INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Tiyo

Omdat de cafés de gure noordoostenwind stevig in de rug hadden, was het nog best goed toeven op de terrassen van de Korte Heuvel. En Tilburg toefde dan ook. Zodat Schoonebeek en zijn lieve vriendin al drie keer langs alle tafeltjes hadden geparadeerd, voordat er zo maar op een paar passen bij hen vandaan twee mensen opstonden.

“Hè hè,” bracht Schoonebeek op voorhand de conversatie alvast maar om zeep, toen hij eenmaal zat. Omdat de uitbater geen gras over de zonnige zondagmiddag wilde laten groeien, liet Schoonebeek nog geen drie minuten later zijn glas Duvel al eens charmant tegen het tonicglaasje van de lieve vriendin botsen.

“We boffen maar,” stelde de lieve vriendin vast. Schoonebeek knikte slechts en likte de snor van schuim van zijn bovenlip. Hij wilde net iets heel erg aardigs tegen de lieve vriendin zeggen, toen er opeens stevig aan zijn stoel geschud werd. Het was een jongetje van een jaar of drie en meteen bevond Schoonebeek zich in een drievoudig lastig parket. Een soort van dilemma waar hij immer als verliezer uit zou komen.

Zo was daar allereerst zijn ouwe trouwe zelf. Die moest kiezen uit slaan of schoppen teneinde het joch terug de moederschoot in te drijven. Die moederschoot bevond zich twee tafels verderop en maakte een deel uit van een nogal omvangrijk gezelschap. Er zaten ook twee heren met kale schedels, oorringetjes en moeilijk te interpreteren tatoeages bij. Zodat voorzichtigheid beslist geboden was. Misschien kon hij het kind stiekem knijpen of fluisterend iets toebijten.

Aan de andere kant was daar de vriendin op wie hij de hele middag al bezig was indruk te maken. Misschien was ze juist wel erg gesteld op kinderen. Je wist het niet. Dan kon hij de dreumes maar beter wat laten schudden. Hield hij die twee kaalkoppen ook mooi mee op een afstandje. Maar het kon natuurlijk ook zijn dat zij op dit moment juist op een pedagogisch verantwoorde oplossing zat te wachten. Die hij nou eenmaal niet in voorraad had.

Maar gelukkig had het ventje intussen al besloten om even verderop te gaan staan schudden. Zodat de Wet van Schoonebeek, die inhield dat nietsdoen meestal het beste is dat je kunt doen, weer eens bewaarheid werd.

“Tiyo!!!” De vrouw had een stem om de Heikense kerk mee te vullen. Zelfs aan het eind van de Korte Heuvel keken de mensen die bij Voskens zaten een ogenblik op. Het kereltje, dat blijkbaar ook niet wist waaraan het deze vreselijke naam verdiend had, zette zijn expeditie onverstoorbaar voort.

“Doe jij eens iets,” galmde de vrouw nu tegen een der kaalkoppen. Die eventjes hulpeloos om zich heen keek. Waarna hij de opdracht doorgaf aan een meisje van een jaar of acht. Dat even later terugkeerde terwijl ze een krijsende Tiyo meezeulde, wiens beentje een paar centimeter boven de grond met de lucht worstelden. Een bijltje waarmee het meisje vaker had gehakt. De dreinende dreumes werd voor zijn moeder gedeponeerd, waarop de vrouw het terraspubliek tot bij Voskens meldde dat Tiyo heel stout was.

Schoonebeek dacht aan zijn eigen zoon, die nu naar moeder en kind zou kijken en een “afschieten”-gebaar naar hem zou maken.

“Kom maar bij papa, jongen,” leverde de getatoeëerde vader voor de vuist weg een bijdrage aan de opvoeding. Maar Tiyo, puttend uit drie jaar levenservaring, koos ervoor beide ouders te negeren en een nieuwe gang langs de stoelen te maken.

“Tiyo!!!” schalde het daarom twee minuten later weer over ieders hoofd. Ver weg, op de vrolijk schijnende najaarszon, kwamen wat extra gassen tot ontbranding.

Schoonebeek gaf na een tweede Duvel de hoop op een rustige zondagmiddag op en rekende af.

Terwijl hij met de lieve vriendin bij de Grote Schouw afsloeg om een poging tot genieten op het Piusplein te wagen, Schalde Tiyo’s naam wederom door Tilburg.

“Kutkind,” waagde hij het erop. Hij keek opzij.

De lieve vriendin knikte. “En kutouders,” vulde ze aan. Waarna Schoonebeek de liefde in zijn borst voelde branden.