Probleem
Schoonebeek had net z'n armen op de brugleuning
gelegd, klaar om wat rondjes in het water van het Wilhelminakanaal
te gaan spugen, toen er een jonge vrouw naast hem kwam staan. Zodat
hij zijn spuug nog even binnenhield.
'Ik zit met een probleem,' opende de vrouw siciliaans.
'Koesteren,' zei Schoonebeek eenvoudig.
'Pardon?' De vrouw keek op en Schoonebeek gunde zich
een moment de tijd om haar aan te kijken. Hoewel ze lang was, en
eerder mager dan een beetje geproportioneerd, was ze onmiskenbaar
mooi. En lief dus, concludeerde Schoonebeek romantisch.
'Problemen moet je koesteren,' legde hij derhalve
geduldig uit. 'Voor je 't weet ben je ze kwijt. En wat moet je dan?'
'Dan kun je verder,' sprak de vrouw nuchter. 'Eerst
problemen oplossen en dan door. Dat vind ik, hoor,' voegde ze er
verontschuldigend aan toe.
'Maar dat kost wel een hoop energie,' bracht
Schoonebeek in. 'Die je voor iets leukers had kunnen gebruiken.'
'Alsof een leven vol problemen niks kost,' zei de
vrouw verongelijkt.
'Laat me ’t uitleggen,' beval Schoonebeek en ging met
zijn heup tegen de brugleuning staan.
'De meeste mensen hebben doorgaans een stuk of tien
problemen. Die ze willen oplossen. Dat lijkt veel, maar daar zitten
natuurlijk ook kleintjes bij. Een vergeten afspraak en zo.' Hij
volgde met zijn blik de wegdraaiende ogen van de vrouw. Twee eenden
waggelden voorbij. Maar hij voer dapper voort.
'Goed. Aan de slag, denken de meesten dan. En ze
pakken probleem nummer één bij de kop. En zo doemt er al meteen een
nieuw probleem op. Wat is nummer één? Waarom? Hoezo? Hoe los je het
op? Begrijpt u?'
De jonge vrouw knikte. Niet geheel overtuigd.
'Stel nu eens,' hield Schoonebeek de les
gaande, 'dat je met een hoop moeite een klein beetje resultaat boekt.
Moet kunnen. Dan blijken er in de tussentijd alweer twee, drie
nieuwe problemen op de lijst te staan. Omdat je alle aandacht op één
punt gericht hebt, heb je andere dingen verwaarloosd. Toch?'
De vrouw keek wanhopig. Ze had al lang spijt. Maar ze
was mooi en dus ging Schoonebeek meedogenloos door.
'Maar als je nou niks doet, dan lossen negen van de
tien problemen zich vanzelf op. Alles heeft z'n zelfoplossend
vermogen. Geloof me.'
'Negen van de tien, zei u.' De vrouw had de zwakke
schakel al snel ontdekt. 'Blijft er altijd nog eentje over.'
'Dat los je dan zelf op en klaar is kees.' Het klonk
triomfantelijker dan bedoeld. De vrouw raakte geïrriteerd.
'Problemen lossen zichzelf helemaal niet op,' siste
ze venijnig. 'Je staat maar wat te lullen, volgens mij.'
En Schoonebeek voelde dat hij de greep op het gesprek
dreigde te verliezen.
'Laat me een voorbeeld geven,' smeekte
hij daarom. 'Een paar weken geleden word ik gebeld door een
bewonderaarster. Haar stem bevalt me, dus we spreken af voor drie
dagen later. Bij de Italiaan. Maar op die bewuste middag kom ik een
oude schoolkameraad tegen. We kletsen wat. We drinken wat. En u
raadt het al: ik vergeet zowel de vrouw als de Italiaan. Een
probleem.' Hier voegde hij een spanningverhogende pauze in. De vrouw
luisterde aandachtig.
'En nu komt het. Ik besluit haar niet te bellen. Als
je iets vergeet, moet je het goed doen, nietwaar. En na twee dagen
al krijg ik een brief. Van haar. Duizend excuses, maar kon niet
komen, enzovoort. Ziet u wat ik bedoel?'
En Schoonebeek glimlachte verliefd.
'Tja,' peinsde de vrouw. 'Als je het zo bekijkt. Ik
denk dat je gelijk hebt. Gewoon niks zeggen. Zo lossen die dingen
zich dus op!' En ze draaide zich om en liep weg.
'Je wordt ontzettend bedankt!' riep ze een meter of
twintig verderop nog. En verdween, Schoonebeek achterlatend met het
ongeluk van het gelijk. |