INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Middeleeuwen

Toen Schoonebeek op die grauwe morgen het café op het Piusplein binnentrad om daar eens voorzichtig met koffie te beginnen, zaten er twee meisjes aan een tafeltje met boeken erop.

Meisjes en boeken. Mooier kon je het niet hebben.

De koffie ging er zelfs beter van smaken. Zeker toen die twee elkaar ook nog over de Middeleeuwen begonnen te bevragen. Dat deden ze overigens niet voor hun lol. Zoveel was al snel duidelijk. Ze hadden die middag een tentamen.

Schoonebeek schudde zijn hoofd. Tentamen over de Middeleeuwen, ’t was eeuwig zonde.

“Maar de Beatrijs is toch een Marialegende?” vroeg de blonde aan de donkere.

“Mirakel,” verbeterde haar vriendin. “Het is een mirakel.”

“Mirakel dan,” werd de blonde er wat mopperig van. “Maar waarom zegt hij dan dat het een hoofs verhaal is?”

Schoonebeek had geen idee wie “hij” was. Ongetwijfeld een of ander universitair geschoold monster dat middels zijn oncontroleerbare eruditie zulke meisjes het hof probeerde te maken. De gluiperd.

De twee meisjes zaten nog eens hoofdschuddend door hun aantekeningen te bladeren. Maar daar liet zich de oplossing niet zien.

“Het is eigenlijk meer een anti-hoofs verhaal,” sprak Schoonebeek voor zich uit, intussen via de spiegel achter de bar het effect van zijn woorden bestuderend.

Dat bleef uit.

“Beatrijs is een hoofse vrouw, die allerlei afspraken met God aan haar laars lapt,” oreerde hij in een tweede poging.

Nu keek de blonde op. “Hee Sophie, hoor je wat die vent zegt?”

Sophie knikte en keek naar Schoonebeek. “We hebben vanmiddag tentamen,” begon ze hem bij te praten. “Maar we snappen het allemaal nog niet zo goed.”

Schoonebeek glunderde. Er bestond dus toch een Lieve Heer. Hij stond op en ging tegenover de meisjes zitten. Die hem vol verwachting aankeken.

“Beatrijs is een non,” begon hij. “Trouw aan God en bruid van Christus. Maar dan komt die jongen op de proppen.”

“Van wie ze al heel lang houdt,” droomde Sophie even lekker weg.

“Eh ja. Daar gaat het dus om. De liefde tussen die twee is hoofs. Maar haar trouw aan God is in feite veel belangrijker.”

“Maar waarom dan?” wilde Sophie weten. “Ze houden toch zeker van elkaar!” Haar vriendin sloot zich daar heftig knikkend bij aan.

“Ja maar,” voelde Schoonebeek zich onvaste grond betreden. “In de Middeleeuwen was dat anders.”

“Nee hoor,” wierp de blonde vriendin nu al haar uren studie in de strijd. “Want ze gaat juist wel met hem mee. Want haar liefde voor die jongen is juist heel belangrijk.”

Schoonebeek zuchtte. En dacht aan zijn actieve onderwijsjaren. Zijn colleges over de Middeleeuwen vormden steeds een klein jaarlijks hoogtepuntje. Voor hem. Maar ook toen al hadden er van die mooie, lieve, enthousiaste, verleidelijke, spontane meisjes in de klas gezeten, die er geen hout van begrepen. Die niet snapten dat de huidige wereld anders in elkaar stak dan de televisiesoaps wilden doen geloven. En bij wie het leven en denken van de middeleeuwer helemaal hun verstand te boven ging. Maar ach, ze waren wel leuk. En maakten Schoonebeeks donkere dagen telkens weer wat lichter.

“Hoe weet u dat toch allemaal?” vroeg Sophie ineens heel lief.

“Ach,” snakte Schoonebeek een beetje naar adem. “Je leest eens wat.”

“Voor uw plezier?” wilde de blonde vriendin verwonderd weten.

Schoonebeek knikte.

“Wat knap van u,” fluisterde Sophie. En Schoonebeek miste even hoe ze haar vriendin aanstootte. “Maar u hebt ons wel heel erg geholpen hoor. Het gaat vast wel lukken met dat tentamen.”

Ze schraapten hun spulletjes bij elkaar. En stonden op.

“Weet u hoe laat het is?” vroeg ze. Schoonebeek raadpleegde zijn horloge en gaf bescheid.

Sophie slaakte een gilletje. “Dan begint het al over een half uur!” En fluks beenden de meisjes het café uit.

De man achter de bar kwam hem een bonnetje brengen.

“Rekent u af?” vroeg hij.