INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Marijke

Schoonebeek zat net aan een kopje koffie op het overdekte terras van de Korenbeurs toen de jonge vrouw passeerde. En naar binnen keek. En hem zag zitten.

'Ik zag het meteen,' juichte ze even later. 'Dat is meneer Schoonebeek.'

'Tja,' mompelde Schoonebeek jeukerig.

'Maar u kent me toch zeker nog wel?' wilde de vrouw nog niet echt beledigd weten.

Schoonebeek bezag haar zonder veel vertrouwen. Een jaar of vijfendertig, schatte hij ruimhartig. Een vriendelijk, niet onintel­li­gent en toch behoorlijk mooi gezicht. Rooiig haar.

'Ik heb nog bij u gestudeerd,' schoot zij hulpvaardig toe.

'Dat hebben er velen,' wilde Schoonebeek eigenlijk het liefst vergeten. 'Waarvan driekwart vrouwen. En daar bent u er dan één van.'

De vrouw deed een ogenblik flink haar best om niet sip te kijken.

'Marijke,' gaf ze toen met een glimlach cadeau.

En Schoonebeek herinnerde zich maar één Marijke. Op wie hij hopeloos verliefd was geweest. En kansloos. Hij keek nog eens in het mooie gezicht. Ze was sterk veranderd.

'Marijke,' zei hij daarom breeduit herkenning veinzend.

'Nee, ik ben Marijke niet. Ik ben Carla. De vriendin van Marijke.' Nu ze alles had weggegeven, glunderde ze in kinderlijk blijde afwachting.

'Ach ja, Carla,' voelde Schoonebeek het verleden weer minimaal tot leven komen. En hij keek langs haar heen, tien, twaalf jaar terug. Marijke was zijn grote liefde. Ambitieus en slim. En lief. En in haar vierde jaar haakte ze plotseling af. Terwijl ze net met Schoonebeek haar plannen voor een scriptie had bespro­ken. Haar vriend vond dat hij onderhand een keer aan de beurt was.

Schoonebeek slikte een oeroude brok weg.

Ze had een vriend! En Schoonebeek voelde drie jaar zwijgzame liefde uit zich weglopen. In zo’n klein plastic zakje met "love drain" erop. Ze huilde toen ze het vertelde. Om haar studie. En Schoonebeek huilde nadrukkelijk niet. Om haar.

En toen kwam Carla. De onopvallende vriendin. Die vertelde dat Marijke op een telefoontje zat te wachten. Van Schoonebeek. Om weer te beginnen.

Maar Schoonebeek belde niet. Ze had immers een vriend. En Marijke verdween uit zijn leven. En Schoonebeek lummelde door tussen de lieve studentes die nooit verliefd op hem waren. Ook niet toen hij in de mid­denlevenscrisis verkeerde en het zo nodig had.

En hij keek weer naar Carla.

'Hoe is het eigenlijk met Marijke?' informeerde hij nostal­gisch.

'Ach, een beetje aan lager wal eigenlijk. Die vriend is al jaren bij d'r weg. En ze werkt nou ergens in een bar of zo. Zo eentje waar ik niet graag zou komen.'

'O, zo eentje,' probeerde Schoonebeek wereldwijs te klinken. En hij voelde zich inenen heel verdrietig worden. Dag Marijke, snikte hij in stilte.

'En hoe gaat het met jou?' vroeg hij toen, uitsluitend voor de statistieken.

'Nu weer goed,' grinnikte ze verlegen. 'Leuke baan. Hier aan het Willem II-college. Maar ik ben na mijn studie vele jaren ongelukkig geweest van liefdesverdriet.'

'Dat moet dan wel een heel erge liefde geweest zijn,' sprak Schoonebeek badinerend.

'Och, ik hield zoveel van je,' bekende ze net iets te opgewekt. 'En weet je wanneer dat over ging?'

Schoonebeek keek even driftig om zich heen en wist niet zeker of hij het wel wilde weten.

'Toen ik dingen van je begon te lezen,' riep Carla verrukt. 'Toen zag ik eigenlijk pas dat jij ook maar gewoon een klein, zielig mannetje bent. En het was meteen over.'

Ze sprong van opgekropte blijdschap een klein gaatje in de lucht.'

En Schoonebeek moest plotseling zeer naar de w.c.