INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Waarheid

Schoonebeek zat achter zijn oude bureau op het Mollerinstituut, tegenover Marie-José, zijn vroegere collega en kamergenoot.

'Leuk dat je weer eens langs komt,' zei ze zonder de juiste intonatie te treffen. Schoonebeek haalde zijn schouders op.

'Ik was in de buurt,' zei hij naar waarheid.

'En ik dacht, kom, laat ik Marie-José nog eens opzoeken,' loog hij er in één adem aan vast.

'Leuk,' somberde Marie-José weer. Waarna er gelukkig iemand klopte.

'Binnen!' riep ze net iets te opgelucht en een bleke jongen met een zwarte bril kwam het kamertje in.

'Wie kan ik iets vragen?' informeerde de jongen tamelijk luid. En omdat Marie-José niet meteen reageerde, stak Schoonebeek zijn hand op.

'Ik wil de waarheid weten,' richtte de jongen zich daarom tot hem.

'Stel je vraag maar,' zei Schoonebeek argeloos.

'Wat is waar?' verduidelijkte de jongen.

'Ik ben bang dat ik je niet helemaal begrijp,' aarzelde Schoonebeek, terwijl hij naar Marie-José keek die nog steeds onbe­weeglijk op haar stoel zat.

'Wat is waar? Wie weigert mij leugens te leren? Wie erkent dat de Heer de enige waarheid is?' En bij iedere vraag ging de volumeknop een stukje verder open. Zo het belang van de vragen onderstre­pend.

'Tja,' was Schoonebeek bereid toe te geven. 'Wie?'

'U niet!' riep de jongen nu. 'U kent de waarheid niet. Of u speelt een spel.' Hij wierp het hoofd in de nek.

'Goed,' vervolgde hij indringend. 'Ik speel het spel mee. Zeg mij wat ik moet zeggen. Vertel mij uw leugens, zodat ik ze kan reproduceren. Want dat is uw spel. U liegt en als ik uw leu­gens niet herhaal dan word ik dubbel gestraft.' Zijn volume was weer tot ver boven het aanvaardbare aantal decibels geste­gen, toen hij op Schoonebeek afstormde en hem een keihard en zeer gemeend 'Hoer!' in het gelaat smeet. En Schoonebeek verstijfde. Hij was bang en zag alleen nog maar hoe zich een laagje schuim op de lippen van de jongen vormde.

'Ik werk hier eigenlijk niet,' probeerde hij zachtjes. Maar het effect was averechts.

'Natuurlijk,' brulde de jongen. 'Zo is het spel. Maar dat is niet het spel van de Heer! Want de Heer speelt geen spel.' En op dat moment kwam Marie-José binnen met een oudere collega. Schoonebeek had haar niet eens zien vluchten.

'Zeg het eens, Mark,' zei de oudere collega terwijl hij zich achteloos door de korte, grijze haren streek. 'Wat is het probleem?'

'Ik wil de waarheid weten,' stelde de jongen standvastig. En Schoonebeek was ineens nogal benieuwd naar de afloop. 'De waarheid die jij mij niet kan geven. Omdat er maar Een is die dat kan.'

'Natuurlijk,' gaf de oudere collega toe 'Ik kan jou de waarheid niet brengen. Daar ben ik een veel te grote klootzak voor.'

'Net als ik,' beaamde de jongen.

'Natuurlijk, Mark. Net als jij.' En hij timede nauwkeurig een pauze. 'Maar als we nou toch niet achter die waarheid kunnen komen met zijn tweeën. Vertel me dan maar een ander probleem.' De jongen keek hem zeer op zijn hoede aan. 'Kom op,' drong de oudere collega aan. 'Je bent niet van huis te gaan om hier de waarheid van de Heer te komen vragen. Je zit nóg ergens mee.' En hij wilde gaan zit­ten, maar bedacht zich. De jongen stond ook nog.

'Geloof je in Jezus Christus onze enige Heer en Zaligmaker hier op aarde?' wilde de jongen per se weten. De oudere collega zweeg lang.

'Nee,' plaatste hij toen resoluut. De jongen leek even uit het veld geslagen.

'Waar geloof je dan wel in?'

'In het Al,' zei de oudere collega zonder erover na te hoeven denken.

De jongen liet zich op een stoel zakken en brak.

'Dan geloven we hetzelfde,' fluisterde hij. En begon zachtjes te huilen.