INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Ongedane zaken

The bitterest tears are shed for words left unsaid and deeds left undone. Schoonebeek wordt niet dagelijks overvallen door onjuiste citaten van Harriet Beecher Stowe. Maar nu even wel. En dat komt door dat stel. Want vanachter zijn glas Duvel onder de luifel van Anvers heeft hij aardig zicht op de man en de vrouw die op het terras van de buren tapas zitten te eten. De vrouw (het meisje, Schoonebeek schat haar begin twintig) zit met haar rug naar de straat. Ze is niet groot, maar de schepper heeft er wel extra zijn best op gedaan. Ze heeft een mooi gezicht met dunne lippen, een smalle neus en kleine oortjes. En ook de rest mag er zijn. “Ik weet nu hoe engelen eruit zien” zou een wel erg makkelijke, maar daarom niet minder accurate opening zijn. Schoonebeek is nooit zo sterk geweest in contacten leggen. Ze heeft haar rechterbeen onder haar linkerdij geschoven, zodat ze een beetje hoger zit. Een teenslipper bungelt vrolijkjes een halve meter boven de Oude Markt.

De man zit met zijn rug schuin naar Schoonebeek. Hij is groter en breder en, getuige de nogal volle maan op zijn kruin, toch wel een stukje ouder. Ach, een mens is zo oud als ie zich voelt. Af en toe, bij een onverhoedse beweging, ontwaart Schoonebeek zachte trekken en een zonnebril. Uit heel zijn houding blijkt dat hij het meisje mooi vindt. Hetgeen Schoonebeek volmondig kan beamen. En hij vindt haar waarschijnlijk ook heel erg lief. Wat Schoonebeek graag wil geloven.

De mond van het meisje beweegt. Ze praat en lacht tegen de man. En als ze lacht weet Schoonebeek het zeker: zij voelt ook wel iets voor de man. Maar wat? Liefde? Respect? Meelij? Schoonebeek vraagt zich af of ze daar zelf wel helemaal uit is. En de man hoopt er zo te zien maar het beste van.

Maar er is nog iets tussen die twee. Afstand. Iets wat best wel onoverbrugbaar lijkt. Is hij haar afdelingshoofd op een middelgrote bank? Is zij zijn studente aan de universiteit? Is hij getrouwd maar niet met haar? Of is het gewoon de leeftijd?

Kijk, ze zegt weer iets. Waarna hij zijn hand naar de hare uitstrekt. Maar dan tikt hij haar even kort met twee vingers aan, trekt zich schielijk terug en pakt vlug een olijf uit een schaaltje. Alsof dat van het begin af aan de bedoeling van deze hele actie was.

Juist. Dat wordt zo nooit wat, denkt Schoonebeek. Hij laat nog een Duvel komen, schuift zijn stoel wat opzij en gaat er eens goed voor zitten.

Zo te zien zoeken de ogen van het meisje die van de man. Maar daar zit die verrekte zonnebril. Ook niet echt handig. Ze wil vast iets liefs tegen hem zeggen. Maar wat er dan uitkomt is blijkbaar zo neutraal dat de man niets anders rest dan er begripvol om knikken. Dan is het zijn beurt. Schoonebeek ziet zijn lippen bewegen, terwijl een heleboel spieren in zijn lijf zich spannen. Als hij nu zegt wat hij wil zeggen, zegt hij meer dan hij in zijn hele leven gezegd heeft. Denkt Schoonebeek. Maar dat kan natuurlijk ook heel goed projectie zijn. Het meisje lacht. En reageert met een grap. Aanval mislukt. Of vroegtijdig afgeblazen.

Dan zegt ze weer iets en de man staat op. Hij loopt naar binnen om af te rekenen. Terwijl zij nog een laatste hapje uit een van de schaaltjes pakt. Er valt iets oranjes op haar zwart-met-witte bloesje. Maar ook dat laat geen sporen achter van belang.

Als hij weer naar buiten komt, staat zij ook op. Midden op de Oude Markt mompelen ze nog gedurende twee volle minuten wat afscheidsleegheden tegen elkaar. Dan gaat zij naar rechts; hij naar links. Maar al na één stap draaien ze zich alletwee weer half om en strekken een arm uit. Naar elkaar.

Zij pakken elkaars hand vast. Omhelzen elkaar. Een zoen. En eindelijk volgen de goede woorden. Met veel ‘houden vans’ erin. Dan lopen ze samen de kant van de Heikense kerk op.

Maar nee. Aan het eind van de gestrekte armen maken twee handen een armoedig wuifgebaar. Man en meisje, meisje en man zeggen allebei nog iets ongevaarlijks. En gaan huns weegs. In verschillende richtingen.

Schoonebeek zit alleen achter zijn Duvel. Wat overigens prima gezelschap is. En hij denkt aan zijn eigen onuitgesproken woorden en ongedane zaken. Gedane zaken nemen geen keer, zeggen mensen die hun wijsheid uit boekjes halen. Maar ongedane zaken nemen helemáál geen keer, weet Schoonebeek uit pijnlijke ervaring. De man en het meisje weten dat nog niet. Maar dat komt over een paar dagen wel. Of misschien zelfs vanavond al. Schoonebeek neemt nog een slok en zwaait naar de serveerster voor een derde glas. En wentelt zich maar weer eens in zijn treurige rol van ervaringsdeskundige.