggedoken in gewatteerde kledij – wat goed beschouwd hetzelfde is), begroetten elkander als na een lange en niet ongevaarlijke reis. Afghaanse bommen en Australische branden waren vergeten. De economische opleving hield gelijke tred met de almaar warmere zonneschijn.

Jongens en vogels floten. Meisjes zongen en lachten.

Schoonebeek haalde een cd met Vivaldi-achtige lenteklanken uit de kast en schonk zichzelf een ijskoude Duvel in. En een kwartiertje later nog een.

Toen besloot hij om even te controleren of het wel werkte. Voorzichtig sloop hij naar het raam. En gluurde de straat in. Een flauw zonnetje worstelde zich een weg door wolken die langzaam maar zeker capituleerden. Een meisje op de fiets kwam de hoek om. Ze droeg een lichtblauw bloesje en een kort spijkerrokje. Schoonebeek knikte. Zo was het goed. Haar regenjack en de zwarte wollen panty’s besloot hij op deze eerste lentedag nog even door de vingers te zien.