Scherven
Omdat Schoonebeek geen zin had om te
koken, en omdat zijn broer vandaag tóch twintig jaar getrouwd was,
leek het hem het beste om zo tegen half zes maar eens langs te gaan.
Met een flesje wijn. Annekes kookkunst genoot binnen de beslotenheid
van de familie Schoonebeek enige faam en daar had hij de lange
wandeling van zijn huis naar de Burgemeester Jansenstraat graag voor
over. Als een soort relict uit de tijd dat je nog moest werken voor
je eten.
Het was koud onderweg En hij had zich
een warmer welkom voorgesteld.
Broer deed zelf open en van Anneke
ontbrak vooralsnog elk spoor. Toch durfde Schoonebeek er pas bij
zijn tweede Duvel naar te vragen.
“Nee, ze is er niet,” deed Broer
luchtig. Te luchtig. Zodat Schoonebeek het op een zuigen zette.
“Hoezo is ze er niet? Je bent vandaag
getrouwd, man. Eh.. twintig jaar geleden dan.” Schoonebeek kon zich
de eerste helft van zijn broers trouwdag nog levendig voor de geest
halen. Over het tweede deel was geleidelijk de nevel van een
alcoholische roes neergedaald. Het was een redelijk zonnige, maar
wel besneeuwde januaridag geweest. Ten stadhuize had de ambtenaar
(met zo’n schalks bedoelde blik op Annekes hoogzwangere buik)
voorgesteld om de zaak maar snel af te handelen. Zodat ze een half
uur te vroeg bij het restaurant in de Oisterwijkse bossen
arriveerden. Waarop Schoonebeek, Broer en enkele gelijkgestemden
besloten de wijnvoorraad alvast maar aan een nader onderzoek te
onderwerpen. Het was allemaal nog bijzonder aangenaam geworden. En
toen Anneke zes weken later van haar eersteling beviel, was alles
tussen Broer en haar weer koek en ei. Met Schoonebeek bleef ze meer
moeite houden. Teneinde haar huwelijk niet al te zeer in de
waagschaal te stellen, had ze namelijk besloten dat hij de kwade
genius achter het trouwdagdebacle moest zijn. En op die voet
sukkelden Broer en Anneke nu alweer twintig jaar voort.
“Ze was er wel,” onderbrak Broer
Schoonebeeks retrospectief. “Maar ze is even weggegaan. Voor een
boodschap, denk ik.”
Als antwoord behoefde Schoonebeek
slechts ostentatief zijn horloge te raadplegen. Voor boodschappen
begon het wel een tikje aan de late kant te worden.
“Goed, goed,” gaf Broer zich gewonnen.
“Ze heeft in gespannen toestand het pand verlaten.”
“Waarom?” likte Schoonebeek zijn lippen
alvast af.
Maar broer haalde zijn schouders op. “Ik
vroeg alleen maar wat we vanavond aten.”
‘Hetgeen een alleszins redelijk verzoek
om informatie is,” leek Schoonebeek. “Was ze al begonnen met koken?”
Broer schudde van nee. “Ze zat daar
maar, dus ik dacht: zou er iets zijn?”
Logisch, vond Schoonebeek.
“Maar ja, hoe begin je daar dan over hč?
Dus toen vroeg ik maar wat we aten. Ik bedoel, als ze eenmaal aan
het praten is, komt de rest vanzelf. Dacht ik.”
Schoonebeek kon niet anders dan zijn
broer prijzen om deze subtiele wijze van communiceren. Al werd het
probleem er niet meteen helderder van. Niettemin keek Broer hem
verwachtingsvol aan.
Schoonebeek hief zijn lege glas en
verklaarde: “Goede raad is duur.” Waarop Broer zich naar de keuken
haastte voor nog eens twee Duvels.
“Weet jij hoe ze een twintigjarig
huwelijk noemen, qua stofnaam?” vroeg Schoonebeek toen de grote
kelken weer gevuld waren.
“Blik? Brons? Plastic? Aluminium?” deed
Broer een paar ongeďnspireerde suggesties.
“Kristal.”
“Kristal?”
“Kristal. De meest fragiele aller
grondstoffen die in een huwelijksleven langskomen. Twintig jaar is
een breekbaar moment, broertje.”
Broer liet een kort, bewonderend gefluit
horen. Hetgeen Schoonebeek gelaten liet passeren.
“Maar wat nu?” fluisterde Broer.
“Zelfredzaamheid,” antwoordde
Schoonebeek beslist. “Het antwoord is zelfredzaamheid.” Hij bood
zijn broer een ogenblik de gelegenheid om hem bij te benen. Toen
vervolgde hij: “Je hebt iets erg verkeerd gedaan. Dat is duidelijk.
Wat precies zal voor de eenvoudige mannelijke geest voor
altijd duister blijven. Het is verspilde energie om dat te
achterhalen. Vergeefse moeite. Je bent gestraft en dat dien je als
een man te dragen. Door haar te tonen dat je ook zonder haar kan.
Da’s de snelste manier om haar terug te krijgen. Doe je dat niet,
dan ligt heel dat kristallen huwelijk van jou definitief aan
scherven.”
Broer knikte alsof hij het begreep.
“Maar hoe pakken we dat aan?” We.
Schoonebeek legde een hand op de
schouder van Broer. Om hem deelgenoot te maken van zijn eigen
wereldwijsheid.
“Je moet keuzes maken. Wil je
bijvoorbeeld verhongeren of eten?”
“Eten natuurlijk,” wist Broer heel
zeker.
“Mooi,” sprak Schoonebeek. “Pak je jas,
dan gaan we eten. Jij betaalt, want het is jouw trouwdag. En Du
Bonheur ligt op loopafstand.”
En terwijl Broer naarstig naar zijn jas
en zijn creditcard zocht, flitste het even door zijn hoofd dat
Anneke misschien wel had zitten wachten, totdat hij haar mee uit
eten vroeg. Want het was tenslotte ook een beetje haar trouwdag.
Maar toen Schoonebeek hem even later vanuit de gang tot spoed
maande, vervluchtigde die rare gedachte al snel. En verheugde hij
zich op de aanstaande maaltijd. |