Verjaardag
Omdat zijn vriendin jarig was, liep Schoonebeek goedgeluimd met een
boeket en een gedicht over de zonovergoten Korvelseweg. De goede
stad was kleurig en feestelijk lawaaierig. Hij genoot. Totdat een
man van weinig woorden hem zwijgend staande hield. Schoonebeek keek
hem enigszins verstoord aan.
Waar moet dat heen? leek de man te zwijgen.
'Mijn
vriendin verjaart vandaag,' verklaarde Schoonebeek derhalve en
toonde de zwijger het boeket. En omdat de man geen aanstalte maakte
om opzij te gaan, deed Schoonebeek een stapje naar links. Maar de
man schoof mee, hem zo nog steeds de doorgang versperrend. Zo kon
het lang gaan duren.
'Wat
wilt u van me,' informeerde Schoonebeek daarom maar eens.
'U
bent nogal vrolijk,' verbrak de man het zwijgen in een
indrukwekkende kegel. 'U lijkt me een gelukkig mens.'
'Ik
heb ook een heel lieve vriendin,' antwoordde Schoonebeek. Iets te
vrolijk, wellicht. 'En ik wil nu eigenlijk naar haar toe.'
En
hij probeerde een stap naar rechts, maar weer bewoog de man mee.
'Ik
wil dat u eerst naar me luistert,' beet de man hem toe. Waarop
Schoonebeeks houding gelaten verslapte. Het ware zo.
'In
tegenstelling tot u, ben ik betrekkelijk ongelukkig,' stelde de
kegel. 'Tenminste, sedert de dood van mijn vrouw, nu achtenhalf jaar
geleden.'
'En
stevig aan de drank,' begreep Schoonebeek.
'Nee, dat valt nog alleszins mee. Ik kan de fles goed laten staan.
Als het nodig is.'
'En?' wilde Schoonebeek graag weten. 'Is het nog wel eens nodig?'
De
man toonde een beminnelijke glimlach.
'Soms.
Meestal.'
En
hij leek na te denken.
'Alleen
als ik iets te vieren heb … Dan trap ik weleens door m’n rem … Zoals
nu bijvoorbeeld … Omdat ik…'
'En
welke feestdag houdt u er vandaag op na?' onderbrak Schoonebeek om
het tempo gaande te houden.
'M'n
verjaardag,' zuchtte de man. 'Ik zie vandaag Abraham.'
'Nou,
van harte,' vond Schoonebeek.
'Dat
valt niet mee, hoor,' veerde de man op. 'Als je altijd alleen bent
zoals ik. Om dan ook nog iets van je verjaardag te maken. Zonder dat
de mensen je meteen aan de periferie van de samenleving plaatsen,
bedoel ik.'
'Dat
wil ik graag geloven,' gaf Schoonebeek uit tamelijk recente ervaring
toe.
'En
omdat ik maar één verjaardag per jaar heb,' voelde de man zich
tekortgedaan, 'krijg ik ook niet echt de kans om te wennen. Kijk,
meneer. U hebt een vriendin, een hele lieve zelfs, zoals u zelf zegt.
Dat maakt al twee verjaardagen per jaar. En verder broers, zussen,
ouders, allemaal dubbel. En die zijn allemaal ook weer jarig.
Begrijpt u mij een beetje?' De man leek het haast te smeken. Maar
Schoonebeek had werkelijk geen idee.
''t
Is allemaal niet eerlijk,' zei hij daarom maar op goed geluk. En hij
begon zich een beetje bemiddeld te wanen. Wat eerlijk gezegd geen
onprettig gevoel was.
'Ik
moet nu verder,' sprak hij daarom tevreden.
'Mijn
vriendin,' voegde hij er kordaat aan toe, toen de man weifelde.
En
hij stapte dapper langs hem heen. Maar toen hield hij in, keerde op
zijn schreden, keek de man vol in het gelaat en overhandigde hem de
bloemen.
'Hartelijk
gefeliciteerd,' zei hij minzaam en hij meende een korte sprankeling
in 's mans ogen te bespeuren. Maar het kon ook de lichtval zijn.
En
hij zette zijn tocht voort. Naar de mooiste verjaardag. Van zijn
liefste vriendin.
De
stad vierde feest. |