INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Schilderskade 66

“Misschien is het een idee voor een literaire stadswandeling,” opperde Schoonebeek. En meteen daarna: “Waarom is er eigenlijk nog nooit iemand op het idee gekomen?”

Tussen twee glazen tripel lag een bundeltje Poëzie in Carré dat juist bezig was zijn veertigste verjaardag te vieren. Het lag opengeslagen op een bladzijde waar ‘Adressen’ boven stond en waar Schoonebeek zijn idee voor een stadswandeling aan had ontleend.

Het gedicht van K. Schippers.

“Hobbemastraat 4,” las Schoonebeek voor. “Admiraal de Ruyterweg 6,” antwoordde zijn goede vriend Anton.

“Singel 42,” kwam een doorrookte vrouwenstem vanaf de leestafel. “Beursplein 3.”

De man achter de bar krabde zich eens achter zijn oor. “Singel 80, Stadionstraat 12,” droeg hij zijn steentje aan de conversatie bij.

“Prinsengracht 51,” mompelde de serveerster in het voorbijgaan.

Een paar kaarters in de hoek probeerden elkaar te overtroeven: “Frans van Mierisstraat 112!” “Keizersgracht 310!” “Zuidereinde 361!”

Schoonebeek nam een slok van zijn tripel, veegde zijn mond af met de rug van zijn hand en sprak: “Hunzestraat 12, Karel du Jardinstraat 11, Kazernestraat 56.”

Maar Anton schudde van nee. “Cyclamenstraat 30,” pareerde hij. En: “Van Speykstraat 144.” En: “Raadhuisstraat 16.” En: “Bankastraat 46.”

Schoonebeek had inmiddels zijn glas leeg, gaf de langsvlinderende serveerster een teken, en legde zijn hand bezwerend op Antons onderarm. “Nic. Maesstraat 81,” zei hij slechts.

De deur ging open en liet de gure wind van de negende april binnen. En ook twee meisjes. Die om allerlei redenen giechelden, maar toch vooral omdat ze meisjes waren.

“N.Z. Voorburgwal 3,” begroette de barman hen. Waarop de meisjes een ogenblik stokten. In woord en gebaar. Maar hun verslagenheid duurde niet lang. “Brachthuyzerstraat 17,” zoemde het kleinste van de meisjes. Waaraan haar vriendin een royaal “Leidsedwarsstraat 24” toevoegde. Waarop het tweetal het uitproestte.

Schoonebeek wees tevreden dat de meisjes ook maar iets van hem moesten drinken. Net als de kaarters en de doorrookte vrouwenstem. De serveerster huppelde van de een naar de ander. Terwijl zij achtereenvolgens “Charlotte de Bourbonstraat 58”, “Nieuwe Leliestraat 62”, “Westeinde 4” en “Achterweg 12” debiteerde.

Toen iedereen iets te drinken had, hief Schoonebeek zijn glas. “Mijtenstraat 60!” liet hij door het fraaie café aan de Oude Markt galmen. Anton nam een slok van de verse tripel en reageerde al even luid: “Van Houtemerweg 101!”

Aan de schorre vrouwenstem ontsnapte een nogal fiks boertje. Ze schrok. “Wouwermanstraat 20,” zei ze verontschuldigend.

En toen was het een ogenblik stil in het café. En was eenieder overgeleverd aan zijn eigen malle gedachten.

Anton keek Schoonebeek een beetje bedroefd aan.

“Schilderskade 66?” fluisterde hij zonder veel hoop.

Schoonebeek keek de verzen van K. Schippers er eens op na. En schudde langzaam van nee. Waarna die twee heren nog maar eens bestelden. Uit eerbetoon.