Sapjes
Soms wordt het
Schoonebeek zwaar te moede. Dan willen zijn benen niet meer, is zijn
maag van streek, vreest hij voor zijn hart en lukt het heldere
denken ook allemaal niet meer zo.
Op zulke
momenten is hij nogal geneigd om zijn gezondheid eens onder de loep
te nemen. Zijn steun en toeverlaat werd deze keer gevormd door de
sapjes van ’s lands grootste grutter. Kiwi-sinaasappel,
bijvoorbeeld. En omdat hij daarin niet kinderachtig wil zijn, slaat
hij daar zo anderhalve liter van achterover. Waarna zijn maag
natuurlijk weer bezwaar aantekent vanwege de plotsklaps zo overmatig
toegediende vruchtenzuren. Van zijn knieën tot zijn kruin voelt hij
het branden.
Dus gooit hij
het over een andere boeg. Voor hem vanaf nu alleen nog maar van die
kwaliteitsflesjes van Fruit-2-day. “Je dagelijkse portie fruit in
één flesje.” Kijk, daar heb je wat nog eens aan. In ieder geval meer
dan aan dat concurrerende merk, dat ermee adverteert dat ze de helft
van je dagelijkse rantsoen aan groenten en fruit in zo’n flesje
hebben zitten. Dat schiet dus niet op. Schoonebeek wil maar niet
begrijpen waarom ze die dingen dan niet gewoon twee keer zo groot
maken.
De nieuwe manie
heeft wel een groot bijkomend nadeel: in zijn zwakste momenten moet
Schoonebeek erkennen dat hij zo’n sapje eigenlijk best wel lekker
vindt. En dan neemt hij er nog maar eentje. En nog eentje. En nog.
Om de haverklap
staat hij daarom bij het meisje aan de kassa van de grutter aan de
Piusstraat. Met een sixpack. En zonder zich te schamen.
Totdat er een
keer een ander meisje zit. Blond en mager en met zo’n oogopslag van
“het is wel mijn kassa hier”.
Schoonebeek legt
zijn sixpack op de band.
“Nou, da’s
anders wel duur fruit,” geeft het meisje hem meteen van katoen.
“Hoezo?” vraagt
Schoonebeek ongerust. Hij vreest een op hol geslagen kassa. Dat dat
ding ineens vijftigduizend euro aangeeft of zo. Hij vergist zich.
“Vijf
vijfenveertig voor een beetje fruit,” moppert het meisje.
“Ja, maar er
zitten er wel zes in hoor,” schiet Schoonebeek meteen in de
verdediging.
“Dan nog,”
snauwt het meisje.
Waar bemoei jij
je mee, ligt op Schoonebeeks lippen. Maar iets in het gedrag van dit
meisje verontrust hem. Zo klein als ze is, geeft ze niet de indruk
dat je met haar gaat lopen.
Oppassen
derhalve.
“Ach, voor een
keertje,” probeert Schoonebeek voorzichtig.
Het meisje werpt
hem een nietsontziende blik toe. Die Schoonebeek er woordloos op
wijst dat hij niet alleen op deez’ aard is om dure sapjes te
drinken. En dat er zelfs een hoop mensen zijn die nog nooit van
zulke sapjes hebben gehoord; laat staan geproefd.
Ja, er is veel
onrecht in de wereld.
Intussen staat
Schoonebeek er dan toch een beetje besluiteloos bij. Moet hij zijn
jongste aankoop nu annuleren? Maar het meisje heeft de sapjes al wel
afgebliept. En hij heeft geen idee hoe zoiets zal vallen. Niet best,
vreest hij.
Dus pakt hij
zijn portemonnee en haalt er een briefje van twintig uit.
“Zo,” merkt ze
op. “Geld zat hè?” En zelfs dat durft Schoonebeek niet te ontkennen.
Even later, in
zijn sombere woonst nabij de Spoorlaan, staat hij minstens vijf
minuten met zo’n flesje perzik-mango in zijn handen schuldbewust
naar het etiket te staren. En hij neemt een kloek besluit: het sapje
gaat terug de ijskast in, in afwachting van mondiaal betere tijden.
En in plaats
daarvan neemt hij dan maar een ijskoude Duvel. De eerste in drie
dagen. |