INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Vriend

Hoewel het er niet echt weer meer voor was, zat Schoonebeek op een bank in het Wilhelminapark voor zich uit te kijken. De lucht ver­toonde alle denkbare en een paar ondenkbare varianten van grijs en Schoonebeek genoot.

Een blond meisje van een jaar of zeventien kwam naast hem zitten. En vroeg beleefd of hij was wie zij dacht dat hij was. Dat was hij.

En omdat zij duidelijk meer op haar lever had, wachtte hij af. In stilte.

'Ligt het nou aan mij?' begon ze aarzelend.

'Het ligt nooit aan jou,' stelde Schoonebeek haar op voorhand gerust. 'Maar zeg het eens.'

'Nou,' stak het meisje aangemoedigd van wal, 'mijn vriend dus. We zijn gisteravond tot tien uur samen geweest, bij mij thuis. Lekker gekletst, leuk met z'n tweeën.'

'Heerlijk,' beaamde Schoonebeek.

'Maar nou wil ik vanavond met mijn vriendinnen op stap. En met Jaap en Harry. Dat doen we al eeuwen op vrijdag. En nou wil mijn vriend ook weer mee. Terwijl ik hem gisteren nog gezien heb.'

'Jasses,' gaf Schoonebeek toe.

'Is dat nou stom?' informeerde het meisje. 'Ik bedoel, ik hoef toch niet álles met hem te doen? Of wel?'

'Tuurlijk niet,' gaf Schoonebeek zorgvuldig het gewenste antwoord. ''t Is jouw leven.'

'Precies,' straalde het meisje. 'Dat zei ik nou ook tegen hem. We zijn toch zeker niet getrouwd, zei ik.'

'Dat kan later altijd nog,' stookte Schoonebeek. 'En dan zie je hem toch gewoon morgen weer?'

'Nee, dan kan ik niet,' wees het meisje af. 'Morgen verjaart mijn moeder.'

'O,' mompelde Schoonebeek zacht.

'Ja wat nou 'O'?' reageerde het meisje fel. 'Dan hebben we de hele familie over de vloer. Dan kan ie toch helemaal niet komen?'

'Daar zit wat in,' verzuchtte Schoonebeek. 'Maar zou je dan misschien toch niet vanavond een keertje...'

'Ja, da-ag,' riep het meisje smalend. 'Dan wil ie voortaan zeker iedere vrijdag. En dan kan ik de hele avond op hem gaan zitten letten. Want als ik met een ander praat, ja, dan zit hij er weer zo zielig bij. En dan krijg ik dat gezeur weer.'

'Het leven is niet zo eenvoudig, als het soms wel lijkt,' stelde Schoonebeek gelaten vast.

Waar het meisje zich wel in kon vinden. Zodat het gesprek een moment stokte.

'En Harry en Jaap?' wilde Schoonebeek even later weten.

Het meisje keek hem niet begrijpend aan.

'Wat zijn dat voor jongens?'

'Gewoon jongens, hoezo?'

Er ging haar een licht op.

'Denk je soms dat ik daar ook iets mee heb?' snoof ze veront­waardigd. 'Ha. Met Harry zeker. Of Jaap. Nog erger.'

'Misschien denkt je vriend dat wel,' gooide Schoonebeek eens een balletje op. Dat meteen werd teruggekaatst.

'Het zegt meer over jou als je zoiets denkt, dan over mij.'

'Misschien,' vond Schoonebeek en voelde een warme sympathie voor de onbekende vriend opkomen. 'Maar je gaat al wel eeuwen met ze uit op vrijdag.'

'Ja, mag ik?' informeerde ze. 'Ik heb ook mijn eigen leven hoor.'

En Schoonebeek dacht aan zíjn eigen leven. Dat nooit zeventien geweest was. En zeker niet zo vrij.

'Weet je wat het met jou is?' bitste het meisje. 'Jij wilt me gewoon niet begrijpen, omdat je een man bent.'

En Schoonebeek bedacht dat ze daar gelijk in had.

'Net als je vriend,' jende hij daarom ten afscheid.