CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

 

Snot

“Ik ben doodziek en eenzaam en niemand houdt van mij,” loopt Schoonebeek al twee dagen te denken. Het is slechts zijn manier om een lichte verkoudheid te verwoorden. Hij niest wat. Hij snuit wat. En als hij hoest voelt hij het in zijn keel en in de spieren op zijn borst. Hele pelotons soldaten trekken onder dergelijke fysieke omstandigheden blijmoedig op naar het front. Metselaars metselen, bakkers bakken en klerken, ja, die doen wat klerken zoal doen. Alleen Schoonebeek is doodziek, eenzaam en onbemind.

Alleen in dat laatste heeft hij misschien wel gelijk. Maar daar heeft hij het dan ook naar gemaakt. Nadat zijn vrouw vijftien jaar geleden met opgeheven hoofd uit zijn leven verdween, heeft niemand meer voldoende zelfopoffering aan de dag kunnen leggen, om met Schoonebeek een min of meer permanente verbintenis aan te gaan. En hoewel hij onder vrienden regelmatig aantallen van ver boven de zeven roept, heeft in al die jaren welgeteld één vrouw het nog met hem geprobeerd. En dan écht geprobeerd, hè. Ze heeft het zes dagen volgehouden. Zes dagen, die haar voor even zovele jaren getekend hebben.

Schoonebeek zelf wil maar al te graag zijn heimelijke verliefdheden bij het totaal optellen. En dan zijn het er natuurlijk wel wat meer. Maar ja, een onbeantwoorde liefde is toch niet helemaal hetzelfde, hoor je zijn vrienden denken.

“Wij weten precies wat anderen voor ons betekenen, maar wat wij voor anderen betekenen, daar hebben wij geen idee van.” Het zo’n zinnetje dat Schoonebeek onlangs ergens tegenkwam. Het zinnetje beschrijft ‘ergens’ een facet van een of andere waarheid. In Schoonebeeks geval wil het zeggen dat hij geen flauw benul heeft van de afkeer die hij bij aantrekkelijke vrouwen opwekt. Gelukkig maar. Hij zou er maar moedeloos van worden.

Feit is dat Schoonebeek tussen vrienden, bier en bitterballen uiterst aangenaam gezelschap is. En daar wil iemand die hem van een afstandje gadeslaat, zich nog wel eens op verkijken. Maar in de boezem van een relatie is het met hem kwaad kersen eten. Een intelligente vrouw is daar binnen een kwartier achter. En een niet zo intelligente vrouw… ach, die komt waarschijnlijk niet eens in zijn buurt. Rare man, moeilijke woorden, vreemde vrienden en zo.

Maar goed, nu is hij dus alleen. En terwijl het snot zonder enige vorm van inspraak rijkelijk zijn neus verlaat en het bier hem amper smaakt, koestert Schoonebeek zijn zielige eenzaamheid.

Want een piepklein beetje vindt hij het eigenlijk toch ook wel lekker zo.