INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Tandpasta

Vroeger was Schoonebeek zeer bedreven in smoesjes. Altijd had hij wel een niet van echt te onderscheiden reden klaar om iets niet te hoeven doen. Zowel thuis als op zijn werk gingen zijn naasten gebukt onder een niet aflatende stroom verzinsels. Die met zijn alle slechts één enkel doel dienden: het voorkómen van werk. Niet dat men hem vaak op productieve arbeid wist te betrappen, maar die enkele keer dat er eens een beroep op hem werd gedaan, borrelden de smoesjes als een klein fonteintje in hem op.

Maar de laatste jaren was daar de klad wat ingekomen. Sinds hij zowel in werk als in samenleven eigen baas was, diende de noodzaak van uitvluchten zich immers niet meer zo frequent aan. En zo kon het gebeuren dat hij op die zaterdagochtend reeds om half tien naast zijn lieve dochter in dat Zweedse woonwarenhuis achter een wagentje liep te duwen. Zijn dochter was juist verhuisd naar een knap flatje op de Kattenrug en er moesten nog een bankje en wat kleiner spul worden ingekocht.

Ondanks het vroege uur en de deprimerende omgeving had Schoonebeek een opmerkelijk goed humeur. Zo’n ochtendje met zijn dochter kleurde een hoop treurnis toch nog behoorlijk roze. Het was een braaf kind. Bovendien verliep de wandeling voorspoedig, bleek het kopen van een bankje te bestaan uit het invullen van een formulier en zaten ze al na twintig minuten aan de koffie met gebak. Omdat dat restaurant nou eenmaal zo lekker strategisch tussen twee afdelingen lag.

Daarna gebeurde het.

Ze wilde ook nog wat spulletjes voor de badkamer. Een droogrekje. Een wc-rolhouder. Een tableautje om de shampoo op te zetten. En een douchegordijn met een paar bijkleurende matjes.

“Wat denk jij, pap?” klonk de dochter opgewekt. Zij hield twee in plastic gestoken pakketjes omhoog. Douchegordijnen. Een rood en een blauw.

“Doe die rode maar,” probeerde Schoonebeek oprecht te klinken. (En hij voerde zijn gedachten een ogenblik tien jaar terug. Zij was zestien en stond voor hem in een zwart rokje met een witte bloes. “Zal ik dit vanavond aandoen…” Ze rende naar boven, rommelde vijf minuten lang op haar kamertje rond en kwam de trap weer afhollen. In een spijkerbroek met een groen truitje. “…of dit?” maakte ze netjes haar zin af. “Ik vond het rokje leuker,” hing Schoonebeek de geïnteresseerde vader uit. Waarna ze uiteindelijk toch in de spijkerbroek de avondlijke stad in trok.)

Ze keek een ogenblik naar het rode douchegordijn. “Maar daar hebben ze geen bijkleurende matjes bij,” tekende ze meteen al bezwaar aan. En inderdaad leek het rood van de voorradige matjes in de verste verte niet op dat van het gordijn. Dat zag Schoonebeek zelfs. “En bovendien vind ik de blauwe mooier,” voegde ze even later aan haar overwegingen toe.

Maar dat vond Schoonebeek geen argument. “Hoezo mooier,” pruttelde hij. “Dat blauw stáát helemaal niet bij jouw badkamer.”  Hij had geen idee waarom hij dit zei. Maar gelukkig vroeg ze hem niet om uitleg.

“Maar het kleurt wel mooi bij die blauwe matjes.”

Daar had ze een punt. Schoonebeek weigerde echter vooralsnog te capituleren. “Die matjes kleuren ook niet bij je badkamer,” deed hij alsof hij wist waarover hij sprak.

Ze dacht een ogenblik na. “Ik kan bij die rode natuurlijk wel witte matjes nemen.”

“Precies!” juichte Schoonebeek. Hij voelde de overwinning naderen. Eindelijk kon hij zich revancheren voor dat zwarte rokje van tien jaar geleden.

Maar zijn dochter bleef bedenkelijk kijken. “Toch vind ik dat alles moet kleuren,” probeerde ze wat terrein te herwinnen.

“Dat doet het toch?” hief Schoonebeek zijn armen theatraal ten hemel.

Ze knikte. “Wel bij die matjes, ja. Maar niet bij mijn tandpasta.”

Schoonebeek stokte een moment. “Je tandpasta,” echode hij toen, terwijl hij de nederlaag ineens weer stevig zag aankomen. (Wat was er tien jaar geleden mis geweest met dat rokje? Kleurde het niet bij haar oogschaduw?)

“Ach,” klonk ze toen opeens joviaal. “Ik kan natuurlijk ook andere tandpasta nemen.” En ze lachte.

En Schoonebeek lachte ook. Nimmer smaakte een overwinning zo zoet.