Spannend boek
Schoonebeek
stond wat te dralen voor dat antiquariaat in de Tuinstraat, toen die
Tilburgse thrillerschrijver net voorbijkwam.
“Op zoek naar
een boek, Schoonebeek?” informeerde hij vriendelijk.
Schoonebeek
haalde zijn schouders op. Het bijbehorende “ach” kreeg hij niet over
zijn lippen. En terwijl hij de thrillerschrijver in stilte één van
die door hem zo plastisch beschreven moorden toebedacht, huichelde
hij vriendelijk: “Ja, zijn wij eigenlijk niet altijd op zoek naar
een boek?”
Hier moest de
thrillerschrijver even over nadenken. Hij had thuis een paar mooie
plankjes vol en kon zo gauw niet een titel bedenken die hij node
miste. “Ik ben momenteel niet echt op zoek,” sprak hij daarom naar
waarheid.
“Hm,” reageerde
Schoonebeek. “Dus die verhalen komen jou nogal aanwaaien dan?”
De
thrillerschrijver keek alsof hem een licht opging. “Ach, zo bedoel
je dat. Nou nee, zelfs ik moet wel even zoeken voordat ik aan een
nieuw boek begin.”
“En wat zoek je
dan precies?” wilde Schoonebeek weten. “Een bloederig voorval? De
nagenoeg perfecte misdaad?”
“Een pakkende
opening vooral. Ja. Als het begin er eenmaal is, dan komt de rest
vanzelf. Ik schrijf boeken, zoals andere die lezen.” Het klonk even
luchtig als zijn werk.
“Ik dacht anders
dat een beetje detectiveschrijver eerst netjes zijn plot in grote
schema’s uitwerkte. En dat ie die dan alleen nog maar hoefde in te
kleuren. Kwestie van zorgen dat hij braaf binnen de lijntjes blijft.
Toch?”
De
thrillerschrijver zuchtte. “Er zijn zoveel manieren als er
schrijvers zijn. Ikzelf mag me graag door mijn eigen verhaal laten
verrassen. Dat je in het begin een schijnbaar onbelangrijk detail
vermeldt en dat dat ergens halverwege ineens ontzettend belangrijk
blijkt te zijn.”
Schoonebeek
zweeg en bestudeerde de etalage van het antiquariaat. Maar zonder
dat de uitgestalde waar actief een plaatsje verwierf in zijn
hersenen. Voor zijn geestesoog zag hij de thrillerschrijver tobben
achter zijn laptop. De man huiverde na elke toets. En gaf tenslotte
de geest achter zijn schrijftafel. Geveld door zijn eigen verhaal.
Het leek hem een aardig idee voor een thriller.
“Het is nu toch
de maand van het spannende boek?” vroeg hij naar de bekende weg.
De
thrillerschrijver knikte driftig van ja. Om een ogenblik later
vertwijfeld de ogen neer te slaan.
“Tisser?”
veinsde Schoonebeek medeleven.
“Het zou nu toch
eigenlijk mijn maand moeten zijn,” somberde de thrillerschrijver.
Hij stokte en even vreesde Schoonebeek dat er tranen aan te pas
zouden komen. Maar dat viel gelukkig mee. “Maar ik lijk niet te
bestaan voor het grote publiek.”
“Ach, je weet
wat ze zeggen van dat zogenaamd grote publiek,” stak Schoonebeek de
man een in vitriool gedrenkt hart onder de riem. “Echt grote
schrijvers schrijven niet voor zo’n groot publiek.”
De ander dacht
dapper mee in deze voor hem welhaast fatale richting. “Maar grote
schrijvers moeten toch ook leven?”
“Daar zijn
andere genres voor. Werkjes die het publiek behagen. En die verder
niet te veel pretentie hebben.”
De
thrillerschrijver begreep het. “Spannende verhalen en zo. Thrillers
dus.”
“Het spijt me,”
zei Schoonebeek. En het klonk warempel nog oprecht ook. “Hoe heette
je laatste boek ook alweer?”
“Tussen moord
en daad,” sprak de inmiddels geheel gedesillusioneerde Tilburgse
thrillerschrijver.
Maar Schoonebeek
knikte goedkeurend. “Toch een titel met potentie,” keurde hij.
Waarop de thrillerschrijver gebogen afdroop. Potentie, het zou wat.
Hij was al meer dan vijfentwintig jaar een veelbelovend auteur. |