CuBra

INHOUD JAN DE JONG

HOME

SPECIAAL

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

 

 

Vrolijk mens

“Ik hou van de mensen,” juicht de vrolijke vrouw. Schoonebeek kan er niet omheen. Het is maandagmorgen, het miezert en het is de Heuvelstraat. Triester kan niet, meent hij. Of wel. Want er is ook nog: dat mens. Schoonebeek en het mens zijn de twee enigen die op dit onzalige uur de winkelstraat doorkruisen. Kun je trouwens wel van een winkelstraat spreken, als alle deuren gesloten zijn? Grauwe, bekladde luiken en hekwerken ervoor.

De vrolijke vrouw komt onontkoombaar op hem af.

“Ik hou van u!” roept ze al van zo’n vijftig meter. Schoonebeek probeert zijn allernorste gezicht, maar het helpt niet. Ze komt op hem aanrollen als een omgevallen mand met appelen.

Schoonebeek kan kiezen uit twee: óf hij staat haar vriendelijk te woord, complimenteert haar met haar zonnige humeur en vervolgt daarna zijn weg. Kost hem misschien drie minuten. Óf hij zegt geen woord en dendert haar voorbij alsof zij niet bestaat.

Hij maakt de foute keus.

Want de vrolijke vrouw blijft hem hardnekkig achtervolgen. Pakt hem zelfs zo nu en dan bij zijn schouder. Waarop Schoonebeek haar iedere keer middels een halfslachtige poging tot schokschouderen probeert af te schudden. Met bedenkelijk resultaat.

“Waarom zegt u nou niks,” dringt de vrolijke vrouw aan. “Spreek uw liefde toch gewoon uit. Het is echt niet moeilijk hoor. Ik hou van u. Zeg het me na. Ik hou van u!”

Het enige wat Schoonebeek nog kan, is zich het strenge gelaat van zijn vader voor ogen houden. “Denk eraan jongen,” spreekt het gelaat, “dat je nooit je zelfbeheersing verliest. En zeker niet tegen een dame.”

Schoonebeek kijkt even steels opzij. Alsof hij zich ervan wil vergewissen dat het hier toch wel om een dame gaat. Wat onmiskenbaar het geval is. Boven de kraag van haar jas tekent zich zelfs een deel van een iel parelkettinkje af. Wat heet een dame? Het betreft hier zelfs een gedegen en ouderwetse dame. Waar vind je die nog? Toch niet op maandagmorgen in een verregende Heuvelstraat?

Dus wel.

Later, in het café, is het de parelketting die het hem doet. Want geen van de vrienden gelooft dat Schoonebeek is achternagelopen door een vrouw die “Ik houd van u” riep. Pas als hij het parelkettinkje in de strijd werpt, halen de vrienden bakzeil.

“Zo gek kan zelfs jij het niet verzinnen,” vertolkt een hunner het algemeen gevoelen. Waarna hij zich tot de barman richt en twee porties bitterballen bestelt.