Snot
“Ik ben doodziek
en eenzaam en niemand houdt van mij,” loopt Schoonebeek al twee
dagen te denken. Het is slechts zijn manier om een lichte
verkoudheid te verwoorden. Hij niest wat. Hij snuit wat. En als hij
hoest voelt hij het in zijn keel en in de spieren op zijn borst.
Hele pelotons soldaten trekken onder dergelijke fysieke
omstandigheden blijmoedig op naar het front. Metselaars metselen,
bakkers bakken en klerken, ja, die doen wat klerken zoal doen.
Alleen Schoonebeek is doodziek, eenzaam en onbemind.
Alleen in dat
laatste heeft hij misschien wel gelijk. Maar daar heeft hij het dan
ook naar gemaakt. Nadat zijn vrouw vijftien jaar geleden met
opgeheven hoofd uit zijn leven verdween, heeft niemand meer
voldoende zelfopoffering aan de dag kunnen leggen, om met
Schoonebeek een min of meer permanente verbintenis aan te gaan. En
hoewel hij onder vrienden regelmatig aantallen van ver boven de
zeven roept, heeft in al die jaren welgeteld één vrouw het nog met
hem geprobeerd. En dan écht geprobeerd, hè. Ze heeft het zes dagen
volgehouden. Zes dagen, die haar voor even zovele jaren getekend
hebben.
Schoonebeek zelf
wil maar al te graag zijn heimelijke verliefdheden bij het totaal
optellen. En dan zijn het er natuurlijk wel wat meer. Maar ja, een
onbeantwoorde liefde is toch niet helemaal hetzelfde, hoor je zijn
vrienden denken.
“Wij weten
precies wat anderen voor ons betekenen, maar wat wij voor anderen
betekenen, daar hebben wij geen idee van.” Het zo’n zinnetje dat
Schoonebeek onlangs ergens tegenkwam. Het zinnetje beschrijft
‘ergens’ een facet van een of andere waarheid. In Schoonebeeks geval
wil het zeggen dat hij geen flauw benul heeft van de afkeer die hij
bij aantrekkelijke vrouwen opwekt. Gelukkig maar. Hij zou er maar
moedeloos van worden.
Feit is dat
Schoonebeek tussen vrienden, bier en bitterballen uiterst aangenaam
gezelschap is. En daar wil iemand die hem van een afstandje
gadeslaat, zich nog wel eens op verkijken. Maar in de boezem van een
relatie is het met hem kwaad kersen eten. Een intelligente vrouw is
daar binnen een kwartier achter. En een niet zo intelligente vrouw…
ach, die komt waarschijnlijk niet eens in zijn buurt. Rare man,
moeilijke woorden, vreemde vrienden en zo.
Maar goed, nu is
hij dus alleen. En terwijl het snot zonder enige vorm van inspraak
rijkelijk zijn neus verlaat en het bier hem amper smaakt, koestert
Schoonebeek zijn zielige eenzaamheid.
Want een
piepklein beetje vindt hij het eigenlijk toch ook wel lekker zo. |