Jan de
Jong
Schoonebeek
________________________________
Strijkkwartet
Schoonebeek had
de tip van een heuse kenner: bij de voordeeldrogist in de
Heuvelstraat verkochten ze behalve shampoo en tandpasta soms ook
heel verdienstelijke klassieke opnamen. Zelf had deze kenner grote
delen van het oeuvre van grootmeesters als Mozart en Vivaldi
drogisterijgewijs verworven.
‘Echt heel goeie
opnamen,’ sprak de kenner met wie Schoonebeek na een tamelijk
conflictueus begin inmiddels op voet van Duveldrinken verkeerde. Die
vroege conflicten gingen over muziek. In Schoonebeeks beleving een
vrij uitgebreid scala van verrassende klanken. Volgens de kenner was
er na 1865 geen muziek meer gecomponeerd die die naam met recht
mocht dragen. Een fragment uit een van hun vroegste dialogen:
De kenner: ‘Ik
heb niet zo veel met koorzang, maar ik houd wel heel erg van
muziek.’
Schoonebeek:
‘Meer jazz zeker, Miles Davis, Chet Baker?’
De kenner (na
een korte stilte): ‘Nee, muziek.’
Hiermede
Schoonebeek wegzettend als een barbaar die ruw gehengst op trommels
welluidend zou vinden. Schoonebeek kon daar niet zo goed tegen, een
omstandigheid die de kiem van het conflict in zich had. Van de
andere kant was hij ook wel weer onder de indruk van ’s mans wat
arrogante wijze van argumenteren. De tegenpartij diskwalificeren
door simpelweg de vraag te herhalen. Schoonebeek was er wel een
tikje jaloers op.
Uiteindelijk won
de bewondering het. En bleek de kenner ook nog eens een bijzonder
aimabel bierdrinker. Iemand op wiens advies Schoonebeek graag de
voordeeldrogist binnenging.
Achter in de
winkel was inderdaad een bescheiden hoeveelheid cd’s en dvd’s
uitgestald. Het meeste kon Schoonebeeks waardering niet echt
wegdragen. Totdat zijn oog op een doos met vijf cd’s viel, die samen
alle strijkkwartetten (en dat ene mooie kwintet) van Franz Schubert
bevatten. De doos werd opgesierd met schilderij van een wat dromerig
voor zich uit starende dame uit de achttiende eeuw, een beeld dat
ruw werd verstoord door het schreeuwerige opschift “String Quartets”.
Tamelijk
gelukkig met deze vondst toog Schoonebeek naar de kassa, alwaar hij
in een gelukkig niet al te lange rij zijn beurt moest afwachten. Het
meisje achter de kassa had een harde stem. Waarschijnlijk wist ze
zelf niet hoe hard. En hoe snerpend irritant. Maar goed, een mens
moet somtijds wat lelijkheid doorstaan om aan iets moois te geraken.
Schoonebeek was
aan de beurt. De caissičre nam het doosje aan en bekeek het
nieuwsgierig van alle kanten. Duidelijk geen idee van wat ze op het
punt stond te verkopen.
‘Wat is dit?’
snerpte haar stem door de winkel. Daarmee de belangstelling van de
rij achter Schoonebeek wekkend.
Voordat
Schoonebeek voorzichtig kon antwoorden dat het cd’s waren, klaarde
haar gezicht op.
‘O, ik zie het
al,’ deelde ze de ganse winkel luidkeels mee. ‘Strings!’ Waarna
Schoonebeek met een flauw misprijzen kort opnam.
Schoonebeek
voelde een heel ouderwetse blos opkomen. Hij rekende af en draafde
de winkel uit. Nagestaard door een tiental ogen dat in hem de vieze,
oude man zag, die hij uitgerekend vandaag eens niet had willen zijn.
|