INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Ring

Schoonebeek kan een goed glas bier echt wel onderscheiden van rioolwater. En ook van mooie boeken heeft hij veel verstand. Vindt hij. Maar voor de rest heeft hij absoluut geen benul van schoonheid. Vindt zijn vriendin. Waarschijnlijk hebben ze allebei gelijk.

En daarom heeft Schoonebeek een paar weken geleden zijn vriendin een ring cadeau gedaan, die ze zelf mocht uitzoeken. Bij een heuse juwelier in de Heuvelstraat. De expeditie was wonderwel geslaagd. Al na twintig minuten stonden ze weer buiten. Zij met een mooie moderne ring om haar vinger. Zo eentje waarvan de uiteinden elkaar niet precies raken. En hij met een hap uit zijn creditcard die hem nog wel even zal heugen. Daarna zijn ze om de hoek, bij Anvers, bier gaan drinken. Want voor wat hoort wat. Vinden ze allebei.

Schoonebeek heeft ook een vader. Een hele ouwe, van wel negentig jaar. De man woont in een bejaardenwoning in een van de dorpen rond Tilburg. En omdat die vader nog prima bij zijn hoofd is, gaat Schoonebeek van tijd tot tijd keurig bij hem langs. Echt een zoon om trots op te zijn. Afgelopen zondag was het weer zo ver. En de vriendin ging mee.

Er was koffie.

“Jullie hoeven zeker geen koekje,” stelde de vader vast.

“Nou…” begon Schoonebeek.

Maar de vriendin corrigeerde hem schielijk. “Nee, wij hoeven geen koekje hoor,” poneerde ze met grote stelligheid. “Ik niet en hij (ze wees even achteloos naar Schoonebeek) al helemaal niet.”

En toen Schoonebeek aanstalten maakte om in een vlammend protest vorm te geven aan zijn ongenoegen, siste ze: “Hij heeft helemaal geen koekjes in huis. Dus hou je mond.”

Dit verbaasde Schoonebeek. Ze was hier nog geen kwartier binnen. Ze was gaan zitten en ze zat nog steeds. De koekvoorraad was nog geen moment ter sprake gekomen. En dan zo boud beweren dat er geen koekjes zijn… Dit vroeg om nader onderzoek. Schoonebeek wandelde naar de keuken en liet de conversatie met de oude man met een gerust hart aan zijn vriendin over.

Die meteen de koers uitzette. “Kijk eens wat ik van Schoonebeek heb gekregen,” sprak zij monter. En zij hield de bejaarde haar beringde vinger voor.

“Wat is dat?” informeerde de man beleefd.

“Een ring,” legde de vriendin bereidwillig uit. “Die heb ik van Schoonebeek gekregen.”

Schoonebeek opende intussen de keukenkast. Op zoek naar de koektrommel. Die er niet stond. Hij wierp een blik over zijn schouder de kamer in. Zijn vriendin zat inmiddels op de leuning van des vaders fauteuil. En hield de ring op zo’n vijftien centimeter van ’s mans gezicht. Dat moest lukken, schatte Schoonebeek.

“Wat is dat?” herhaalde de vader niettemin.

“Da’s de ring die ik van Schoonebeek heb gekregen,” bleef de vriendin voorkomend klinken. En ze voegde er maar meteen “Mooi hč?” aan toe. Om de gedachten wat te sturen.

Maar helaas. De man keek nog eens goed over de rand van zijn bril. En velde meedogenloos zijn oordeel. “Ik vind er niks aan.”

Stilte.

De vriendin keek wat hulpeloos om zich heen, maar Schoonebeek dook laf weg achter de keukenkast. “Maar is ie niet mooi dan?” bood ze de vader een vergeefse kans om zijn mening te herzien.

“Ik vind hem lelijk,” bitste de oude.

“O,” wist de vriendin daarop te zeggen. En dat kostte haar heel wat moeite. Ze ging terug naar haar stoel. En dronk van haar koffie.

“Ja,” zei ze toen. “Eigenlijk wil ik toch liever wél een koekje.”

Waarop Schoonebeeks hart een vreugdesprongetje maakte. Dit was zijn vriendin!