INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Spannend boek

Schoonebeek stond wat te dralen voor dat antiquariaat in de Tuinstraat, toen die Tilburgse thrillerschrijver net voorbijkwam.

“Op zoek naar een boek, Schoonebeek?” informeerde hij vriendelijk.

Schoonebeek haalde zijn schouders op. Het bijbehorende “ach” kreeg hij niet over zijn lippen. En terwijl hij de thrillerschrijver in stilte één van die door hem zo plastisch beschreven moorden toebedacht, huichelde hij vriendelijk: “Ja, zijn wij eigenlijk niet altijd op zoek naar een boek?”

Hier moest de thrillerschrijver even over nadenken. Hij had thuis een paar mooie plankjes vol en kon zo gauw niet een titel bedenken die hij node miste. “Ik ben momenteel niet echt op zoek,” sprak hij daarom naar waarheid.

“Hm,” reageerde Schoonebeek. “Dus die verhalen komen jou nogal aanwaaien dan?”

De thrillerschrijver keek alsof hem een licht opging. “Ach, zo bedoel je dat. Nou nee, zelfs ik moet wel even zoeken voordat ik aan een nieuw boek begin.”

“En wat zoek je dan precies?” wilde Schoonebeek weten. “Een bloederig voorval? De nagenoeg perfecte misdaad?”

“Een pakkende opening vooral. Ja. Als het begin er eenmaal is, dan komt de rest vanzelf. Ik schrijf boeken, zoals andere die lezen.” Het klonk even luchtig als zijn werk.

“Ik dacht anders dat een beetje detectiveschrijver eerst netjes zijn plot in grote schema’s uitwerkte. En dat ie die dan alleen nog maar hoefde in te kleuren. Kwestie van zorgen dat hij braaf binnen de lijntjes blijft. Toch?”

De thrillerschrijver zuchtte. “Er zijn zoveel manieren als er schrijvers zijn. Ikzelf mag me graag door mijn eigen verhaal laten verrassen. Dat je in het begin een schijnbaar onbelangrijk detail vermeldt en dat dat ergens halverwege ineens ontzettend belangrijk blijkt te zijn.”

Schoonebeek zweeg en bestudeerde de etalage van het antiquariaat. Maar zonder dat de uitgestalde waar actief een plaatsje verwierf in zijn hersenen. Voor zijn geestesoog zag hij de thrillerschrijver tobben achter zijn laptop. De man huiverde na elke toets. En gaf tenslotte de geest achter zijn schrijftafel. Geveld door zijn eigen verhaal. Het leek hem een aardig idee voor een thriller.

“Het is nu toch de maand van het spannende boek?” vroeg hij naar de bekende weg.

De thrillerschrijver knikte driftig van ja. Om een ogenblik later vertwijfeld de ogen neer te slaan.

“Tisser?” veinsde Schoonebeek medeleven.

“Het zou nu toch eigenlijk mijn maand moeten zijn,” somberde de thrillerschrijver. Hij stokte en even vreesde Schoonebeek dat er tranen aan te pas zouden komen. Maar dat viel gelukkig mee. “Maar ik lijk niet te bestaan voor het grote publiek.”

“Ach, je weet wat ze zeggen van dat zogenaamd grote publiek,” stak Schoonebeek de man een in vitriool gedrenkt hart onder de riem. “Echt grote schrijvers schrijven niet voor zo’n groot publiek.”

De ander dacht dapper mee in deze voor hem welhaast fatale richting. “Maar grote schrijvers moeten toch ook leven?”

“Daar zijn andere genres voor. Werkjes die het publiek behagen. En die verder niet te veel pretentie hebben.”

De thrillerschrijver begreep het. “Spannende verhalen en zo. Thrillers dus.”

“Het spijt me,” zei Schoonebeek. En het klonk warempel nog oprecht ook. “Hoe heette je laatste boek ook alweer?”

Tussen moord en daad,” sprak de inmiddels geheel gedesillusioneerde Tilburgse thrillerschrijver.

Maar Schoonebeek knikte goedkeurend. “Toch een titel met potentie,” keurde hij. Waarop de thrillerschrijver gebogen afdroop. Potentie, het zou wat. Hij was al meer dan vijfentwintig jaar een veelbelovend auteur.