INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

 

Londen (1)

Schoonebeek vindt zichzelf doorgaans een ‘best wel ondernemend’ tiep. En hoewel er over die ondernemendheid door zijn naasten meestentijds nogal genuanceerd wordt gedacht, laat hij niet af de bewijzen ervan op te sommen. Voor wie het horen wil. En dat zijn er doorgaans niet zo veel. Een overzicht.

Bovenaan zijn palmares prijken de meest arbeidsintensieve activiteiten, zoals het om klokke negen opstaan, en het nuttigen van een stevig ontbijt in een der Tilburgse cafés. Het bekijken van mensen en die vervolgens naar eigen genoegen hertekenen in een stukje, komt daarna. Drinken en wandelen, liters drinken en kilometers wandelen, vullen verder het grootste deel van zijn dag. Er zijn mensen die minder uren maken, daar is hij heilig van overtuigd. De kritiek van sommigen dat hij in feite geen steek uitvoert, glijdt derhalve nogal makkelijk van hem af. “Ik heb nou eenmaal mijn regelmaat nodig,” vindt hij. En allerhande kostwinnershandelingen zouden hem daar weleens ernstig vanaf kunnen brengen. Natuurlijk, hij heeft het geprobeerd. Vroeger. Zijn beste jaren heeft hij aan het onderwijs gegeven. Totdat hij zomaar op zijn tweeënveertigste verjaardag besloot opnieuw te beginnen. Met een nieuwe vriendin, die het op de kop af zevenentachtig dagen bij hem uithield. En met nooit meer een vaste baan. Dat de nalatenschap van een tot op dat moment onbekende heeroom hem hiertoe ruimhartig in staat stelde, is iets wat hij zelfs voor zijn beste vrienden liever achterhoudt. En zo is hij met zijn nieuwe regelmaat intussen rustig eenenvijftig geworden.

Maar sinds een paar dagen is hij ineens danig uit zijn ritme. Veel meer dan tripels drinken bij Weemoed komt er eigenlijk niet uit zijn handen. Gesprekken die men met hem aanknoopt, verzanden steevast in een moedeloos makend gezucht. Waarna de aldus afgewezene zich maar weer fluks tot zijn eigen consumptie richt.

“Hij is de zichzelf niet. Hij zal toch niet verliefd zijn,” mompelt zo iemand dan tegen zijn glas. Of tegen de kastelein. Die beide met een schouderophalen reageren.

Maar alleen Schoonebeek zelf weet wat er aan de hand is. Het is erger dan verliefd. Hij heeft zich een vakantie laten aanpraten! Door zijn kinderen. Leuk een paar dagen met papa het land uit. Naar Londen. Komt die man ook eens ergens. Schoonebeek is overtuigd van de goede bedoelingen van zijn nakomelingschap. Dat er gemakshalve vanuit gaat dat vaders wel op hun kinderen zullen lijken. Zodat hij volgens hen wel moet lijden onder altijd maar in Tilburg te zijn. Ze beseffen niet hij liever honderd keer de Heuvelstraat op en neer loopt, dan dat hij één keertje door Oxford Street kuiert.

Aanstaande vrijdag is het zover. Dan stapt hij ’s morgens vroeg om negen uur in Eindhoven in het vliegtuig. Want ja, kinderen willen vliegen, hè. Zijn ze er lekker vlug. Reizen is tegenwoordig zonde van je tijd als je op reis gaat. Drie nachten en vier dagen blijven ze in den vreemde. En dan mag hij maandagavond pas weer naar huis.

“We zitten in een goed hotel, pa. Midden in de stad.”

“Fijn,” antwoordt hij. En hij hoopt dat het niet zo afhoudend klinkt als hij het bedoelt.

“In Charing Cross Road zijn tientallen boekhandels.” Hij kan er toch maar in eentje tegelijk zijn. En bij Gianotten en Livius weet hij waar alles staat.

“En in Soho barst het van de cafés en restaurants. Er is daar zelfs een Nederlandse pub!” In Tilburg barst het van de Nederlandse pubs. En hier tegenover Weemoed is er ook nog een Ierse.

“Leuk toch, samen met je dochter en je zoon een weekendje weg?” Waarop Schoonebeek schuldbewust zwijgt. Want hierop zijn slechts twee soorten foute antwoorden mogelijk: pijnlijke en leugenachtige.