CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

Rotterdam Centraal

Schoonebeek zit behoorlijk vast aan Tilburg. Misschien zelfs wel  een beetje té vast. Dat laatste beweren zijn kinderen althans. En die kunnen het weten. Zijn dochter is een paar weken geleden tenslotte niet voor niks naar Goirle verhuisd. Dat was duidelijk een statement, die migratiewoede. En zijn zoon woont alweer bijna twee jaar in Leiden en vindt Tilburg alleen nog maar goed genoeg om eens met vrienden van vroeger bij de Irish Pub wat bij te praten. En, eerlijk is eerlijk, soms ook om zijn vader te bezoeken. En dan samen Duvel te drinken.

Vroeger, ja vroeger. Toen bereisde Schoonebeek gans Europa. Van Scandinavië tot aan de Middellandse Zee heeft hij iets van een verleden liggen. Mooie herinneringen aan de oude stad Perugia, aan de Zweedse kust en aan Swinging London toen dat nog Swinging London was, vechten op momenten van weemoed om voorrang.

En er is natuurlijk Rotterdam.

Het is in Tilburg een goed bewaard geheim dat Schoonebeek maar liefst tien van zijn werkzame jaren in de stad van Riekus Waskowsky heeft doorgebracht. Riekus Waskowsky, de in 1977 op 45-jarige leeftijd zo jammerlijk gestorven dichter van de bundel Slechts de namen der grote drinkers leven voort. Een monument in de rijke historie van de vaderlandse poëzie - als je het Schoonebeek vraagt.

En vandaag dwingt de actualiteit Schoonebeek om maar weer eens ernstig aan dat Rotterdamse verleden van hem terug te denken. Want vanmorgen meldde de radio dat het Rotterdamse centraal station deze ochtend tegen de vlakte gaat. Uitgerekend de plaats die zo'n drieduizend keer (rekent Schoonebeek in de gauwigheid uit) zijn blijde inkomst in de maasstad markeerde. En van waaruit hij in de jaren tachtig het Weena vol heeft zien groeien. Eerst nog een kale vlakte met een paar armetierige horecaketen en later die reeks architectonische hoogstandjes waarbij Tilburg nog steeds afsteekt als een plat dorp waarin per ongeluk twee of drie echte gebouwen zijn weggezet.

Het centraal station waar hij ooit 's avonds laat voor een tientje een fraai zakhorloge kocht van een sjacherende junk die hij om vreemde redenen in de loop der tijd toevallig wat beter had leren kennen. Het centraal station ook, waar hij  ooit een keer heeft moeten rennen om zijn hachje veilig te stellen.

Dat kwam zo: op een zonnige woensdagmiddag (pilsje gedronken bij de Consul, maar het kan ook het Radio Rijnmondcafé geweest zijn dat toen nog bestond) wandelde Schoonebeek op zijn gemak het Stationsplein op, teneinde op enig moment een trein naar Tilburg te halen. En niemand schetst zijn verbazing toen hij rond de glazen voorpui van het station in een ruime cirkel enkele honderden mensen naar dat station zag staan kijken. Daar moest iets gebeurd zijn. Maar er was niets te zien. Een ogenblik overwoog Schoonebeek om bij één der omstanders naar het waarom van deze samenscholing te informeren. Maar uiteindelijk besloot hij dat iedereen vooral moest doen waar hij zin in had. En dat hij daar hoegenaamd niets mee te maken had. Hij doorbrak derhalve kordaat de cirkel en wandelde gemoedelijk over het verder zeer lege plein naar de stationshal. Toen hij halverwege was, klapten de krappe automatische deurtjes ineens open en kwamen er een stuk of twintig lieden naar buiten gestormd die gehuld waren in de kleuren van een of andere Schotse voetbalclub. Schoonebeek wist de rennende voetballiefhebbers behendig te ontwijken en liep rustig door. Maar toen verscheen het werkelijke gevaar: een horde M.E.'ers met het schuim op de mond en een waas voor ogen denderde woest de wapenstok hanterend het stationsplein op. Achter Schoonebeek vielen er al wat gaten in de mensenmenigte, veroorzaakt door verstandige lieden die het zekere voor het onzekere namen. En pas op dat moment realiseerde Schoonebeek (die ook toen al niet altijd even verstandig was) zich dat het wellicht het overwegen waard was om voor deze geweldsmachine de benen te nemen - de voetbalminnende Schotten achterna. In het behoedzame publiek klonk hier en daar wat nerveus gelach om deze heer die de situatie zo onmiskenbaar verkeerd had ingeschat. Zoals Schoonebeek nu, zoveel jaren later, ook wel kan glimlachen om de herinnering.

En dat station wordt vandaag dan gesloopt? Schande!