Stemgedrag
Schoonebeek zelf
beschouwt het als een wonder der natuur. Prachtig, zoals hij in
elkaar zit. Neem nou bijvoorbeeld de psyche. Da’s toch een knap
stukje werk. Zoals die allerhande overlevingsmechanismen activeert,
als het allemaal eens niet zo lekker vlot.
Neem nou
vandaag. Toen hij vanmorgen wakker werd, werd hij gekweld door
zorgen. De precieze aard ervan achterhalen, nam het grootste deel
van de ochtend in beslag. En toen was ie er nog niet uit. Twee grote
zorgen kwelden hem en het wou maar niet duidelijk worden, wélke dat
precies waren. En daarom lag Schoonebeek zwaar te piekeren.
Het was
inmiddels één uur geweest, maar de gordijnen van huize Schoonebeek
waren nog dicht. Hij had zijn bed tot nu toe slechts twee keer
verlaten. Allebei de keren was dat om zichzelf een fors glas port in
te schenken. Naast het glas bevond zich een boek op het nachtkastje.
Oblomov. Een aanstekelijk werkje, zoveel was hem inmiddels
wel duidelijk. Want ondanks het feit dat er zorgen en beslommeringen
waren, lukte het hem vooralsnog niet om tot enige activiteit te
komen.
En da’s mooi.
Want wat heb je
eraan, om door het leven te gaan draven, als je nog niet weet wat je
te doen staat? Niks toch? En daarom bewondert hij die psyche zo. Die
weerhoudt hem er toch maar mooi van om domme dingen te gaan doen.
Nee, voorlopig ligt hij hier goed.
Intussen breekt
hij zich wel het hoofd over die problemen. Bestaan ze wel? Of zijn
ze hem ingegeven door die late lectuur van Oblomov
gisteravond? Hij heeft werkelijk geen flauw idee. En zo lang hij
zijn zorgen niet kent, kan hij er ook niet eentje kiezen om te gaan
oplossen.
Kiezen.
Natuurlijk! Het
is vandaag dinsdag. En er dient gestemd te worden, omdat er op
woensdag een biddag voor het gewas is. En dat vindt Schoonebeek
goed. Bidden voor het eten en bidden voor het wassen. Klinkt
allemaal heel hygiënisch.
Maar dan
openbaart het probleem zich toch ineens in zijn volle omvang. Gaan
stemmen is één. Maar op wie dan? Schoonebeek draait zich nog maar
eens lekker om in zijn bedje. Hij heeft sinds zijn achttiende nog
geen stemronde overgeslagen. En bovendien is zijn stemgedrag tot op
heden redelijk stabiel geweest. Maar ja. Hij heeft ondertussen wel
het gevoel dat de politiek het contact met hem een beetje is
kwijtgeraakt. De laatste drie keer wist hij anderhalve week na de
verkiezingen al dat hij vergist had. En dat hij wellicht beter thuis
was gebleven.
Stemmen met de
voeten, noemde een televisiesocioloog dat. Stemmen met de rug zou in
Schoonebeeks geval beter passen. Wat hij ligt daar maar. En hij
tobt. Zij eigen zwaartekracht drukt het bed stevig tegen hem aan. En
onder dat bed de rest van de wereld.
Hij draait zich
op zijn rechterzij en tast naar het lege portglas. Dat valt. En
keurig van zijn voetje breekt.
In een mooi
alfabetisch rijtje fladderen de namen nog eens door zijn hoofd. Van
Aarts tot Sparidaens.
Schoonebeek
zucht. En legt zich de discipline op om nog eens een vers glas port
te gaan halen.
Dan laat hij
zich weer zachtjes in zijn matras zakken. En hij weet het nu al:
over zijn stemgedrag zal hij morgen niet te spreken zijn. |