Ring
Schoonebeek kan
een goed glas bier echt wel onderscheiden van rioolwater. En ook van
mooie boeken heeft hij veel verstand. Vindt hij. Maar voor de rest
heeft hij absoluut geen benul van schoonheid. Vindt zijn vriendin.
Waarschijnlijk hebben ze allebei gelijk.
En daarom heeft
Schoonebeek een paar weken geleden zijn vriendin een ring cadeau
gedaan, die ze zelf mocht uitzoeken. Bij een heuse juwelier in de
Heuvelstraat. De expeditie was wonderwel geslaagd. Al na twintig
minuten stonden ze weer buiten. Zij met een mooie moderne ring om
haar vinger. Zo eentje waarvan de uiteinden elkaar niet precies
raken. En hij met een hap uit zijn creditcard die hem nog wel even
zal heugen. Daarna zijn ze om de hoek, bij Anvers, bier gaan
drinken. Want voor wat hoort wat. Vinden ze allebei.
Schoonebeek
heeft ook een vader. Een hele ouwe, van wel negentig jaar. De man
woont in een bejaardenwoning in een van de dorpen rond Tilburg. En
omdat die vader nog prima bij zijn hoofd is, gaat Schoonebeek van
tijd tot tijd keurig bij hem langs. Echt een zoon om trots op te
zijn. Afgelopen zondag was het weer zo ver. En de vriendin ging mee.
Er was koffie.
“Jullie hoeven
zeker geen koekje,” stelde de vader vast.
“Nou…” begon
Schoonebeek.
Maar de vriendin
corrigeerde hem schielijk. “Nee, wij hoeven geen koekje hoor,”
poneerde ze met grote stelligheid. “Ik niet en hij (ze wees even
achteloos naar Schoonebeek) al helemaal niet.”
En toen
Schoonebeek aanstalten maakte om in een vlammend protest vorm te
geven aan zijn ongenoegen, siste ze: “Hij heeft helemaal geen
koekjes in huis. Dus hou je mond.”
Dit verbaasde
Schoonebeek. Ze was hier nog geen kwartier binnen. Ze was gaan
zitten en ze zat nog steeds. De koekvoorraad was nog geen moment ter
sprake gekomen. En dan zo boud beweren dat er geen koekjes zijn… Dit
vroeg om nader onderzoek. Schoonebeek wandelde naar de keuken en
liet de conversatie met de oude man met een gerust hart aan zijn
vriendin over.
Die meteen de
koers uitzette. “Kijk eens wat ik van Schoonebeek heb gekregen,”
sprak zij monter. En zij hield de bejaarde haar beringde vinger
voor.
“Wat is dat?”
informeerde de man beleefd.
“Een ring,”
legde de vriendin bereidwillig uit. “Die heb ik van Schoonebeek
gekregen.”
Schoonebeek
opende intussen de keukenkast. Op zoek naar de koektrommel. Die er
niet stond. Hij wierp een blik over zijn schouder de kamer in. Zijn
vriendin zat inmiddels op de leuning van des vaders fauteuil. En
hield de ring op zo’n vijftien centimeter van ’s mans gezicht. Dat
moest lukken, schatte Schoonebeek.
“Wat is dat?”
herhaalde de vader niettemin.
“Da’s de ring
die ik van Schoonebeek heb gekregen,” bleef de vriendin voorkomend
klinken. En ze voegde er maar meteen “Mooi hč?” aan toe. Om de
gedachten wat te sturen.
Maar helaas. De
man keek nog eens goed over de rand van zijn bril. En velde
meedogenloos zijn oordeel. “Ik vind er niks aan.”
Stilte.
De vriendin keek
wat hulpeloos om zich heen, maar Schoonebeek dook laf weg achter de
keukenkast. “Maar is ie niet mooi dan?” bood ze de vader een
vergeefse kans om zijn mening te herzien.
“Ik vind hem
lelijk,” bitste de oude.
“O,” wist de
vriendin daarop te zeggen. En dat kostte haar heel wat moeite. Ze
ging terug naar haar stoel. En dronk van haar koffie.
“Ja,” zei ze
toen. “Eigenlijk wil ik toch liever wél een koekje.”
Waarop
Schoonebeeks hart een vreugdesprongetje maakte. Dit was zijn
vriendin! |