Sannes oponthoud
Behalve eten,
drinken en door de stad wandelen, doet Schoonebeek alles vanachter
de computer. Zelfs slapen.
Achter het
scherm en aan de toetsen heerst hij over zijn wereld. Hij bezoekt er
uitgeverijen, op zoek naar leuke nieuwe boekjes. Hij abonneert er
zich op kranten en tijdschriften en hij koopt er tierelantijnen waar
hij alweer spijt van heeft zodra hij op “send” heeft geklikt. Tja.
Voorts jaagt hij
er zijn berichten de wereld in. De stukjes voor de krant,
natuurlijk. En ook de correspondentie met zijn fans. Want
Schoonebeek heeft een bescheiden schare fans, die hem op gezette
tijden van hun bewondering voor de meester kond doen. Goed, het zijn
meest oudere dames, maar dat schijnt het lot van alle vaderlandse
literatoren te zijn. Daar wil Schoonebeek verder niet moeilijk over
doen.
Maar daarom
beschouwt hij het wel als een klein feestje, als een andere afzender
zich eens meldt. Zoals van de week. De splinternieuwe
bewonderaarster was Sanne. In het elektronische bericht, dat besloot
met “kusjes”, stelde zij zich voor als een achttienjarige studente
uit Etten-Leur. Ze verhaalde van de warmte die zijn geschriften
steeds bij haar teweegbrachten. Over het onderwerp van haar studie
liet zij Schoonebeek in het ongewisse. Maar ze liet wel met enige
trots weten dat ze op vrijdagavond en op zaterdag in Jopies
Eetpaleis werkte. In het plaatselijke winkelcentrum.
En toen deed
Schoonebeek iets, wat hij nog nooit had gedaan. Hij wandelde naar
het station en kocht een retourtje Etten-Leur. Eerste klas, dat wel.
Op zijn plaats
van bestemming moest hij wel even zoeken, want rond het station zag
het er niet zo winkelcentrumachtig uit. Maar toen hij het eenmaal
gevonden had, keek hij zijn ogen uit. Etten-Leur was toch een dorp?
Een uit de kluiten gewassen dorp misschien wel, maar niettemin: een
dorp. Maar dit winkelcentrum was dan toch veel te groot! En toen
kwam er naast verwondering ook nog een kleine maar giftige portie
afgunst bovendrijven. Waarom stond dit ding niet in Tilburg? Het zou
een goed doel zijn voor zijn dagelijkse wandelingen. Want, moest hij
eerlijk toegeven, door Emmapassage was je wel erg gauw heen. En de
Heuvelpoort, ach ja, de Heuvelpoort.
Een beetje
mokkend om zich heen kijkend, dreigde Schoonebeek de reden van zijn
komst al vlug te vergeten. Maar toen zag hij het. Jopies Eetpaleis.
Te bereiken langs een ruime trap naar de eerste etage.
Schoonebeek
zocht zich een aardig plaatsje op het terras. Vanwaar hij de gangen
van het personeel goed kon observeren. Er waren wel drie of vier
meisjes die Sanne zouden kunnen zijn. Leuke meiden allemaal. Twee
blonden, één met bruin en één met zwart haar. Schoonebeek keek
gretig van de een naar de ander. Van hem mochten ze allemáál Sanne
heten. En hem kusjes toezenden.
‘Wat mag het
zijn voor u?’ Schoonebeek schrok. Waar kwam die man nou inenen
vandaan? Dat moest Jopie zelf zijn. Schoonebeek bestelde een Duvel
en bezon zich op manieren om zijn Sanne aan zijn tafeltje te
krijgen. Er zomaar eentje aanspreken kon niet. Ze draafden alle vier
als noeste werkpaardjes het voedselpaleis in en uit en het zag er
niet naar uit dat Jopies werkrooster ruimte liet voor een gesprek
met de klanten.
Daar kwam zijn
Duvel. Bekwaam geserveerd door de beeldschone brunette die
ontzettende lief naar hem glimlachte.
‘Sanne?’ Het was
eruit voordat hij het wist. En meteen zag hij het belachelijke van
zijn actie in. Er waren hier vier meisjes. En misschien had Sanne
niet eens dienst vandaag! Het nerveuze zweet brak hem spontaan uit.
‘Ja?’ antwoordde
het meisje.
‘Ja? Ik bedoel:
ben jij Sanne?’
‘Ja,’ lachte het
meisje. ‘En u? Wie bent u?’
‘Schoonebeek,’
zei Schoonebeek. ‘Jij hebt mij gemaild, dus ik was eigenlijk wel
benieuwd naar je.' Hij stokte even. 'Je bent veel mooier dat ik had
ge… hoopt.’
‘Goh,’ keek het
meisje geamuseerd op hem neer. ‘En u bent veel eh, anders.’
Ze keek naar de Paleisdeur. Maar Jopie was in geen velden of wegen
te bekennen.
‘Anders?’ wilde
Schoonebeek weten.
‘Ja, anders,’
zei Sanne. ‘Ik weet niet…’
‘Ouder?’ voelde
Schoonebeek de bui al hangen.
Ze knikte. ‘Ook
ja.’
Op dat moment
verscheen Jopie in de deuropening en nam misprijzend Sannes
oponthoud in ogenschouw.
‘Ik geloof dat
je verder moet,’ stelde Schoonebeek gelaten vast.
Het meisje
knikte. En spoedde zich naar een ander tafeltje, teneinde een
bestelling te noteren.
En Schoonebeek
nam een berustende slok van zijn Duvel. Wederom had hij een tere
meisjesziel gekwetst. Door alleen maar vierenvijftig te zijn. Zo
makkelijk ging dat dus.
Maar toen Sanne
even later weer langs zijn tafeltje rende, hield ze even in. ‘Ik
mail u nog,’ fluisterde ze. Althans, zoiets verstond Schoonebeek
toch. |